Hulpgoederen komen nog steeds nauwelijks bij Syriërs terecht
Humanitaire organisaties wijzen op achteruitgang ondanks VN-resolutie die vrije doorgang moet verzekeren
BEIROET - Het enige resolutievoorstel over Syrië dat een stemming van de VN-veiligheidsraad overleefde, heeft amper effect. De vorige maand aangenomen VN-resolutie 2139 voorziet in humanitaire hulp aan Syrië en roept op tot een vrije doorgang van hulpgoederen aan de getroffen bevolking. Maar in de praktijk komt daar weinig van terecht, stellen verschillende internationale hulporganisaties.
De leiders van vijf grote humanitaire instellingen, waaronder UNHCR, Unicef en Save the Children, concludeerden zaterdag tijdens een conferentie in Beiroet dat zowel de Syrische regering als de rebellen zich niet houden aan de resolutie. "Het is niet beter geworden sinds de resolutie van de Veiligheidsraad", stelt Save the Children-directeur Justin Forsyth - wel slechter. "Meer mensen zijn vermoord, en meer mensen zijn gevlucht."
De praktijk is dat zo'n 200.000 Syriërs leven onder belegering. Het regime is hier grotendeels voor verantwoordelijk, maar ook de oppositie past deze tactiek toe. In het Palestijnse vluchtelingenkamp Jarmoek, net buiten Damascus, heeft de VN al meer dan twee weken geen hulp kunnen bezorgen.
Een grootscheepse evacuatie van de inwoners van de oude stad van Homs werd vorige maand stilgezet. Sindsdien is er geen hulp meer binnengekomen voor de 1500 rebellen en burgers die achterbleven. Ook ziekenhuizen en scholen zijn nog steeds militaire doelwitten.
In totaal zijn nu negen miljoen mensen, zo'n 40 procent van de Syrische bevolking, op de vlucht. Daarvan staken zo'n 2,5 miljoen Syriërs, waarvan meer dan de helft kinderen, de grenzen over. De humanitaire organisaties kwamen bij elkaar om de schrijnende situatie van Syrische kinderen te belichten. In het afgelopen jaar is het aantal minderjarigen dat slachtoffer werd van de oorlog bijna verdubbeld naar 5,5 miljoen. De helft van de zes miljoen Syrische kinderen gaat ook niet meer naar school.
Het enige lichtpuntje is dat de Syrische regering heeft toegezegd een grensovergang met Turkije te zullen openen, meldt Unicef-directeur Anthony Lake. Het is nog altijd moeilijk om in de gebieden buiten Damascus hulp te verschaffen. Veel plekken zijn in handen van de oppositie, zoals bij de grens met Jordanië en Turkije. Die gebieden zijn daarom gemakkelijker te bereiken vanuit de buurlanden dan vanuit regeringsgebied.
De enorme vluchtelingenstroom vormt niet alleen een humanitair, maar ook een veiligheidsprobleem. Buurlanden kunnen het aantal vluchtelingen nauwelijks aan. Hoofd van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, Antonio Guterres, deed een moreel appèl op Europa om zijn grenzen open te stellen voor vluchtelingen. "Om Syrische kinderen te zien verdrinken in de Middellandse Zee nadat ze het conflict zijn ontvlucht is totaal onacceptabel."
undefined