Huilen aan het graf, voor een luxe diner
Het Paradijs van Zahra. Zo heet de enorme begraafplaats ten zuiden van Teheran. Deze plek mag dan een paradijs heten, maar voldoet totaal niet aan de belofte die een dergelijke naam oproept. Niets geen intense gelukzaligheid, gouden rustbanken of schitterende tuinen met ondergrondse rivieren. Wel een doolhof aan wegen waarop auto's zich traag voortslepen, en talloze wegwijzers die niet weten te voorkomen dat verstokte weduwes keer op keer in tranen uitbarsten omdat ze het graf van hun echtgenoot niet meer terug kunnen vinden. Was het nou nummer 2077 of 2017? Of toch 1720?
Dit chaotische oord heeft meer weg van een enorme camping waar je moe en verhit met je wagen doorheen rijdt op zoek naar veld nummer 126 waar je je tentje mag opzetten. Een lugubere camping des doods waar het desalniettemin erg levendig is.
Wat misschien nog wel het meest bijdraagt aan de campingsfeer, is het feit dat je hier en daar picknickende mensen rond de graven aantreft. De barbecue ontbreekt nog net, maar het is beslist geen plek om honger te lijden. Om de twee minuten wordt er door nabestaanden van diverse pluimage gesmeekt of je alsjeblieft een koekje uit de doos zou willen nemen. Een andere persoon biedt chocolaatjes aan terwijl een derde al klaarstaat met thee uit een thermoskan.
Die mensen zijn wildvreemden en veel trek heb je ook al niet. Toch zou het van een niet te onderschatten hufterigheid getuigen om deze versnaperingen te weigeren, want van het al dan niet accepteren van deze lekkernijen hangt nogal wat af: het zieleheil van de overledene. Om dit veilig te stellen dien je bij het aannemen van de koek een soort schietgebedje te mompelen.
Geen wonder dat deze plek daklozen en andere armlastige lieden aantrekt. Die hebben hun zinnen niet zozeer gezet op dat koekje of dat kopje thee - nee, zij willen een volledige maaltijd. Rijst met kebab, bij voorkeur in een vijfsterrenrestaurant. Deze wens kan worden vervuld mits ze de juiste strategie volgen. Dit betekent dat zij zich niet moeten ophouden rond de oude graven, maar rond de pas gedolven. Zij zullen dus begrafenissen moeten bijwonen. Want in Iran wacht na een begrafenis doorgaans geen kop koffie met een zuinig afgesneden plak cake, maar een uitgebreide maaltijd in een restaurant.
In het begin moet je je als anonieme en uitgekookte begrafenisbezoeker zo onopvallend mogelijk onder de rouwende menigte mengen. Aan het begin pleng je een traantje maar uiteindelijk is het ronduit het beste om hartverscheurend te gaan huilen; daar is geen nabestaande tegen bestand. Het helpen dragen van het in witte doeken gewikkelde lijk kan ook op veel sympathie rekenen. Je slaat jezelf krijsend op de borst terwijl de grafdelvers het lijk overladen met scheppen zand. Wanneer het hele lijk bedekt is, wordt het langzamerhand tijd om te gaan. Naar het restaurant dus. De bus voor de begrafenisgasten staat een stukje verderop al klaar. Met een uitgestreken smoel spring je erin. Geen mens die er iets van durft te zeggen.
Dit begrafenisparasitisme komt al langer voor maar sinds kort heeft het zich zelfs getransformeerd tot een professionele business. Zo stond er onlangs een controversiële advertentie in de Hamshahri, de meest gelezen krant in Teheran, waarin professionele begrafenisbezoekers zich aanboden. Tegen betaling komen ze huilen en weeklagen bij het ter aarde bestellen van een overleden familielid. Een uitkomst voor degenen die een tenenkrommend lage opkomst vrezen.
Het Paradijs van Zahra. Bij nader inzien voor sommigen niet eens zo'n slechtgekozen naam.
undefined