Howick en Lili bewijzen: het kinderpardon is er vooral op papier
De Armeense kinderen Howick (13) en Lili (12) kunnen geen aanspraak maken op het kinderpardon, maar ze hebben nog een kans om in Nederland te blijven. Nadat de rechter vorige week besloot dat zij mogen worden uitgezet, hebben zij asiel aangevraagd. Binnen negentig dagen neemt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een beslissing over hun verzoek.
De zaak rond Howick en Lili, die in Rusland werden geboren en op jonge leeftijd naar Nederland kwamen, sleept al bijna een jaar voort. De kinderen en hun moeder, Armina Hambartsjumian, kregen ondanks herhaalde pogingen afgelopen zomer geen asiel. Toen moeder Armina in augustus werd uitgezet naar Armenië, waren de kinderen onvindbaar. Nadat zij opdoken, mochten zij in Nederland wachten op een besluit over een nieuwe verblijfsvergunning. Staatssecretaris Klaas Dijkhoff wees het verzoek af en die beslissing werd vorige week bekrachtigd door de bestuursrechter.
De protesten van onder meer klasgenoten en de publiciteit afgelopen zomer hebben Howick en Lili tot dusver niet geholpen. Eerder waren in Nederland gewortelde minderjarige asielzoekers, als Mauro en Sahar wel gebaat bij de dynamiek die ontstond rond hun dreigende uitzetting. Toenmalige staatssecretarissen gebruikten hun ‘discretionaire bevoegdheid’, of bepaalden dat een kind te verwesterd was om terug te keren.
Bovengenoemde gevallen vormen een uitzondering. Nadat er tussen 1 februari en 1 mei 2013 1540 minderjarigen dankzij een overgangsregeling in Nederland mochten blijven, wordt nog maar zelden succesvol een beroep gedaan op het kinderpardon. Sinds de definitieve regeling er is, wordt meer dan 90 procent van de aanvragen afgewezen. In 2013 deden nog 880 minderjarigen een aanvraag, dertig kinderen kregen dat jaar een verblijfsvergunning. Het aantal aanvragen neemt sindsdien ieder jaar af. Vorig jaar deden 100 kinderen een beroep op het kinderpardon, dat tien keer werd verleend.
Voorwaarden
Een woordvoerster van de IND kan niet zeggen of het aantal aanvragen verder naar nul zal dalen of dat het in de toekomst mogelijk weer zal toenemen. Inmiddels zijn de regels rond asielaanvragen gewijzigd. Zo probeert de overheid te voorkomen dat gezinnen ‘procedures stapelen’, lang in onzekerheid blijven en ondertussen in Nederland wortelen. Bovendien moeten asielzoekers aan heel wat voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor het kinderpardon. Zo moet een kind langer dan vijf jaar in Nederland zijn, het gezin moet die periode in het zicht van de overheid zijn geweest, en het moet hebben meegewerkt aan vertrek. Dat laatste was niet het geval bij de moeder van Howick en Lili, die daarom het land moest verlaten.
Dat minder jongeren aanspraak maken op het kinderpardon, wil nog niet zeggen dat het probleem van in Nederland gewortelde kinderen die moeten vertrekken, is opgelost, zegt Martine Goeman, programmamanager bij kinderrechtenorganisatie Defence for Children. Zij schat dat er nog zo’n 400 kinderen in Nederland zijn die aanspraak zouden kunnen maken op het pardon. “Maar omdat het zo weinig wordt verleend, raden veel advocaten af een aanvraag te doen.”
Per kind kost de aanvraag 161 euro en de slagingskans is bijzonder klein. Goeman: “Het kinderpardon is een wassen neus.” Zij vermoedt dat de regeling er vooral is om asielzoekers te ontmoedigen. Ondertussen worden kinderrechten geschonden, zegt Goeman. De Kinderombudsman riep op om het kinderpardon aan te passen, ‘omdat een beschaafd land niet zoiets doet’.
Defence for Children hoopte dat dit kabinet het pardon zou verruimen. De regeling was onderwerp van de coalitie-onderhandelingen, maar er werd niets gewijzigd. Daarom verwacht Goeman dat ook de komende jaren schrijnende verhalen als die van Howick en Lili in de publiciteit zullen komen.
“Klasgenoten of voetbalclubs komen vanzelf in opstand. De media-aandacht kan een laatste redmiddel zijn. Maar het is erg dat het nodig is.”