Hoop tekent het echte leven

'Het echte leven', thema van de Maand van de Filosofie, wordt vaak geclaimd door realisten en pessimisten. Ten onrechte, vindt theoloog Erik Borgman, want het ware leven is volgens hem doortrokken van hoop.

ERIK BORGMAN

Ze staan elke werkdag voor mijn voordeur. Het pand waarin wij wonen, huisvest ook een stichting die illegale vreemdelingen in hun eerste levensbehoeften voorziet: een tijdelijke kamer, tweedehands spullen, wat geld. De stichting krijgt subsidie van de gemeente. Landelijke politici vinden dit soms bezwaarlijk. Mensen zouden er valse hoop door krijgen - hoop dat ze misschien kunnen blijven. Maar de gemeente vindt dat zij een probleem oplost. Deze mensen kunnen niet weg. Als ze niet geholpen worden, slapen ze op straat en plegen diefstalletjes. De gemeente bewaart de orde, maar geeft geen hoop, vindt zij.

Inderdaad, niemand hoeft deze mensen hoop te geven. Al zijn ze soms depressief vanwege hun uitzichtloze situatie, steeds weer vlamt het geloof op in een weg vooruit. Als een weg zich aandient, gaan ze erop in. Sommigen doen klussen tegen betaling: dat mag. Wat enkele anderen doen om te overleven, is duisterder, maar het lukt hen blijkbaar. Weer anderen komen terecht in de mensenhandel, de drugshandel of de prostitutie - hoop leidt niet alleen tot mooie dingen. Mensen trappen soms in valse beloften.

Wie het over hoop heeft, wordt gauw een prediker gevonden. Maar hoop hoeft helemaal niet te worden gepreekt. Die zit mensen in het bloed. Een eindeloze puinhoop na de Japanse tsunami, en de mensen spraken over het bouwen van een huis dat mooier zou zijn dan dat wat ze kwijtraakten. Zo konden ze het verblijf in de voormalige sporthal aan en werden ze niet verpletterd door verdriet.

Hoop laat je niet ontsnappen aan de werkelijkheid. Hoop doet mogelijkheden zien. Hoop zorgt ervoor dat je elke dag opstaat. Hoop laat verplegenden constructief meedenken over hoe de instelling waar ze werken het dreigende faillissement kan ontlopen. Hoop laat ondernemers investeren. Wie het onderzoekt, ontdekt dat mensen op talloze plaatsen in onze samenleving erop uit zijn 'een verschil te maken', anderen 'een duwtje in de rug te geven' en de wereld waar zij leven 'een beetje beter te maken' - allemaal hun eigen formuleringen.

Ze lijden daarom ook aan de spanning die er soms is tussen werken aan de toekomst en overeind blijven in het hier en nu. Maar hoe vaak mensen ook roepen dat ze hebben geleerd 'voor zichzelf te kiezen', hun gedrag wijst op het tegendeel. Diep cynisme blijkt moeilijk aan te leren. Er blijkt nog moeilijker mee te leven.

In een beroemd gedicht, bevestigd op de sokkel van het Vrijheidsbeeld, legt de Joodse dichteres Emma Lazarus (1849-1887) de Vrijheid in de mond dat de oude naties hun pompeuze geschiedenissen maar moeten houden. Hun vermoeiden echter, hun armen, hun samengedreven massa's die naar vrijheid hunkeren, die mogen zij sturen:

'Keep ancient lands, your storied pomp!' cries she

With silent lips. 'Give me your tired, your poor,

Your huddled masses yearning to breathe free,

The wretched refuse of your teeming shore.'

De Verenigde Staten waren de eerste natie die men kan zien als product van de Verlichting. Lazarus verwoordt een aspect van deze Verlichting dat vaak buiten beeld blijft: de Verlichting leeft niet alleen of allereerst van de rede, maar van de hoop. Dankzij de rede kan het leven beter worden en kan iets van het verlangen van tallozen naar een beter bestaan worden vervuld. Daarmee is de rede een instrument in handen van de hoop die schuilgaat in het dagelijks leven van de mensen.

De politieke Verlichting weet met Lazarus dat hoop het kapitaal is van een natie. De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring legt het onvervreemdbare recht vast van mensen op leven, vrijheid en het nastreven van geluk. Deze rechten moeten niet alleen in noodgevallen tegen de staat worden verdedigd, maar ze vormen de grondslag van deze staat. Een land leeft niet van en voor de staat, maar vanuit en ten dienste van het leven, de vrijheid en het streven naar geluk van zijn burgers. Dit verbindt het lot van een natie direct met de hoop van haar inwoners. Alleen hoop doet daadwerkelijk streven naar geluk, doet mensen bouwen aan het geluk van henzelf en anderen. Hoop is wat het leven van een natie vormgeeft.

Het clichébeeld is dat waar de hoop op geluk ruim baan krijgt, de strijd van allen tegen allen het resultaat is. De Franse aristocraat en politiek filosoof Alexis de Tocqueville (1805-1859) stelde bij zijn bezoek aan de Verenigde Staten in 1831 al vast dat dit niet het geval was. Hij noteerde uitvoerig hoe in het geïndividualiseerde land het verenigingsleven opbloeide en mensen zich aaneensloten met het oog op het goede leven.

De Tocqueville zag dat Amerikanen ervan doordrongen zijn dat goed leven voor henzelf en goed leven voor anderen elkaar veronderstellen en impliceren. Vanuit dit inzicht gaven zij hun hoop vorm op zowel individueel als collectief niveau. Zij bewegen zich individueel op de markt om geld te verdienen, maar scheppen eveneens kerken, scholen en verbanden die de dragers zijn van gemeenschap. Zij handelen zowel innovatief als verantwoordelijk.

De samenleving waarin wij leven is te danken aan de hoopvolle investeringen in de toekomst van onze voorouders. Waar waren mensen met mijn sociale achtergrond vandaag geweest zonder de vele naamloze onderwijzers die in hun leerlingen meer zagen dan een volgende generatie kansloze proletariërs, of als menselijk overschot op een overbevolkte en toch al onvruchtbare grond? Zij zagen jonge mensen met verlangens en dromen, die van daaruit mogelijkheden konden vinden deze op een ongedachte manier te realiseren. Niet hoop doet leven, maar hoop doet zien wat doet leven. Hoop brengt mensen ertoe zich daarop af te stemmen. Soms denk je iets ontdekt te hebben wat mogelijkheid geeft tot leven, maar zit je er tragisch naast. Bevrijders blijken onderdrukkers, wat het leven leek te vernieuwen blijkt tot de dood te leiden. Maar dat hoop vals kan zijn, betekent niet dat hoop illusoir is.

En de dood dan, die geen van ons bespaard blijft, en die een eind maakt aan alle hoop? Niet de minste filosofen hebben uit het belang van de hoop afgeleid dat we de dood niet als het laatste woord kunnen beschouwen.

Hoop schept toekomst en rechtvaardigt daarin zichzelf. Dat blinden niet kunnen lezen is onweerlegbaar - tot dankzij de hoop op het onmogelijke het brailleschrift wordt uitgevonden. Hoop spitst de oren en ogen, stimuleert de creativiteit. Het gaat er niet om dat wat je hoopt per se waar wordt. Dat is duidelijk niet het geval. Het gaat erom dat je de hoop ziet als voorbode van het verrassende en onverwachte dat kan plaatsvinden. Door de hoop leeft de toekomst in het heden en wordt het heden de plaats waar toekomst gezocht wordt.

Hoewel hoop onuitroeibaar lijkt en steeds weer de kop opsteekt, is het van belang hoop te cultiveren. Om erover te praten en om elkaar op te vangen als we de hoop dreigen te verliezen. Dan kunnen we de vraag stellen of onze hoop inderdaad in het heden de toekomst doet zien, of dat onze voorstelling van wat we hopen ons blind maakt voor wat mogelijk is.

De ware hoop onderstreept de waardigheid van het alledaagse leven van mensen. Wat hun daar overkomt en wat ze daar proberen te realiseren, is niet 'hun eigen zaak', zoals zo vaak wordt gesuggereerd. In en door wat mensen in het dagelijks leven hoopvol proberen en volbrengen, zijn ze voor de samenleving van belang. Ze realiseren er wat steeds weer hun diepste hoop blijkt: ertoe te doen.

Erik Borgman is hoogleraar theologie aan de Universiteit van Tilburg. Hij is speler in Trouws Theologisch Elftal.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden