Column
Hoog tijd dat we de secularisatiebril af zetten
In eerste instantie las ik erover heen. Terwijl het toch een haast ongelofelijk cijfer is. Nederland telt inmiddels 1,3 miljoen christelijke migranten, meldde het persbericht.
1,3 miljoen. Ik dacht dat het er veel minder waren. En ik zal niet de enige zijn. Hoe kan zo'n grote groep zo onopgemerkt blijven? En wat betekent dat voor het christendom in Nederland?
Heel veel, denkt de Vlaamse filosoof David Dessin. In zijn onlangs verschenen 'God is een vluchteling' schrijft hij dat de verdergaande vergrijzing in de christelijke kerken in combinatie met een instroom van nieuwe religieuze groeperingen zelfs gaat zorgen voor een volledig nieuw christendom in de lage landen. Dessin noemt nog een paar cijfers: het Amerikaanse Pew Research telde vijf jaar geleden al 26 miljoen christelijke immigranten in Europa. Veel mensen zullen in de veronderstelling verkeren dat het overgrote deel van de immigranten in Europa moslim is. Klopt niet: Pew telde 12 miljoen moslimimmigranten.
Dat die grote groep nieuwe christenen zo onopgemerkt blijft, komt volgens Dessin door ons historische zelfbeeld en de manier waarop we sinds de secularisering tegen religie aankijken.
Een paar citaten uit zijn boek. 'Het beeld van de geschiedenis van het christendom dat heel wat leerlingen in het middelbaar onderwijs meekrijgen, gaat ongeveer [...] als volgt: Het christendom begon aan de zuidoostelijke rand van Europa en vandaar schoof het heel snel richting westen op, zijn natuurlijke biotoop, terwijl het elders verdween. In het Romeinse Rijk kwam het christendom vervolgens tot volle bloei, waarbij het heel Europa veroverde en in de zeventiende en achttiende eeuw begon af te kalven.' En: 'Het eindpunt van de evolutie van het christendom vormt het Europese, geïndividualiseerde en gerationaliseerde christendom dat bij ons opgang maakte in de jaren zestig. Religie werd een kwestie van persoonlijke voorkeuren, twijfelende vormen van spiritualiteit of een humanistisch, progressief activisme dat elke historische band met het traditionele christendom losliet. Het resultaat van die evolutie is dat als Europeanen het over religie hebben, ze automatisch het christendom in zijn geseculariseerde, geprivatiseerde vorm als model nemen.' Het christendom in andere delen van de wereld zien we volgens Dessin als een door kolonialisme verspreide kopie van het Europese christendom.
Zet die bril af
Europese secularisatie als norm. Dat kan er inderdaad voor zorgen dat we door een beperkte bril naar de werkelijkheid kijken. Dan zien we wél dat er op zondagmorgen in die vertrouwde kerkgebouwen krimpende en vergrijzende groepen gelovigen hun plek innemen. En dat verbaast ons in het geheel niet. Krimp is immers de norm. Maar we zien niet dat er op zondagmiddag in diezelfde vertrouwde kerkgebouwen nieuwe, jonge, groeiende groepen gelovigen samen komen. Alleen al in mijn eigen middelgrote stad gebeurt het volop: daar is een Ethiopisch-orthodoxe kerk, een Antiocheens-orthodoxe, een Arabisch-Nederlandse gemeente, een Indonesisch-katholieke gemeenschap, een Afrikaans-protestantse kerk, een Congolese-Rwandese-Burundese gemeente, een Chinese gemeente, een Iraanse kerk, en zo nog een stuk of wat migrantenkerken. Bijna allemaal hebben ze onderdak gevonden in de gebouwen van de traditionele kerken die onder druk staan.
'Het Europese christendom kan dan op zijn retour zijn', schrijft Dessin, 'het christendom in Europa is springlevend. Het is alleen niet Europees meer.'
Ik las het boek van Dessin en moest terugdenken aan de Staat van God, twee maanden geleden in de Amsterdamse Stadsschouwburg, waar een reeks wetenschappers die zich met religie bezighouden in snelle minicolleges de stand van religie in Nederland schetsten. Een van hen was socioloog Radboud Engbersen die de maatschappelijke rol van religieuze organisaties onderzoekt. Die rol, zei hij, wordt met name door migrantenkerken zeer actief ingevuld. Maar dat wordt door overheden maar zelden gezien. Reden, aldus Engbersen: de ambtenarij wordt voor een belangrijk deel gevormd door ontkerkelijkte vijftigers en zestigers voor wie secularisatie de norm is, en die een blinde vlek hebben voor nieuwe vormen van christendom.
Het is de hoogste tijd dat we de bril van de secularisatie af zetten.
Lees ook: Toen was geloof heel gewoon? Ik geloof er niks van