Hongarije wil internetbelasting invoeren
Voor iedere gigabyte aan data die over het internet wordt verzonden, wil Hongarije straks een halve euro belasting gaan innen. Gisteravond diende de Hongaarse regering een voorstel daartoe in bij het parlement.
Het voorstel maakt een goede kans van slagen: Fidesz, de partij van premier Orban, heeft een absolute meerderheid in het parlement. De parlementaire fractie kwam donderdag wel met wat aanpassingsvoorstellen: zo zou de belasting opgehoest moeten worden door de bedrijven die internet aanbieden, niet door individuele gebruikers.
Maar de internetproviders hebben al aangekondigd dat ze gedwongen zullen zijn om de kosten door te berekenen aan hun klanten. Een Facebookgroep van bezorgde internetters had binnen een dag meer dan honderdduizend likes verzameld tegen de plannen.
Ook vanuit Europa klinken er bezorgde geluiden. De uittredend eurocommissaris Neelie Kroes liet weten dat de belasting 'geen slim plan' is. Hongarije loopt al achter, voor wat betreft internettoegang, en dit zal het er niet beter op maken, verwacht ze.
Hysterie
Een woordvoerder van de regering noemde de protesten 'hysterie'. De belasting moet de Hongaarse overheid jaarlijks zo'n 65 miljoen euro op gaan leveren, en volgens de regering is dat hard nodig om de financiën op orde te houden. Mensen zijn in de afgelopen jaren bovendien op een andere manier gebruik gaan maken van communicatietechnologie, zei minister Varga van economie, en de belastingwetgeving moet gelijke tred houden met die veranderingen.
Critici van de Hongaarse regering denken dat er meer op het spel staat dan alleen maar de hoogte van de belastinginkomsten. De internetbelasting is de laatste in een serie maatregelen die mensen als Neelie Kroes doen vermoeden dat de Hongaarse regering erop uit is om 'dynamisch debat te smoren', zoals de Financial Times bericht. Zo werd er al een belasting op advertentie-inkomsten geïntroduceerd, die veel mediabedrijven als een directe aanval op hun financiële zelfstandigheid ervoeren.
Premier Orban doet wat dat betreft weinig om zijn critici gerust te stellen. Eerder dit jaar gaf Orban in een toespraak te kennen: 'We moeten liberale manieren om de maatschappij organiseren en om naar de wereld te kijken achter ons laten'. In één adem noemde hij Singapore, China en Rusland als grote voorbeelden.
Maar wat buitenlandse investeerders en Europese collega's ook van zulke woorden mogen denken, in eigen land lijkt de koers populair. Eerder deze maand won Fidesz met gemak de lokale verkiezingen. Orban reageerde op die overwinning met een pleidooi om de bankensector verder aan banden te leggen.
