Column
Hongarije is niet de enige kreupele democratie
In Hongarije gingen in het nieuwe jaar tienduizenden mensen de straat op om te protesteren tegen een nieuwe grondwet, die de persvrijheid en rechterlijke macht aan banden legt. Dit tot ongenoegen van premier Orbán, die de nieuwe grondwet juist verdedigt als laatste afrekening met het communistische verleden van Hongarije.
De premier wil ook stoppen met de Imre Nagy-medaille, die wordt uitgereikt aan Hongaren die iets groots voor het land hebben verricht. Zelfs Nagy, de leider van de opstand van 1956 tegen de Russen, is uit de gratie - omdat hij een communist was.
Orbán verdedigt zijn beleid met een beroep op democratie. Maar dat is onzin.
Zijn centrumrechtse Fidesz kreeg in april 2010 tweederde van alle stemmen en voert in hoog tempo dubieuze veranderingen door. Het land ontworstelde zich aan het communisme, maar valt nu met instemming van de bevolking terug tot een kreupele democratie met Wit-Russische trekken.
Wat Fidesz voorstelt, ondermijnt de democratie. Met een nieuwe kerkwet verloren de islam en het boeddhisme hun status als erkende kerk, waardoor ze geen recht meer op subsidies hebben. Fidesz wilde leden van de vorige sociaaldemocratische regering voor de rechter slepen omdat ze de staatsschuld lieten oplopen. De grote vraag is natuurlijk hoe je zoiets doet, zonder uiteindelijk zelf voor je beleidsdaden voor de rechter te worden gedaagd.
Na de megaoverwinning van Fidesz in 2010 werd een mediawet ingediend die van de media eiste dat ze afgewogen berichten en geen inbreuk maken op de menselijke waardigheid. Anders volgen hoge boetes. Maar wie bepaalt wat aanvaardbaar is? De wet werd onder druk van de Europese Unie enigszins afgezwakt.
Het is tekenend voor de mentaliteit van een meerderheid als die minderheidsstandpunten niet meer tolereert. Een democratie wordt immers ook afgemeten aan de wijze waarop met andersdenkenden en met minderheden wordt omgesprongen. Hongarije is nu een afschrikwekkend voorbeeld van wat er gebeurt als een partij met populistische trekken de absolute macht krijgt.
Helaas past Hongarije in een bredere trend. De Economist Intelligence Unit constateert dat Europa steeds ondemocratischer wordt. Leiders krijgen autoritaire trekken. Parlementen krijgen een beperktere invloed. Media en rechtelijke macht krijgen minder speelruimte. Burgerlijke vrijheden worden onder het mom van veiligheid ingeperkt.
Opmerkelijk is dat ook Frankrijk en Italië niet meer tot de categorie volledige democratieën worden gerekend. De Franse democratische achteruitgang wordt verklaard door de autoritaire trekken van president Sarkozy en bijvoorbeeld de wijze waarop hij de Roma het land uit pestte. In Italië kwam de democratie onder druk te staat door de slechte situatie van de media onder premier Berlusconi. De vorming van niet-gekozen technocratische regeringen in datzelfde Italië en in Griekenland, dat door The Economist overigens ook tot de 'kreupele democratieën' wordt gerekend, past ook in die trend.
We hebben ons vorig jaar druk gemaakt over de democratisering in de Arabische wereld. Dit jaar zouden we onze verontwaardiging misschien maar eens op de ontdemocratisering van ons eigen Europa moeten richten.