Honderden Rohingya gered

Vissers Indonesië helpen vluchtelingen uit Burma, duizenden anderen dobberen nog op zee

ANNE GRIETJE FRANSSEN

Weken dobberden ze rond op zee. Maleisië wimpelde ze af. Uiteindelijk hebben vissers uit het Indonesische Atjeh ruim zevenhonderd migranten gisteren aan land gehaald. Zij mogen spreken van geluk. Naar schatting drijven nog zo'n achtduizend Rohingya, op de vlucht voor etnisch geweld in Burma, in de wateren van Zuidoost-Azië.

Nadat afgelopen week minstens tweeduizend Rohingya de kust van Indonesië, Maleisië en Thailand bereikten, hebben deze landen gezegd geen vluchtelingen meer op te willen vangen. Zij vallen nu, soms letterlijk, tussen wal en schip. "De drie landen voeren een pingpongbeleid", zegt Charles Santiago, parlementslid in Maleisië en voorzitter van de mensenrechtentak van Asean, het samenwerkingsverband tussen tien landen in Zuidoost-Azië. "Vluchtelingen die de kust bereiken, krijgen in het beste geval wat voedsel mee en worden vervolgens terug de zee op gestuurd." In afwachting van de dood, meent Santiago. "De bootvluchtelingen drinken hun eigen urine. Ze zijn uitgedroogd, ze zitten al dagen in de brandende zon. Het eten raakt op. Binnenkort zullen de boten met hun lichamen aanspoelen."

VN secretaris-generaal Ban Ki-moon zei donderdag in een schriftelijke verklaring geschrokken te zijn dat sommige landen de bootvluchtelingen weigeren. Hij spoorde de regeringen van de drie landen aan 'hun grenzen en havens open te stellen voor deze kwetsbare mensen'. Ook vroeg hij de regio zoek- en red-acties te starten. Maleisië, Indonesië en Thailand hebben vooralsnog geen gehoor gegeven aan deze boodschap.

De Rohingya zijn een etnische moslimminderheid in het overwegend boeddhistische Burma. Officieel zijn ze stateloos: de Burmese overheid erkent de Rohingya niet als burgers en ontzegt ze daarmee alle rechten. "Ze worden vervolgd, nu erger dan ooit. Hun huizen worden verbrand, de mannen doodgeschoten, de vrouwen verkracht", zegt Santiago. Vluchten is de enige optie.

De minderheid wordt al jaren opgejaagd. Mensenhandelaren, veelal uit Thailand, profiteren van hun lotsbeschikking. Er is een fijnmazig smokkelnetwerk ontstaan. Dat er nu zoveel vluchtelingen ronddobberen op zee komt vermoedelijk doordat de Thaise overheid een klopjacht is begonnen op mensensmokkelaars.

Vorige week werd in Thailand een massagraf met de lichamen van 33 vluchtelingen aangetroffen. Voor de regering was dit reden om smokkelkampen op te rollen. Deze kampen zijn een 'tussenstop' voor de Rohingya. Ze worden hier gevangen gehouden totdat hun familie met genoeg geld over de brug komt voor de reis richting eindbestemming Maleisië of Indonesië. Hier wacht hun een veilige thuishaven en een baan - of dat is wat de handelaren ze voorhouden.

Burma zou volgens de VN de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen voor de bevolkingsgroep. Zolang de Burmese overheid niets onderneemt, zullen de Rohingya op de vlucht blijven. Santiago beaamt dit. "De mensen die nu aan hun lot worden overgelaten, moeten in veiligheid worden gebracht. In Maleisië wonen al miljoenen migrantenarbeiders. Waarom zou er voor deze Rohingya niet tijdelijk plek zijn?"

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden