Hollandse scharrelvrouw is de risee van Europa
Minister Bussemaker spreekt vandaag in de Tweede Kamer over haar standpunt dat vrouwen meer moeten werken. Feit is dat Nederland binnen Europa op dat punt geen koploper is te noemen.
Dacht u ook dat Nederland voorloper was op emancipatiegebied? Komt vaak voor, die gedachte. Tien jaar geleden was er bijvoorbeeld een minister van CDA-huize, Aart-Jan de Geus, die stelde dat de emancipatie was voltooid. Er is ook geweldig veel gebeurd. Vrouwen zijn massaal gaan studeren en gaan werken. En toch stuurde minister Bussemaker een paar weken terug een nota de wereld in waarin ze - dit is een parafrase - zei dat de Nederlandse vrouw nog te veel op de zak van haar man teert. Het is onverstandig om niet economisch zelfstandig te zijn, was haar boodschap. Daarmee riskeer je armoede.
Jet Bussemaker heeft het geweten. Wekenlange woede viel haar ten deel. De gangbare mening: dat je het toch zeker zelf wel mag weten, hoeveel je werkt. En: kan die Bussemaker dan misschien even wat extra uren in de dag toveren, zodat ik tussen het zorgen en zogen ook kan werken? Vandaag bespreekt Bussemaker haar punt met de Tweede Kamer.
Dure kinderopvang
Maar mág de Nederlandse vrouw het zelf weten? Eigenlijk niet. Dat ze voor het merendeel moet werken, is nu eenmaal afgesproken in Europa, al een decennium her. Toen spraken de Europese leiders af dat in 2020 driekwart van de mensen die kunnen werken dat ook zullen doen - en dat betekent fulltime. Ze spraken dat niet af om gewoon lekker iets te regelen. Ze wilden de aankomende vergrijzing het hoofd bieden, en tegelijk een beetje in de pas blijven met opkomende economieën: Brazilië, China en Zuidoost-Azië.
Essentieel - dat geldt niet alleen voor Nederland, maar voor alle deelnemende landen - is daarvoor dat meer vrouwen gaan werken. En dat gaat niet vanzelf. Daarvoor is kinderopvang nodig, en rolmodellen, hier en daar wat wetgeving, en ook oplettende en bestraffende overheden. In Brussel houden ze het allemaal nauwlettend in de gaten. Inderdaad, Nederland doet het best goed, zo hier en daar. Maar op andere vlakken is het min of meer de risee van Europa.
Nederland is bijvoorbeeld inderdaad voorloper als je kijkt naar het aantal vrouwen dat werkt. Ruim zeventig procent - dat is al bijna op streefniveau, met nog zeven jaar te gaan. Het doet het goed met het aantal hoogopgeleide vrouwen. En op het gebied van kinderopvang haalde Nederland ook hoge cijfers: het afgesproken aantal kinderopvangplekken was in 2011 bereikt. Maar dat bleek van tijdelijke aard: in 2012 zakte het weer in. Nederlandse vrouwen vinden de opvang te duur. En trouwens: het gaat in Nederland vaak om parttime-opvang.
Brussel vindt het maar niks. Net zo min is Brussel tevreden met het typische verschijnsel van de parttime werkende vrouw. Ze scharrelt er en beetje bij, de Nederlandse vrouw. Dat is in geen enkel ander Europees land zo wijdverbreid als hier: meer dan 55 procent van de vrouwen werkt geen hele week. Dat is bijna twee keer zo vaak als in andere landen waar vrouwen geregeld in deeltijd werken.
'Gender pay gap'
Het onder vrouwen populaire deeltijdwerk is schadelijk bij echtscheiding, waar Bussemaker al voor waarschuwde. Maar het leidt ook tot minder pensioen. Recente Brusselse cijfers tonen dat Nederlandse vrouwen veertig procent minder pensioen hebben dan mannen: alleen Luxemburg, Denemarken en Engeland doen dat nog slechter.
Nederland is ook al geen koploper als het gaat om het aantal vrouwen in topfuncties. En dan is er nog de kwestie van wat in Brussel de 'gender pay gap' wordt genoemd; het verschil in beloning tussen vrouwen en mannen voor precies hetzelfde werk. Dat verschil is in Nederland 17 procent, en met dat percentage weet Nederland zich in de toptien van meest discriminerende landen te plaatsen.
Tegen dat alles is natuurlijk in te brengen, zoals dat de afgelopen weken in discussies over Bussemaker al vaak werd gedaan, dat Nederlandse kinderen de gelukkigste van Europa zijn. Maar het is de vraag of ze dat tot in lengte van dagen zullen blijven.
undefined
Ze scharrelt er en beetje bij, de Nederlandse vrouw. Dat is in geen enkel ander Europees land zo wijdverbreid als hier: meer dan 55 procent van de vrouwen werkt geen hele week.