Holland Festival dit jaar aangewezen op ongebruikelijke locaties

Van Ton de Leeuw gaan de opera 'Antigone' en zijn compositie 'Fauxbourdon' voor kamerensemble in wereldpremiere. Daarnaast worden enkele grote koorwerken van hem uitgevoerd. Andere wereldpremieres van de in totaal negen zijn Klas Torstenssons grote orkestwerk 'Stick on stick' en 'De namen der goden' van Cornelis de Bondt. Een premiere voor Nederland is de uitvoering van 'The Cave', een zogeheten 'documentary music-theatre work' van Steve Reich.

Op de persconferentie stelde festivaldirecteur Jan van Vlijmen gisteren de 'zalenproblematiek' in Amsterdam aan de orde. Hij zei dat het festival dit jaar vooral aangewezen is op onconventionele locaties, die oorspronkelijk niet voor muziekuitvoeringen bedoeld waren. Dit vanwege de verbouwing van Carre, de schaarse beschikbaarheid van het Muziektheater en de technische en akoestische beperkingen van de Stadsschouwburg. Voor Steve Reichs 'The Cave' wijkt het festival uit naar de Goederenbeurs in de Beurs van Berlage, die als muziektheaterzaal is ingericht en tijdens de duur van het festival een van de belangrijkste speelplekken zal zijn. 'Antigone' van Ton de Leeuw wordt opgevoerd in de gashouder van de Westergasfabriek. "Er komt ontzettend veel bij kijken om een dergelijke ruimte geschikt te maken voor muziekuitvoeringen. Dat legt een zware druk op ons budget" , zei Van Vlijmen. Dat budget bedraagt 6,5 miljoen, waarvan ruim zestig procent subsidie van diverse overheden, de rest afkomstig van recettes, sponsors en eigen activiteiten.

Over de hele linie zullen de prijzen dit jaar min of meer gelijk zijn aan die van vorig jaar. Uitzondering is de eenmalige semi-scenische uitvoering van 'Le nozze di Figaro' door de English Baroque Soloists en The Monteverdi Choir, gedirigeerd door John Eliot Gardiner.

Opmerkelijk is het Marathonconcert, dat op 19 juni van drie uur 's middags tot elf uur 's avonds in Paradiso plaats zal vinden. Deze manifestatie een co-produktie van het Holland Festival, het Nederlands Blazers Ensemble en het Newyorkse Bang On A Can-festival - is bedoeld als confrontatie tussen Nederlandse en Amerikaanse muziek. Het definitieve programma zal pas op de dag van het concert bekend zijn.

Het festival besteedt tevens aandacht aan de Poolse componist Henryk Gorecki, van wie voor het eerst in Nederland enkele grote symfonische werken en twee kamermuziekcomposities te horen zijn; een daarvan is geschreven in opdracht van het Holland Festival en beleeft hier zijn wereldpremiere. Een ander thema in de muziekprogrammering is Franse opera: in het Concertgebouw zullen concertante uitvoeringen klinken van 'Les Troyens' (onder leiding van Edo de Waart) en 'Romeo et Juliette' (dirigent Simon Rattle), beide van Berlioz. Simon Rattle dirigeert ook De Nederlandse operaproduktie van Debussy's 'Pelleas et Melisande', waarvan de regie in handen is van de controversiele Amerikaanse theatermaker Peter Sellars. 'Pelleas et Melisande' zal op 1 juni tevens de openingsproduktie van het Holland Festival zijn.

Dans en film

Het dansaandeel in het festivalprogramma is dit jaar beperkt tot werk van Anne Teresa de Keersmaeker en Jiri Kylian. De Vlaamse chorografe komt met enkele oudere stukken en met een wereldpremiere van een werk waarin zij zelf meedanst. Kylian presenteert de Nederlandse premiere van 'Stepping stones' plus een nieuw, nog naamloos werk. In samenhang met het De Keersmaeker-programma worden in het Filmmuseum vier films over haar werk vertoond. Van de 27 filmprodukties behandelen enkele het thema 'Klassieke meesters' (dirigenten op het witte doek) en het Technicolor-systeem in de Amerikaanse filmindustrie ('Kleurig Hollywood'). Speciale aandacht is er in 'Cinema Indonesie' voor Indonesische muziek en dans.

Op theatergebied zijn voorstellingen te verwachten van het Piccolo Teatro di Milano (regie Giorgio Strehler), het Nationaal Theater Craiova uit Roemenie en het Deutsches Theater uit Berlijn: Kleists 'De gebroken kruik' en Toergenjews 'Een maand op het land', beide in de regie van Thomas Langhoff, en Wilhelm Reichs monoloog 'Toespraak tot de kleine man', gespeeld door Ignaz Kirchner en geregisseerd door Peter Mussbach.