Hoeveel extra risico op kanker is acceptabel?
Ik schreef er al eerder iets over, maar ik was er nog niet mee klaar. Een paar weken terug bracht ik op uitnodiging van milieuorganisatie Green Cross een bezoek aan een geëvacueerd gebied in Fukushima, Japan. Op 11 maart is het vijf jaar geleden dat de kernramp daar plaatsvond na een tsunami. De beelden zullen u waarschijnlijk nog op het netvlies staan.
We hadden vooraf duidelijke instructies gekregen:
"Geen voedsel kopen (eten!) van boeren of straatverkopers. Geen stenen, stukjes hout of metalen objecten oprapen of meenemen. Alleen op de weg lopen en probeer te voorkomen dat je op gras of in de modder loopt. Kom ook niet op plaatsen die begroeid zijn met mos of algen. Gaat het waaien, zet dan een masker op en was je haar direct bij terugkomst in het hotel. Stop de kleren die je hebt gedragen in een afgesloten zak en was dit direct na thuiskomst, afgeschermd van andere kleding. Was je schoenen met water."
Behoorlijk verontrustend dit soort instructies, nietwaar? Toch, toen we er eenmaal waren, in Tomioka, een stad 10 kilometer van het hart van de kernramp, was het risico moeilijk invoelbaar. Sommigen van ons liepen met slechts een masker op. Anderen met een compleet pak (ondergetekende).
Wereldwijd geldt een maximum straling van 1 millisievert per jaar waar je aan blootgesteld mag worden. Alles daarboven vinden 'we' een te groot risico. Dat betekent niet dat een lagere straling geen risico's met zich meebrengt. Nee, het betekent dat de risico's zo minimaal zijn, dat we ze acceptabel vinden. Na de ramp in Fukushima verhoogde de Japanse overheid dit acceptabele risico level voor 'gewone mensen' naar 20 millisievert per jaar, en voor mensen die met radioactief afval moesten werken (die rotzooi moet natuurlijk opgeruimd worden) en medewerkers van de kerncentrales naar 250 (!) millisievert per jaar.
Met andere woorden: er is dus vanuit de overheid bepaald dat mensen die daar het vuile werk opknappen 250 keer meer risico mogen lopen dan wij als Nederlandse burgers. Dit verklaarde waarschijnlijk waarom de mannen die ons moesten tegenhouden bij een hek waarachter de straling nog hoger zou zijn dan waar wij waren, totaal geen beschermende kleding droegen.
Misschien kunt u zich er iets bij voorstellen hoe ik me voelde, in mijn witte superbeschermingspak naast zo'n Japanse meneer in zijn T-shirtje.
Toen ben ik bloemen gaan plukken. Nee, dat mocht niet nee, dat had ik zelf ook wel begrepen uit de instructies (ik heb er ook een beetje ruzie over gemaakt, maar het is me gelukt ze mee te smokkelen, in mijn broek welteverstaan). Want hoe kan worden bepaald dat de ene persoon meer risico mag lopen dan de ander? En wat betekent dat risico dan?
Professor Wim Turkenburg (expert op dit gebied) heeft mijn bloemetjes gemeten en de straling was 0,092 cps (counts per second, stralingsdeeltjes per seconde) wat ongeveer gelijkstaat aan 15 à 20 procent meer risico dan een 'gewone' bloem. Is dat problematisch? Bijna nooit. Maar je zal maar net die ene zijn. En dat weet je dus niet. Dát is risico. Wie zou zo'n bloem willen ontvangen? Niemand, denk ik. 'Meer risico' voelt direct al als te veel.
En dat is exact wat kernenergie is: een door anderen bepaald risico wat u, als burger, dient te lopen. En waar ik u vandaag nog even op wijs. Zomaar.
undefined