Hoe maak je een land dat wemelt van de wapens toch iets veiliger?
Amerika zal moeten leven met driehonderd miljoen vuurwapens. Hoe kan het de schade beperken? Ideeën genoeg, maar tot nu toe kwamen ze niet door het Congres.
"Een goed geregelde Militie, zijnde noodzakelijk voor de veiligheid van een vrije Staat, zal op het recht van het volk Wapens te bezitten en te dragen geen inbreuk worden gemaakt." De zin loopt niet helemaal, maar daar moeten de Amerikanen van nu het sinds 1791 mee doen. Lang werd het Tweede Amendement op de Grondwet beschouwd als een verouderd artikel. Volksmilities, die je kon oproepen als de Britten terug zouden komen voor hun koloniën of als er een tiran zou opstaan in Washington, waren al lang vervangen door een staand leger. Maar in 2008 oordeelde het Hooggerechtshof dat het tweede amendement het recht op vuurwapenbezit garandeert voor individuele burgers. Binnen redelijke grenzen, zei het er nog bij.
Sindsdien zijn de regels voor wapenbezit verruimd, onder druk van rechtszaken en de machtige lobby-organisatie van vuurwapenbezitters, de National Rifle Association (NRA). Onder president Barack Obama steeg de verkoop van wapens en munitie sterk, als gevolg van de angst dat de Democratische president de regels weer zou aanscherpen.
Inmiddels is naar schatting de helft van het aantal vuurwapens in de wereld in het bezit van Amerikaanse burgers: ongeveer 300 miljoen stuks, op 250 miljoen volwassen inwoners. Maar dat betekent niet dat elke Amerikaan een wapenbezitter is: die groep maakt ongeveer een derde uit van de bevolking. Nog eens een derde kan zich best voorstellen ooit een vuurwapen te zullen bezitten, terwijl ook een derde daar niet aan moet denken. Omgekeerd is van de wapenbezitters driekwart niet van plan ooit nog ongewapend door het leven te gaan.
Het populairst zijn de handvuurwapens: driekwart van de wapenbezitters heeft een pistool of revolver in huis, twee derde een geweer, de helft ook nog een hagelgeweer. Wapenbezitters zijn vaker blank dan niet, vaker man dan vrouw, wonen vaker op het platteland dan in de stad en stemmen in meerderheid Republikeins.
De aantallen
Door vuurwapens komen elk jaar ongeveer 30.000 Amerikanen om het leven. In verreweg de meeste gevallen, 20.000, gaat het om zelfmoord, bij de andere 10.000 is een misdrijf in het spel - de kans daarop is negen keer zo groot als in Nederland - of een ongeluk. De categorie massa-schietpartijen is maar heel klein: het aantal jaarlijkse doden daarvan loopt 'slechts' in de honderden.
Wat kan er aan gedaan worden? Intrekking van het Tweede Amendement is politieke science fiction. De kans dat het Hooggerechtshof de interpretatie uit 2008 weer zal verlaten, is ook klein en zal met de mogelijke benoeming van nog meer conservatieve rechters door president Donald Trump alleen maar kleiner worden. Het enige wat er op zit, is proberen een land dat wemelt van de wapens toch iets veiliger te maken. Telkens wanneer een massa-schietpartij het onderwerp hoog op de agenda doet belanden, doen Republikeinen en Democraten een greep uit een vast arsenaal aan maatregelen die daarop gericht zijn. Veel van die maatregelen zijn populair, maar het onderwerp is politiek zo gevoelig dat er in het Congres dan toch weer geen compromis over komt.
Misschien is het na de moordpartij op de school in Parkland, Florida, anders. Scholieren beloven langdurige actie, een aantal grote bedrijven is gestopt met korting geven aan NRA-leden, een grote wapenhandel beperkte deze week vrijwillig zijn assortiment. Woensdag verbijsterde president Donald Trump zijn Republikeinse partijgenoten door zich tijdens een overleg vierkant achter een strenger wapenbeleid te stellen. Het is dus niet helemaal ondenkbaar dat het Congres binnenkort toch besluit tot een of meer van de volgende opties.
Een verbod op aanvalsgeweren
Halfautomatische 'AR-15' geweren in militaire stijl kunnen in korte tijd veel mensen doden of verwonden. Vanaf 1994 waren ze verboden, maar die wet liep in 2004 af. De voorstanders van het verbod vinden dat soort geweren ongeschikt voor gewone burgers. Voor persoonlijke bescherming of voor de jacht zijn ze helemaal niet handig.
Als een verbod onhaalbaar is, zou er in elk geval een minimumleeftijd kunnen komen voor het kopen van dergelijke wapens. Nu is die voor alle soorten geweren nog 18 jaar, terwijl voor handvuurwapens 21 jaar geldt. Die lagere leeftijd werd aangehouden toen 'geweer' vooral 'jachtgeweer' betekende en aanvalsgeweren nog niet populair waren.
Helpt dat?
De tijdelijkheid van het verbod op aanvalsgeweren bood een goede gelegenheid om het effect ervan te bestuderen, maar het beeld was niet heel duidelijk. Dat kwam onder andere doordat mensen die al voor 1994 zo'n geweer hadden, het mochten houden. Het aantal misdrijven dat met aanvalsgeweren werd gepleegd daalde, maar het aantal misdaden met andere vuurwapens met grote magazijnen steeg. Om die reden wordt tegelijk met of in plaats van een verbod op aanvalsgeweren ook het beperken van de grootte van patroonhouders bepleit, of het reguleren van de aankoop van munitie.
Een wapenverbod voor wie instabiel is
Niet de wapens zijn het probleem, maar de mensen die de trekker overhalen. Dat is het vaste argument dat vooral van Republikeinse kant vaak te horen is tegen beperking van het wapenbezit. En daarna volgt dan meestal de opmerking dat de 'geestelijke gezondheidszorg' van de VS moet worden verbeterd, zodat potentiële geweldplegers bijtijds worden ontdekt en behandeld.
Helpt dat?
Door de voorstanders van wapenbeperking wordt dit een drogreden gevonden, die bovendien mensen met een geestelijke aandoening stigmatiseert: alsof ze per definitie gewelddadig zouden zijn. Van de plegers van massa-schietpartijen is tot nu toe bij een op de vijf een officiële psychische aandoening vastgesteld, bij alle vuurwapendoden een op de twintig.
Veel algemener voorkomend is 'gewone' boosheid. Vraag je het in een steekproef aan alle Amerikanen, dan zegt een op de elf dat hij of zij wel eens enorm kwaad wordt, dingen kapot slaat of in een handgemeen terecht komt én in het bezit is van een vuurwapen. Dat zijn ruim 22 miljoen mensen en daarvan dragen er 3,6 miljoen dat vuurwapen ook buiten bij zich.
Een maatregel die zich op die groep richt is de 'hoog-risico beschermingsmaatregel' die vijf staten hebben ingevoerd: op aangeven van bijvoorbeeld familieleden kan de politie besluiten dat iemand tijdelijk geen vuurwapen mag hebben omdat hij of zij een gevaar voor zichzelf of anderen is.
Een sluitende registratie
Theoretisch is een groot aantal Amerikanen uitgesloten van vuurwapenbezit: veroordeelde misdadigers bijvoorbeeld en geestelijk incompetent verklaarden. Bij aanschaf in een wapenwinkel wordt daarom een databank van de FBI geraadpleegd.
Maar dat systeem is niet bepaald waterdicht. Een transactie tussen twee particulieren wordt niet gecontroleerd en op 'wapenshows' wordt op grote schaal de fictie gehanteerd dat er tussen particulieren gehandeld wordt. De databank zelf is niet eens compleet: staten zijn niet verplicht hun gegevens aan te bieden, dus duizenden veroordeelde misdadigers komen er niet in voor.
Helpt dat?
Een sluitend systeem zal het criminelen ongetwijfeld moeilijker maken aan wapens te komen. Maar er is natuurlijk ook een grote zwarte markt : elk jaar worden er in de VS naar schatting 400.000 wapens gestolen. En maar al te vaak wordt na een massa-moordpartij, een zelfmoord of een ongeluk vastgesteld dat het wapen legaal was verkregen.
Meer onderzoek
Terwijl kogels in Amerika bijna evenveel slachtoffers maken als het verkeer, wordt er veel minder onderzoek naar gedaan. Dat is het gevolg van doelbewust beleid. In 1996 kwam het federale instituut voor epidemiologie, de Centers for Disease Control (CDC), in de problemen. Het deed onderzoek naar de oorzaken van vuurwapengeweld en dat viel slecht. Het Congres nam het 'Dickey-amendement' aan: geld voor dat onderzoek werd uit de begroting geschrapt en de CDC werd verboden te pleiten voor wapenregulering. Sindsdien mijden onderzoekers in overheidsdienst het onderwerp angstvallig. De naamgever van de wet, oud-Congreslid Jay Dickey, heeft inmiddels spijt.
Helpt dat?
Voorstanders van vrij wapenbezit en voorstanders van regulering hebben al enige cijfers en onderzoeksresultaten ter beschikking. Die worden tot nu toe behendig geïnterpreteerd op een manier die hun eigen standpunt ondersteunt.
Slimme vuurwapens
Diverse bedrijven hebben de afgelopen jaren geprobeerd 'slimme wapens' op de markt te brengen, die alleen kunnen worden afgevuurd door hun eigenaar. De trekker wordt vrijgegeven door een vingerafdruk of door de nabijheid van een soort sleutelhanger. De chip die de eigenaar identificeert, zou zelfs in de vinger kunnen worden aangebracht.
Helpt dat?
Ook met slimme wapens kun je moorden of zelfmoord plegen. Zo'n systeem zou wel voorkomen dat kinderen een dodelijk ongeluk veroorzaken met een wapen dat ze in huis vinden of dat agenten worden doodgeschoten met hun eigen, afgepakte wapen. Maar sceptici zien bezwaren: dat iemand zich niet kan verdedigen omdat hij toevallig natte handen heeft en zijn wapen hem niet herkent of omdat de batterij in die sleutelhanger leeg is.
Lees ook:
De jongeren die strijden voor een strengere wapenwetgeving zijn gewaarschuwd: voor veel wapenbezitters zijn pistolen en geweren onderdeel van een christelijke levensstijl. Die verander je niet zomaar.
Verschillende Amerikaanse winkels beloofden al te stoppen met het verkopen van wapens en meerdere bedrijven maakten zich los van wapenlobbyorganisatie NRA. Nu overweegt ook 's werelds grootste investeringsmaatschappij maatregelen te nemen.