Hoe kunst ons loutert
In de strijd tegen de klok is de échte tijd uit zicht geraakt, betoogt Joke Hermsen in haar essay voor de Maand van de Filosofie. Kunst helpt ons het 'juiste ogenblik' te ontdekken.
Joke Hermsen (1961) is filosofe en schrijfster. Voor haar essaybundel 'Stil de tijd' (2011) kreeg ze de Jan Hanlo Essayprijs, voor haar oeuvre de Halewijnprijs (2009).
Kairos ('tijd') was volgens Erasmus de tussentijd waarin we terechtkomen als we pas op de plaats maken, rust nemen, ons ergens heel goed op concentreren. Waar Chronos de kwantitatieve tijd vertegenwoordigt, die ons leven in een lineair verband tussen geboorte en dood plaatst, verwijst Kairos naar het kwalitatieve moment, dat voor verandering kan zorgen.
Aandacht, rust en het zorgvuldig wikken en wegen van argumenten en omstandigheden zijn de belangrijkste voorwaarden daarvoor. Het vereist zowel een goede timing als het benutten van de juiste kans, die zich dankzij aandacht en concentratie kan openbaren.
In de tussentijd worden we niet langer opgejaagd door een vermeend gebrek aan tijd, noch door enige andere vorm van tijdsdruk of stress, maar opent zich een dimensie van tijd die meer rust en reflectie biedt, en ons ook nieuwe mogelijkheden voor ogen tovert. Juist beeldende kunst, literatuur en muziek zijn voor de mens onontbeerlijk, omdat die hem de 'tussentijd' binnen kunnen leiden. Ook daarom heeft kunst een louterende werking op ons en helpt die ons om onze melancholie in goede banen te leiden.
'Loutering' is de titel die George Meertens aan een reeks van negen schilderijen heeft meegegeven die in 2017 bij het Tilburgse kunstplatform Park werden tentoongesteld. Gelouterd worden betekent gereinigd worden van negatieve gevoelens die ons welzijn, maar ook onze groei en ontwikkeling belemmeren, zodat we weer in staat zijn om onszelf en de wereld met een frisse blik te aanschouwen.
'Wachten' heet een van Meertens' schilderijen. Het is niet alleen het lichtste doek uit de serie, vederlicht bijna, maar ook het meest 'lege' schilderij, in de zin van opgeschorte of uitgestelde betekenisgeving. Schilderen, net als schrijven of componeren, betekent namelijk eerst en vooral durven wachten. Wachten tot het lichaam tot rust gekomen is, de geest gekalmeerd en de ziel ontdaan van te veel zorgen en rumoer.
We moeten dit wachten zien uit te houden, omdat we ons eerst moeten ontdoen van de geijkte en voor de hand liggende verwachtingen en representaties. We moeten wachten teneinde onze geest de kans te geven de zaak eens flink op te schonen en alle tot cliché verworden beelden en uitspraken op te ruimen. In die zin betekent het wachten ook een leeg worden, alsof het nieuwe werk eerst een lege, nog in schaduw gehulde plek voor zichzelf moet zien te bemachtigen, voordat het van de nieuwe lichtval die het in zich draagt kan getuigen.
Zoals de schilder van 'Wachten' eerst moest leren wachten, zo zal ook degene die kunst bekijkt enig geduld moeten oefenen. Wie er te snel aan voorbij wil gaan, zal de louterende werking niet kunnen ervaren. Kunst vraagt om vertraging en om het niet onmiddellijk vellen van een oordeel.
Wachten is een opnieuw bevragen van alles wat is of verwacht kan worden. Het menselijke vermogen om iets te kunnen bevragen staat voor de filosoof Martin Heidegger gelijk aan ons vermogen te kunnen wachten en van daaruit het nieuwe te kunnen denken. "Kunnen vragen betekent kunnen wachten", schreef hij in zijn 'Inleiding in de metafysica' (1953), en dat wachten valt nog niet mee in een tijd waarin alles snel en nog sneller moet gaan. Want sinds we arbeid in kloktijd meten, zit deze lineair geordende tijd ons op de hielen. We menen er steeds te weinig van te hebben of lijden aan het opdrijvende karakter ervan. Tijd lijkt een economische wetmatigheid te zijn geworden die ons voortdurend tot versnelling aanspoort, hetgeen niet alleen veel stress veroorzaakt, maar ook het durven en mogen wachten behoorlijk in de weg is gaan zitten. We tellen en meten weliswaar onophoudelijk de hoeveelheid tijd die we al dan niet nog menen te hebben, maar vergeten daarbij dat we zelf ook tijd zijn, en dat onze persoonlijke ervaring van tijd van een heel andere orde is dan de universele kloktijd. "Het wezenlijke is echter niet het getal, maar de echte tijd, dat wil zeggen het juiste ogenblik", schreef Heidegger.
In 'Brieven aan een jonge dichter' (1903) heeft Rilke het over 'de momenten waarop er in onszelf iets nieuws kan ontstaan'. Laten we onze melancholie niet proberen te overstemmen, te verdringen of te verdoven, want dan zal die 'net als slecht behandelde ziekten' even later 'des te ernstiger de kop opsteken'. »
We moeten er een omgang mee zien te vinden en onze aandacht eraan schenken. "Hoe stiller, geduldiger en opener wij in onze melancholie zijn, hoe dieper en onontkoombaarder het nieuwe zijn intrede in ons doet." Want het wezen van de melancholie is een verlangen naar verwondering en verandering, een die vanuit de stilte en een tijdelijke terugtrekking uit de wereld wordt voorbereid. Melancholie is een 'in zichzelf rusten', terwijl depressie juist een toestand van 'onrust' is, veroorzaakt door stress en leidend tot lethargie.
Melancholie is een adempauze van reflectie, verstilling en bezinning, om vervolgens tot de juiste beweging te komen. 'Silence Out Loud' was de toepasselijke titel van de expositie die Joost Zwagerman in 2015 voor het museum Kranenburgh in Bergen samenstelde, 'Luidkeelse stilte'.
Zwagerman zocht 'de visuele veelvormigheid van het onhoorbare', raakte gefascineerd door schilders als Jan Andriesse, die de 'immense intensiteit van de stilte' willen verbeelden, omdat hun doeken alleen dan het gewenste effect zouden hebben.
Het is een opmerkelijk streven dat we eerder bij componisten en musici zouden verwachten. Kun je stilte wel schilderen of fotograferen? Bedoelen deze kunstenaars niet eerder dat ze de leegte of de verstilling, dus het stilzetten van beweging of van tijd willen verbeelden? Nee, het gaat hun om meer. "I want to raise the issue of silence", luidt het onomwonden antwoord van de Amerikaanse schilder Robert Ryman op de vraag wat hij met zijn kunst beoogt. Zijn schilderij 'Monitor' (1978) is een zacht stralend, lichtgrijs doek, ijl en vluchtig, alsof het nog voorbij een laatste geluid, een laatste fluistering poogt te reiken.
Kunst kan ons de ervaring van stilte doen hervinden, maar dat is bij lange na niet het hele verhaal. Want de stilte die kunst kan bewerkstelligen, dit dempen van overtollige ruis, tovert ons tegelijkertijd iets voor ogen - een beeld, een foto, een sculptuur - wat onze blik wil vasthouden, wil tarten of verleiden, maar wat ons bovenal wil uitnodigen verder te kijken dan onze neus lang is. De stilte waarin we worden ondergedompeld lijkt dus eerder een voorwaarde te zijn om met nieuwe ogen te kunnen kijken of, out loud, met nieuwe stem te kunnen spreken. Stilte op zich lijkt niet het einddoel van kunst te zijn, maar eerder het beginpunt. Kunst biedt geen stilte zonder meer, maar een 'stilte plus'.
Plus wat? Dat is de vraag waarover we ons nu al eeuwenlang het hoofd breken. Wat vermag kunst, anders dan bijvoorbeeld de schoonheid van de natuur? Zwagerman noemde het de 'particuliere en vrijelijk te ontvouwen notie van het sublieme'. De esthetische ervaring roept niet alleen gevoelens van welbehagen op, maar ook van melancholie, twijfel, verwondering en vervreemding, omdat de betekenis van het werk niet eenduidig of evident is, zodat het tijd, aandacht en geduld vraagt om tot een begrip te kunnen komen. Kunst zoekt een bepaalde verhouding tót en omgang mét de werkelijkheid, die ze niet klakkeloos reproduceert, maar interpreteert, accentueert of nuanceert. Kunst brengt een interval tussen zien en (be)schouwen teweeg, waarin juist onze eigen verbeeldingskracht wordt aangezwengeld. We zullen zelf aan de slag moeten om datgene wat we zien, horen of lezen te doorgronden en van een interpretatie te voorzien. Kunst schept, als het goed is, een interval tussen kijken en begrijpen, tussen vervreemding en herkenning, een moment van hapering, kortom, dat ons vervolgens zelf aan het denken zet en ons onszelf doet hervinden.
Kunst nodigt ons uit het innerlijk landschap weer eens te verkennen en de door onze volle agenda's en piepende smartphones ontstane vervreemding ten opzichte van onszelf om te buigen tot een nieuwe betrokkenheid, waaruit niet alleen nieuwe inzichten over onszelf kunnen ontstaan, maar we ook op 'zielsniveau' weer verwantschap met anderen kunnen ervaren. Dat is de 'stilte plus' die kunst ons kan bieden en waar we zeker in deze rumoerige tijden zuinig op moeten zijn. Want we snakken niet alleen naar een handvol stilte, zoals de schilder Mark Rothko schreef, maar ook naar momenten om tot bezinning, hoop en nieuwe vormen van verbondenheid te komen.
Kunst kan louterend werken omdat die ons een andere ervaring van tijd binnenloodst vanwaaruit we onze melancholie en doodsangst kunnen bezweren, zodat we niet verlamd raken maar in beweging komen en iets nieuws aanvangen. De Engelse psychiater en filosoof Darian Leader schrijft in 'Het nieuwe zwart' (2011) dat naast psychotherapie poëzie, muziek en andere vormen van kunst van groot belang zijn om een uitweg uit een depressie te vinden.
Aandacht voor "de manier waarop anderen vanuit een leegte iets gemaakt hebben, kan niet alleen een stimulans zijn zelf het creatieve pad op te gaan", schrijft Leader, "maar ook toegang geven tot ons eigen verdriet en ons in staat stellen met de rouwarbeid te beginnen".
De melancholie die de volwassen mens na zijn kindertijd begeleidt heeft zowel liefde als kunst en creativiteit nodig om 'gezond' te blijven en niet door te slaan naar de zwarte kant van het verlies die in pathologische depressiviteit uit kan monden. We kunnen ons afvragen in hoeverre dit inzicht wordt meegenomen in de huidige geestelijke gezondheidszorg. Dat naast rust en aandacht ook kunst en creativiteit een louterende werking kunnen hebben is tegenwoordig een moeilijk over te brengen boodschap.
In de Amerikaanse documentaire 'Alive Inside', over de helende werking van muziek, krijgen zwaar dementerende patiënten de favoriete muziek uit hun jeugd te horen. Ze komen dan weer tot leven, of liever gezegd, het leven dat ze in zich dragen komt weer naar buiten. Dankzij de muziek werden ze niet alleen levenslustiger en vrolijker van aard, maar kregen ze ook meer oog voor hun omgeving.
De onderzoekers die dit hebben geconstateerd vertellen in de documentaire dat ze ondanks de lage kosten en de mooie resultaten van hun project veel moeite hebben om het bij andere instellingen te initiëren; men houdt de patiënten toch liever met medicijnen rustig.
De positie van kunst verdient een herwaardering; uit het beleid van de afgelopen regeringen sprak eerder onverschilligheid of minachting voor de kunsten. Instellingen verloren subsidies, museumlessen werden wegbezuinigd, een derde van de bibliotheken werd gesloten, muziekscholen en muzieklessen werden sterk gereduceerd en het literatuuronderwijs is de afgelopen decennia zo'n beetje gedecimeerd, als ik mijn voormalig docent Nederlands mag geloven. Blijkbaar overheerst binnen de politiek de mening dat de kunsten er niet toe doen, dat muziek, dans, theater en literatuur niet van belang zijn, dat ze hooguit een vorm van amusement of een 'linkse hobby' zijn. Voormalig staatssecretaris van cultuur Halbe Zijlstra meende dat juist híj zo goed in kunstbudgetten kon snijden omdat hij er geen verstand van had.
Je zou toch willen dat bestuurders eens de opmerking van Montaigne aanhalen dat het 'na een uurtje lezen al veel beter gaat' of anders de dichter Joseph Brodsky eens citeren, die in een open brief in The New York Review of Books toenmalig president Vaclav Havel in 1993 aanraadde alle Tsjechische burgers een boek van Camus, Faulkner of Platonov te bezorgen, omdat 'het positieve vermogen van mensen het beste in kunst tot uitdrukking komt'.
Kunst verrijkt niet alleen het beeld van onszelf en de wereld en 'geneest daarmee onze hartconditie', zoals Brodsky schrijft, ze leidt ons bovendien het louterende Kairos-interval binnen, waardoor we tot rust en bezinning komen. Zij kan onze verbeeldingskracht stimuleren. «
undefined
Kunst biedt 'stilte plus'
In het kasteel van het Vlaamse Gaasbeek heeft Joke Hermsen als gastconservator de expositie Kairos Castle. De kunst van het juiste ogenblik' ingericht. De expositie start op 1 april. Info: kasteelvangaasbeek.be
Voor de Maand van de Filosofie 2017 (thema: Rust) schreef Hermsen Melancholie van de onrust', waaruit bijgaand essay een voorpublicatie is.
undefined