Hoe kunst en wetenschap elkaar kunnen versterken

Impressie van het blok zandsteen van acht bij acht meter en twaalf meter hoog, dat op de Tweede Maasvlakte moet verschijnen. Beeld Beeld: Zandblok aan Zee - RAAAF | Atelier de Lyon
Impressie van het blok zandsteen van acht bij acht meter en twaalf meter hoog, dat op de Tweede Maasvlakte moet verschijnen.Beeld Beeld: Zandblok aan Zee - RAAAF | Atelier de Lyon

Samenwerking tussen kunst en wetenschap leidt regelmatig tot verrassende vernieuwingen. Hoe biologie en architectuur, psychologie en beeldende kunst elkaar kunnen versterken.

Kiki Kolman

Als alles loopt zoals Erik en Ronald Rietveld hopen, verschijnt binnen twee jaar een reusachtig massief blok op Tweede Maasvlakte bij Rotterdam. Acht bij acht meter in oppervlakte, twaalf meter hoog. Wat het bijzonder maakt is dat het materiaal waar de broers het kunstwerk van willen maken, nog nooit op zo'n grote schaal is geproduceerd.

"Dit is het." Ronald Rietveld legt een klein brok steen op tafel in het atelier van RAAAF (Rietveld Architecture-Art-Affordances). Het is afkomstig uit het laboratorium van de Technische Universiteit Delft. Daar ontwikkelden wetenschappers deze zandsteen, simpelweg hardgeworden steen, door zand te injecteren met een bacterie en een oplossing van calciumchloride en ureum. Het bouwmateriaal is milieuvriendelijker dan de ouderwetse baksteen en biedt volgens het duo belangrijke mogelijkheden voor de toekomst. "Denk aan de wereldwijde woningnood. Met deze techniek kunnen we woningen creëren in duinen en woestijnen."

De experimentele studio RAAAF is het schoolvoorbeeld van kruisbestuiving tussen wetenschap en kunst. Niet alleen werken de Rietveld-broers veel samen met wetenschappers, zij belichamen ook zelf die samenwerking. Erik is filosoof aan de Universiteit van Amsterdam en Ronald is architect.

Samenwerkingen tussen kunst en wetenschap, zoals deze, krijgen de laatste jaren steeds meer aandacht. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) opende in 2014 de Akademie van Kunsten, waardoor nu naast wetenschappers ook kunstenaars lid zijn. Vorig jaar startte Mingler, een online ontmoetingsplatform voor academici en artistiekelingen. Universiteiten nodigen artists in residence uit op hun campus. En aan de Universiteit Leiden kunnen kunstenaars tegenwoordig promoveren op onderzoek naar hun eigen kunstpraktijk.

Wat drijft onderzoekende kunstenaars en creatieve academici om de handen ineen te slaan? Waar leiden deze samenwerkingen toe? En vervagen in deze interdisciplinaire projecten de grenzen tussen kunst en wetenschap?

Hereniging

"Kunst en wetenschap hebben meer gemeen dan je aanvankelijk zou denken", zegt beeldend kunstenaar Barbara Visser. Deze maand trad ze, na drie jaar, af als voorzitter van de Akademie van Kunsten. "Wetenschap lijkt heel exact en systematisch, maar ook daar gaat het om creativiteit, durf en lange adem." Het was volgens haar een van de redenen voor de KNAW om kunstenaars weer een plek te geven binnen de Akademie.

'Weer', want bij de oprichting in 1808 heette de KNAW nog het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten. Kunstenaars en wetenschappers stonden op gelijke voet. Het was Thorbecke die de kunstenaarsklasse eruit zette, omdat in een liberale staat de overheid geen invloed mocht hebben op de vrije kunsten.

Dat de twee nu zijn herenigd, is volgens Visser van grote waarde. "Mensen uit verschillende disciplines komen ongedwongen met elkaar in contact. Je inspireert elkaar, het is goed te zien hoe anderen nadenken over vraagstukken, wat hun werkwijzen zijn."

Voor haar eigen werk zoekt Visser regelmatig de samenwerking met de wetenschap op. Bijvoorbeeld voor het onderzoek dat ze deed naar zelfhulpstrategieën in de psychologie. "Ik kwam een groep wetenschappers in Barcelona op het spoor die een spel hebben ontwikkeld waarbij je via virtual reality een therapiesessie beleeft. Het ene moment ben je de patiënt en het volgende moment zit je in de huid van Freud zelf. Een geniaal idee. Ik ben naar Spanje gevlogen om het experiment zelf uit te proberen." Ze filmde haar beleving en zo hielp de ervaring haar niet alleen verder in haar onderzoeksproces, maar werd het ook onderdeel van het eindproduct.

Academici kunnen op hun beurt inspiratie halen uit de vrijheid waarin kunstenaars opereren, denkt Visser. Waar wetenschappers vaak zijn gebonden door methodes, kaders en publicatiedruk, excelleren kunstenaars bij grenzeloosheid. "Kunstenaars zijn niet bang voor chaos. We weten: alles kan dan nog. Dat geeft ruimte voor ontdekkingen die je misschien nooit zou doen als je binnen allerlei grenzen moet werken."

Aanjagers

Het zandsteenproject van RAAAF - een samenwerking met Atelier de Lyon - is hier een goed voorbeeld van. Biotechnicus Leon van Paassen, die promoveerde op milieuvriendelijk zandsteen, kwam tien jaar geleden in contact met RAAAF. Voor hem zijn architecten en kunstenaars als Rietveld en De Lyon waardevol omdat ze laten zien hoe zijn labwerk toepasbaar is in de praktijk. "Ze stimuleren mij om out of the box te denken. Op dit moment is onze techniek weinig toegepast in de praktijk en behoorlijk kostbaar. Aannemers zijn daarom vaak nog sceptisch."

Met het ontwerp voor het reusachtige zandblok in de Rotterdamse haven, versnellen Erik en Ronald Rietveld het ontwikkelingsproces. Tot nu toe was het grootste blok dat in Delft werd gemaakt 40 kubieke meter. Het ontwerp voor de Rotterdamse haven vergt bijna twintig keer meer zandsteen. "De onderzoekers voelen zich uitgedaagd om zo'n grote hoeveelheid bacteriën te kweken", vertelt Ronald Rietveld enthousiast. En het aanjagen van dit proces is ook voor hem van belang. "Wie weet kunnen we over vijftien jaar duinwoningen bouwen."

Ervaarbaar

De samenwerking heeft nog meer te bieden. Van Paassen: "Het is taak van de wetenschap om aan de wereld te laten zien wat we doen. Architecten helpen ons daarmee."

Mensen kunnen het zandblok straks zien en aanraken. "Tastbaar en ervaarbaar maken van wetenschappelijk onderzoek", noemt het Studio RAAAF-duo dit. "We kunnen de potentie van het onderzoek laten zien. Maar het spreekt ook beeldend aan. Dat is belangrijk, want je moet mensen eerst raken. Dan pas verdiepen ze zich verder in het onderwerp."

"Bovendien", vult Erik aan, "bereiken we met onze kunst via media-aandacht vaak veel meer internationale impact dan ik ooit met een filosofisch artikel kan."

Sterrenkundige Frans Snik van de Universiteit Leiden herkent zich in dit verhaal. Hij werkt graag samen met kunstenaars. Het bekendste voorbeeld is de 45 meter hoge regenboog die zijn onderzoeksgroep samen met Daan Roosegaarde creëerde boven de perrons van Amsterdam Centraal. "Heel leerzaam." Ze projecteerden hiervoor licht in een nieuwe optische component, bestaand uit vloeibare kristallen op glas. Die techniek wordt nu ingezet bij de zoektocht naar buitenaards leven.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

The End of Sitting, het kantoor van de toekomst: zonder bureaus of stoelen. Beeld rv
The End of Sitting, het kantoor van de toekomst: zonder bureaus of stoelen.Beeld rv

"Ik ben net terug uit Hawaï, waar we dit op een Japanse telescoop hebben toegepast. Met de nieuwe techniek projecteren we het licht uit sterren zodat we de planeten die om de ster heen draaien kunnen bekijken. In feite zijn we op zoek naar regenbogen op die planeten, want dat betekent vloeibaar water en dus de potentie van buitenaards leven."

Het project met Daan Roosegaarde is voor Snik een kans om te laten zien wat hij en zijn collega's doen. En waarom het belangrijk is. Hij moedigt andere wetenschappers aan deze mogelijkheid ook te verkennen. "Als de NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, red.) een onderzoek financiert, moeten wetenschappers altijd de maatschappelijke impact van hun werk aantonen. Dat kan door een product te maken bij een bedrijf. Maar ik zeg: denk ook eens aan een samenwerking met een leuke kunstenaar."

Kantoor van de toekomst

Als kunst en wetenschap verweven raken, lijken de grenzen soms te vervagen. In 'The End of Sitting' verkenden Erik en Ronald Rietveld samen met Barbara Visser hoe het kantoor van de toekomst eruit zou kunnen zien.

Zij lieten zich inspireren door wetenschappelijk onderzoek van Hidde van der Ploeg, over het gevaar van veel zitten voor de gezondheid. Zijn werk, gecombineerd met het filosofische idee dat de omgeving ons gedrag vormt, leidde tot het maken van een kantoorlandschap zonder bureaus of stoelen. Na experimenten met lig-, steun- en leunhoudingen van mensen, creëerden de kunstenaars een kantoorlandschap dat mensen moet stimuleren in nieuwe posities te werken en vaker van houding te veranderen.

Toen de installatie af was, besloten wetenschappers aan de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek te doen naar de effecten van het End of Sitting-landschap. De resultaten waren positief. In dit geval waren het dus de kunstenaars die, geïnspireerd door de wetenschap, onderzoek deden en iets nieuws creëerden.

Lebensreform-beweging

De rol van de kunstenaar als onderzoeker wordt aan de Universiteit Leiden naar een hoger niveau getild. Beeldend kunstenaars kunnen daar bij Geesteswetenschappen een speciaal promotietraject doorlopen. Het eindproject bestaat uit zowel een kunstwerk als een onderzoek dat het werk in academische context plaatst.

Ruchama Noorda promoveerde bijvoorbeeld in 2015 op de Lebensreform-beweging, die aan het einde van de negentiende eeuw opkwam. In haar eigen werk haalt ze, vanuit een kritische blik, veel inspiratie uit de stroming die draait om een alternatieve leefstijl, terug naar de natuur. Voor haar dissertatie bestudeerde ze verschillende media-output rondom de beweging, om een analyse te maken van de invloed op Europese en Amerikaanse kunst en cultuur.

Haar eindwerk bestond niet alleen uit het geschreven onderzoek, maar ook uit een tentoonstelling. Centraal in de ruimte stond een grot, gebouwd van gaas en natuurlijke materialen. Mensen konden hier plaatsnemen op een kussen om te kijken naar een video, waarin Noorda zelf te zien is terwijl ze een medicinale plant eet, afgewisseld met een visualisatie van de trip die ze vervolgens beleefde.

Niet iedereen is blij met het promotietraject. Sommige critici vinden het eindwerk dat de kunstenaars afleveren niet wetenschappelijk genoeg. Anderen zijn wel enthousiast, omdat het artiesten de mogelijkheid biedt hun onderzoek te verdiepen. Tot nu toe gingen twintig promovendi het traject aan, vijf hebben het al afgerond.

Janneke Wesseling hielp mee de trajecten in Leiden op te zetten. Als hoogleraar is zij gespecialiseerd in de rol van onderzoek in de beeldende kunsten. "Al in de jaren zestig ontstond een stroming van kunstenaars die zich onderzoeker noemden. De focus verschoof van het eindproduct naar het maakproces." Net als wetenschappers, zijn deze kunstenaars volgens haar uit op het verwerven van kennis. "Zij experimenteren. Ze maken kunstwerken omdat ze iets willen zien wat ze zelf nog niet kennen. Ze willen onderzoeken wat daaruit voortkomt. Wat zegt het over hoe de wereld in elkaar zit?"

Maar, benadrukt Wesseling, dat maakt deze kunstenaars nog geen wetenschapper. "Kunstenaars zijn geen wetenschappers, althans niet in de conventionele zin van het woord, en de insteek is ook niet dat ze dat worden. Maar hun onderzoek en het contact met wetenschappers is wel een verrijking voor beide partijen. Antropologen waren bijvoorbeeld gefascineerd door de manier waarop een kunstenaar fotografisch beeldmateriaal uit Oeganda benaderde waar zijzelf al jaren mee werkten. De kunstenaar keek naar het visuele aspect en naar hoe de foto gemaakt was en dat bracht hen tot nieuwe inzichten."

Bij RAAAF laveren Ronald en Erik Rietveld tussen beide werelden. Vervagen bij The End of Sitting de grenzen tussen het onderzoeken, kunst maken en de wetenschap? "Ja", vindt Ronald. "Maar het is natuurlijk nog geen wetenschap", vult Erik aan. "Wat wij deden, was een architectonisch experiment dat een filosofisch wereldbeeld tastbaar maakt. Toen de Groningse onderzoekers hun werk startten, werd het omarmd door de wetenschap."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden