Hoe ik mislukte als leraar
Journalist Mark van der Werf werd meester op een basisschool. Anderhalf jaar later gooit hij het bijltje erbij neer. 'Ik ben naïef geweest.'
De eerste weken als meester van groep 3 verkeert Mark van der Werf in een 'permanente staat van vertedering'. Hij gaat aan de slag met ecoline, vult potjes lijm, veegt snottebellen af, en leert zijn groep rekenen en lezen.
De politiek verslaggever van het AD was uitgekeken op de journalistiek. Op de scoringsdrang en het primeur jagen. Van der Werf wordt 'hij-instromer', een traject speciaal voor mannen die een carrièreswitch maken naar het onderwijs. Eén dag per week krijgen ze les, vier dagen staan ze zelf voor de klas.
Echt iets voor hem, denkt Van der Werf. "Ik kon goed overweg met kleine kinderen."
Na een flinke sollicitatieprocedure komt hij terecht op de Augustinusschool. Een moeilijke school met 'lieve, leuke, pittige, lastige kinderen' in het centrum van Rotterdam. Hij wordt er meester van groep 3, naast de ervaren 'juf Karin'. Dat gaat hem goed af, vindt de directie. Zo goed, dat hij na een jaar een eigen klas krijgt: groep 7. Dat schooljaar maakt Van der Werf niet af. In maart 2013 gooit hij het bijltje erbij neer. Vandaag verschijnt zijn boek over hoe hij mislukte als leerkracht: 'Meester Mark draait door'.
Mijn ego gaat gestreeld het weekend in. Vlak voordat ik vrijdagmiddag naar huis ga, zegt Karin: 'Je bent een geboren leraar.'
"Dat was geen onzin. Ik gaf goede lessen, het contact met de kinderen verliep prima. In groep 3, naast juf Karin, leek ik het vak in de vingers te krijgen. Toen ik een eigen klas kreeg, zag ik hoeveel werk zij me uit handen had genomen. Opeens moest ik alles zelf doen: het klaslokaal inrichten, oudergesprekken voeren, rapporten maken, lessen voorbereiden.
Ik heb in die anderhalf jaar een hele hoop leuke dingen meegemaakt. Je kunt als leerkracht echt iets betekenen voor een kind. Dan ging ik weer met twee leerlingen een krentenbol halen bij de bakker om de hoek, omdat ze geen eten bij zich hadden. En hoe blij ze zijn als ze een woordje als maan kunnen lezen: 'muh - áá - n'. Dat is fantastisch."
Lesgeven, leerde ik in de loop der tijd, is slechts een van de vele taken van een leerkracht. Ik was ook een politieagent die losgeslagen leerlingen in de hand probeerde te houden, een ambtenaar die metershoge dossiers moest produceren, een schoonmaker die haren peurde uit de schuifdeurgroeven van zijn lokaal, en een klusjesman die vergeefs zijn best deed om de houder van de papieren handdoekjes terug aan de muur te schroeven.
===
Werkt u in het onderwijs en wilt u ook een ervaring over werkdruk delen? Wilt u reageren op het verhaal? Of heeft u tips? Mail naar onderwijs@trouw.nl
===
"Opruimen, schoonmaken, nakijken - ik voel me daar echt niet te goed voor. Maar als beginneling kwam ik daardoor weinig toe aan lessen voorbereiden. Ondertussen moest van elk gesprekje met een ouder dat 'goedemorgen' oversteeg, een verslag worden gemaakt. Ik was daardoor maar heel weinig meester.
Op school zag ik dat oudere leerkrachten aan al die zaken ook heel veel tijd besteedden. De echt goede juffen die ik heb leren kennen zijn degenen die het vak als roeping zien. Die fietsen 's ochtends om half 8 naar school en gaan pas om half 7 weer weg. Ze cijferen zichzelf helemaal weg: de kinderen staan op de eerste plaats. Ze hebben geen man, zijn gescheiden of hij komt op het tweede plan.
Je werk goed doen en een normale werkweek van veertig uur draaien, kan haast niet. Er zijn nog steeds mensen die vinden dat leraren zoveel vakantie hebben en die denken dat ze om kwart over drie naar huis kunnen. Dat is een mythe. Om kwart over drie begint het pas."
Ik wil Zeynep weer de beurt geven, maar Amir onderbreekt me. 'Meester', zegt hij kalm. 'Ja?' Amir lacht spottend. Dan steekt hij zijn kin de lucht in, en zijn middelvinger omhoog en roept: 'Fuck you.'
"Ik ben geen grote, stoere jongen die van nature veel gezag uitstraalt. Maar ik dacht: kleine kinderen, die kan ik wel in de hand houden. Ik kan ook goed met ze overweg. Maar 25 kinderen in goede banen leiden, dat viel me tegen.
Ik probeerde krampachtig alles onder controle te houden, maar daardoor werd ik het soort docent dat ik niet wil zijn: chagrijnig, strafwerk uitdelend. Ik had een collega die het volgens mij ook niet meer zag zitten en de halve dag dwangmatig begon te zingen. Met haar viel soms nog amper een normaal gesprek te voeren. Als het op die manier moest...
Op een gegeven moment stond ik met angst in mijn lijf voor de klas. Keek ik links naar jongens die achter elkaar zaten, dan stonden ze achter me op het bord te schrijven, terwijl verderop een jongetje met een schaar liep te zwaaien. Ik durfde zelfs niet meer in de kring te gaan zitten, bang voor het gedoe."
Tijdens de rondvraag sneed juf Elsbeth van groep 4b een kwestie aan waar nog eens twintig minuten over werd gehakketakt: Van hoe laat tot hoe laat mogen jarige leerlingen de klassen rondgaan met hun traktatie voor de leerkrachten?
"Sommige docenten voelen zich miskend door de samenleving. De bureaucratie stapelt zich op: leerlingvolgsystemen, handelingsplannen, groepsplannen, de sociaal-emotionele ontwikkeling van elk kind, het moet allemaal worden bijgehouden. Natuurlijk: hoe meer je over een kind weet, hoe beter je het kunt helpen. Maar het houdt een keer op. Af en toe moet je dan gewoon stoom afblazen. Je dreigt er wel een zeurpiet van te worden en moet oppassen dat je jezelf niet als slachtoffer gaat zien. Tegelijkertijd wordt er dan tijdens een vergadering ook nog een half uur gekletst over het trakteerbeleid. Tja. Voor je het weet, ga je nóg een uur later naar huis omdat je staat te mopperen."
Op de Pabo, hoop ik, wordt mij vast geleerd hoe ik die kinderen onder de duim krijg. Maar nee. 'Orde houden', vertelt een lerares, 'daar gaan we het volgend jaar over hebben.' 'Maar wij staan nú voor de klas', sputter ik voorzichtig tegen. Net als verscheidene studiegenoten heb ik dringend behoefte aan een spoedcursus 'grip op je groep'. Alles op zijn tijd. 'Andere zaken zijn minstens zo belangrijk', zegt onze studiebegeleidster. Daarom beginnen we met kleien. 'Maak een vis', luidt de opdracht.
"Er wordt ongelooflijk veel geouwehoerd op de pabo. Je kan een vis kleien die van ellende uit elkaar dondert. Maar als je er twee A4'tjes bij schrijft waarin je stelt dat je er veel van hebt geleerd, nu anders tegen het fenomeen kleien aankijkt en zeker met de kinderen een vis gaat maken, krijg je een zeven. Een zeven!
Een begeleider van de pabo kwam langs bij een les die in chaos ontaardde. Achteraf maakte ik een powerpointpresentatie waarin we de situatie analyseerden. Kreeg ik weer een zeven. Terwijl ik het vak nog steeds niet beheerste."
Hoe heb ik ooit kunnen denken dat een leraar zich vooral bezighoudt met lesgeven?
"Nee, meester worden was geen bevlieging. Het leraarschap was geen korte verliefdheid waarvan je achteraf denkt: 'brrr..bah'. Wel ben ik heel naïef geweest. Ik had eigenlijk geen idee wat er allemaal komt kijken bij lesgeven. Ik had natuurlijk wel dagjes meegelopen met leerkrachten. Dat is nuttig, maar vooral leuk.
Ploeteren
Ik had een ouderwets beeld van een meester die goedkeurend door het lokaal loopt terwijl de leerlingen aan het werk zijn. In werkelijkheid vlogen de scharen en gummen af en toe langs m'n oren. Om kwart over drie was ik gesloopt. Terwijl je denkt: hoe moeilijk kan het zijn met zeventien leerlingen?
'Dromen, durven, doen', roepen goeroes. Maar zo werkt het niet altijd. Uiteindelijk wegen de leuke kanten van het vak niet op tegen de rest. Veel mensen zeiden: je hoeft nog maar een half jaar, maak het gewoon af. Met de nodige moeite had ik het wel kunnen redden, maar ploeteren is niet genoeg. Ook niet voor de kinderen."
'Meester Mark draait door' (Scriptum Publishers) verschijnt vandaag, 200 blz, €16,00.
Op zoek naar ervaringen
Werkt u in het onderwijs en wilt u ook een ervaring over werkdruk delen? Wilt u reageren op het verhaal? Of heeft u tips voor andere leraren? Mail naar onderwijs@trouw.nl