Hoe doe ik het als man wél goed?

null Beeld Anita Huisman
Beeld Anita Huisman

Schrijver Jan van Mersbergen ontmoette zijn vriendin in de kroeg. Hij zet kanttekeningen bij de me too-campagne. ‘Als die aantrekking er is, van twee kanten, en je doet niks, dan gebeurt er ook niks.’

Jan van Mersbergen

Afgelopen maanden domineerde de ‘me too’-campagne de media. Schrijnende, persoonlijke verhalen van vrouwen die lastiggevallen zijn, soms zelfs verkracht, daar kun je als man niks over zeggen, behalve: wat vreselijk. Dat zal ik dus als eerste zeggen: wat vreselijk.

Over kleinere, sarrige manieren van lastigvallen valt misschien wel voorzichtig iets te zeggen, door mij, als man. Die roepen vragen op over de relatie tussen mannen en vrouwen, de omgang, het spel, de aantrekking en het afstoten. Persoonlijke vragen.

Verbaal geweld

De meeste me too-verhalen die ik las, gaan over verbaal geweld jegens vrouwen. Naroepen, opmerkingen, schreeuwen. Soms handtastelijk gedrag. Vies gedrag. In een tram. Soms zelfs aanranding. In bijna alle gevallen heeft dit voor de mannelijke daders amper gevolgen. Voor de vrouwen wel. Stille gevolgen. Vandaar het delen van deze trauma’s. Dat is hard nodig. Openheid.

Mannen hebben het makkelijk. Mannen kunnen zeggen: maar ik doe dat niet, roepen naar vrouwen, fluiten, betasten, allerlei ongewenst gedrag. Ik niet. Iedere man kan dat zeggen en er een hashtag van maken, of een filmpje maken waarin de man-vrouwrollen worden omgedraaid. Goed bedoeld, maar erg makkelijk.

Wat doe ik wél?

Een man kan zich ook afvragen: maar wat doe ik wél? Hoe maak ik contact? Wat is een leuk gesprek en wat is een dwingend en vervelend gesprek? Waar ligt die grens? Hoe fragiel is die grens? Moet ik bang zijn om contact te maken of een gesprek aan te gaan?

Ooit stapte ik in de metro op Amsterdam Centraal, ik ging zitten en bleek precies tegenover het meisje te zitten dat ook in de trein tegenover me zat. Toeval, wilde ik zeggen. Nou zeg, wat toevallig. Maar niet voor haar. Ze schreeuwde dat ze gevolgd werd en riep dat ik weg moest gaan. Oprotten.

Dader door het toeval

Dat deed ik. Ik had niet eens de kans iets te zeggen. Ik was een dader door het toeval en door haar angst, en in die angst had zij gelijk.

Ik wilde iets zeggen, maar zelfs niks zeggen kan al te ver gaan. Een paar woordjes maken het alleen maar erger, dus ik zei niks. Kan een blik te ver gaan? Is alleen ergens zijn bedreigend? Blijkbaar wel.

Wat doet in zo’n geval ‘ik niet’? Want het was: ik ook. En voor haar is het nu waarschijnlijk nog steeds: me too. Speel ik door dit voorbeeld een rol als dader?

Open gesprek

Een voorbeeld heel dichtbij: hoe ik mijn vriendin heb leren kennen. Hoe kwamen wij bij elkaar? Dat was in een kroeg. Er was een gesprek en dat was voor mij een open gesprek, gezellig, los, maar was dat voor haar ook een open gezellig los gesprek of dacht zij de hele tijd: ik moet die gast van me af zien te houden?

Toen ik, en ik weet het nog goed, net even iets dichter bij haar ging staan, raakte mijn knie haar bovenbeen. Ging dat te ver? Was dat een gok? Hoe las ik die situatie? Kon dit wel? Als mijn knie haar bovenbeen niet aangeraakt had, was onze zoon er dan geweest?

Toen ik zei dat ik wel met haar mee naar huis zou lopen, eerst een stukje die kant op, dan zien we wel verder, was dat dwingend en vervelend? Volgens mij niet. En stemde zij toe uit angst of wilde ze dat echt? Liepen we door die nacht met hetzelfde idee in ons hoofd?

De grens

De grens tussen contact maken en dat contact een vervolg geven, laten groeien, ligt op zo’n moment heel gevoelig. Elk woord en elke aanraking kunnen bijdragen aan iets wat tussen twee mensen ontstaat, een verkeerd woord en verkeerde aanraking slaan alles dood. Hoe moeilijk is die grens?

Die avond was er geen dwang, maar dat kan ik alleen zeggen vanuit mijn gezichtspunt. Bij haar zit er misschien een ander verhaal achter. Angst? Heeft ze vaker zo’n gesprek gehad, ging het ooit mis? Heeft ze vaker zo’n knie gevoeld?

Die verhalen waren er toen niet, in dat café, die komen later. Die komen nu, als ik haar thuis op de bank vraag: “Heb jij ook een me too-verhaal?” Daarover praten is ook iets opbouwen.

Te verlegen

Ik weet in elk geval - en dan schuif ik langzaam naar het roepen en fluiten toe - dat mannen een zekerheid hebben: als je niets zegt, als je te verlegen bent, als je niet het gesprek stuurt en actie onderneemt, sta je altijd alleen en vind je nooit een vrouw. Ergens moet je de stap zetten. Niet vanuit een lust die zo groot is dat dwang kan volgen, maar vanuit aantrekkingskracht. De grens blijft belangrijk, anders word ik de verdediger van mannen die denken alle stappen te mogen zetten. Contact maken is moeilijk. Contact gaat om gelijkwaardigheid. Praten, gelijkwaardig. Knie en bovenbeen, gelijkwaardig.

Als die aantrekking er is, van twee kanten, en je doet niks, dan gebeurt er ook niks. Veel vrouwen, aan de andere kant, zijn goed geschoold in het verbergen van aantrekking. Ze laten dat niet zien. Dat zou verkeerde signalen kunnen oproepen. Dat is te kwetsbaar. ‘Me too’ is nu openbaar maar al erg lang bekend, vooral als angst. Ontloop die situaties.

Niet terugkijken

Ik leer het mijn dochter van tien. Niet terugkijken, niet reageren, niks zeggen. Terwijl ik eigenlijk graag wil dat zij zich de komende jaren zonder zorgen ontwikkelt tot puber en tot vrouw, met alles wat daarbij komt kijken. Dat is al genoeg, ook zonder die aangeleerde angst.

Daar komt nog bij, en dat maakt het ingewikkeld, dat een man die enkel lief en gedwee meepraat, die geen actie onderneemt, die zijn aantrekking niet laat zien, erg afstotend is. Die man wordt door vrouwen genegeerd. Die staat alleen.

Vraag vrouwen wat ze aantrekkelijk vinden in een man en ze zullen zelden dominantie of dwang noemen, maar wel: zelfvertrouwen, beheersing, kracht, humor, allerlei factoren die in een gesprek juist erg dwingend kunnen zijn. Ook beheersing.

Grondslag van elk contact

Dat aantrekken en afstoten, dat spel tussen mannen die willen en weten dat ze iets moeten doen en vrouwen die ook willen maar dat niet mogen laten merken, dat spel is de grondslag van elk contact, van elke relatie, van ieder kind geboren uit een relatie. Van ieder mens. En zonder direct de schuld bij de een of de ander te leggen, denk ik dat het spel tussen mannen en vrouwen veel meer kanten heeft dan de me too-campagne doet vermoeden.

De persoonlijke vragen die mij bezighouden zijn veelkoppig omdat aantrekking en gevoel de bepalende en ook verbindende factoren zijn. En angst is de wig daartussen-in.

Begin november vertelde de Britse feministisch schrijfster Fay Weldon in een interview dat ze het metoo-gebeuren hoofdschuddend bekijkt. ‘Bij #metoo zien we dat vrouwen mannen gaan aanklagen voor wat uiteindelijk biologie is.’

Spel van aantrekking

Biologie. Een mooi helder standpunt dat ik zelf nooit zo zou kunnen geven, want dan zijn de reacties voorspelbaar; dan ben ik de man die vrouwen in een hoek duwt, zo van: jullie moeten niet zeuren. Weldon kan zoiets zeggen en raakt een gevoelige snaar die gaat over het spel van aantrekking, de eerste stap en het opbouwen van relaties en over winnen en verliezen. Over biologie.

Toen actrice en schrijfster Marian Mudder laatst puffend tegen een brug opfietste, werd ze nageroepen: “Wil je een zetje?” Ze zei: Ja graag, en ze werd door een man de brug opgeholpen.

‘Laten we niet vergeten hoe ontzettend leuk heel veel mannen zijn’, schreef Mudder op haar facebookpagina. Ik kan weinig zeggen over hoe leuk mannen zijn, in z’n algemeenheid. Ik kan alleen zeggen dat contact maken het allerbelangrijkste is. Als daar angst tussen komt, wordt die niet door een hashtag opgelost, die angst wordt alleen opgelost door contact te maken, door de aantrekkingskracht die ons leven is.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden