Hoe de overheid lokale politici traint om te gaan met bedreigingen
Lokale politici worden vaker bedreigd. Op kosten van de overheid krijgen ze weerbaarheidstrainingen.
Hij zou niet graag met ze van baan ruilen. “Het zijn dappere mensen”, zegt agressietrainer Harry Hittema over Nederlandse burgemeesters en de bedreigingen waar ze mee te maken hebben. Een uitgebrande auto is al helemaal niet raar meer en sommigen hebben volgens Hittema permanent beveiliging om zich heen.
Zo’n 140 burgemeesters heeft hij inmiddels lesgegeven in weerbaarheid, in opdracht van het ministerie van binnenlandse zaken en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters. Dat weerbaarheidsprogramma is deze week fors uitgebreid met extra geld en een kenniscentrum onder de noemer Netwerk Weerbaar Bestuur. Ook raadsleden en wethouders krijgen de training nu aangeboden.
Belangrijk, zegt het samenwerkingsverband, want geweld en agressie tegen politici nemen toe. Onderzoek dat binnenkort verschijnt laat zien dat ‘politieke ambtsdragers’ daar vorig jaar vaker slachtoffer van waren dan in 2015, aldus een woordvoerder van het ministerie. Ongeveer een kwart van de burgemeesters is bedreigd, publiceerde onderzoeksbureau Pro Facto vorig najaar.
Vilein instrument
Volgens Hittema komt die dreiging in twee smaken: als pure uiting van boosheid, óf als instrument om iets gedaan te krijgen. “Bij het eerste geval moet je denken aan iemand die op straat staat te schreeuwen omdat hij geen vergunning mocht voor de schuur om zijn motor in de stallen. Dat schreeuwen is dan vooral omdat het even oplucht.”
Agressie als instrument is veel vileiner. “Bij één van de burgemeesters die ik hielp werd op een middag aangebeld. Stond een onbekende man met zijn dochtertje aan de hand, die had-ie gewoon van haar school opgehaald en bij hem thuisgebracht. ‘Vandaag komt ze veilig thuis, maar dat kan zomaar veranderen als ik nog verder tegengewerkt word’, was de boodschap.”
In een ander geval kreeg een burgemeester telefoon van zijn dochter, die een eigen horecazaak had. “Pap, er staat hier een groep van veertig man die willen dat je naar mijn zaak komt om met ze te praten.” Ze waren boos omdat die burgemeester van plan was coffeeshops te sluiten. Zij hadden er belang bij dat die open bleven.
Hittema geeft deze mensen geen bokstraining, of karatelessen. “Ik wil dat ze op zo’n moment door hebben wat er in ze omgaat. Dat ze eerst rustig worden voor ze handelen, omdat ze anders op emotie gaan varen. Rationeel blijven is het beste, anders roep je strijd op waar die ander dan nóg harder op reageert.” Dat kan bijvoorbeeld door te waken voor een hoge en oppervlakkige ademhaling. En voor niet-helpende-gedachtes zoals ‘als-ie me maar niet in elkaar slaat’. “Dat alles gebeurt in seconden hoor. Zodra je wat rustiger bent in je hoofd moet je de bedreiging gewoon benoemen, én wat het met je doet. Heel simpel: ‘Ik zie dit als een bedreiging en dat vind ik niet prettig. En als je dit niet terugneemt, ga ik hier aangifte van doen’. Laat de keus aan de bedreiger.”
Bouke Arends (51) wethouder gemeente Emmen: 'Ik kijk vaker om me heen als ik op straat loop'
Het was de eerste bedreiging in zijn politieke loopbaan, maar direct één van de zwaarste soort. Het begon toen toenmalig locoburgemeester Bouke Arends op 13 januari vorig jaar een clubhuis van motorclub No Surrender liet sluiten in zijn woonplaats Emmen. Reden: drugshandel.
Tekst loopt door onder de afbeelding
“Het ging die dag van de politie-inval eigenlijk vlekkeloos. Tot het Openbaar Ministerie me twee maanden later te kennen gaf dat ik direct moest onderduiken. Een doodsbedreiging, die verband hield met de sluiting van dat clubhuis.”
Zo zat hij aanvankelijk drie nachten in een hotel ergens in Nederland. Maar de dreiging bleek zo groot dat het OM hem aanraadde naar Schotland te vluchten. Daar zat hij dan, samen met zijn vrouw. Na drie weken belde het OM weer: de dreiging was kennelijk weggenomen.
Zijn gezin heeft het een plekje gegeven, maar het hele gebeuren heeft wél zijn onbevangenheid weggenomen, zegt hij nu. “Ik ben alerter geworden, en ik kijk vaker om me heen als ik op straat loop.”
Lees ook: Wie richtte zijn pistool op de burgemeester van Voerendaal?