Hoe de historie van het grootseminarie in Haaren is verweven met Trouw

Het grootseminarie in Haaren, kort voor het einde van de oorlog. De Duitsers gebruikten het als gijzelaarskamp. Er zaten ook veel verspreiders van het illegale Trouw. Beeld RV
Het grootseminarie in Haaren, kort voor het einde van de oorlog. De Duitsers gebruikten het als gijzelaarskamp. Er zaten ook veel verspreiders van het illegale Trouw.Beeld RV

Met een nieuw boek over Kamp Haaren geeft historicus Peter Bak onder meer nadere invulling aan de geschiedenis van Trouw in de oorlogsjaren.

Peter Bootsma

De Duitse bezetters hielden er gijzelaars vast, om het verzet af te schrikken. Er werden opgepakte joodse burgers, verzetsmensen en onderduikers gevangen gehouden.

Het grootseminarie in het Brabantse Haaren is bovendien nauw verbonden met de oorsprong en geschiedenis van deze krant. Zo zaten er tientallen verspreiders en drukkers van het illegale Trouw in oorlogstijd vast.

Historicus Peter Bak onderzocht de historie van het grootseminarie tussen 1941 en 1944. Het resultaat, een gedetailleerde, maar toegankelijke geschiedenis over deze drie jaren getiteld 'Een oord van bang wachten', verschijnt op 26 mei. De auteur zat letterlijk dicht op de huid van de historie: de ruimte waar hij het archief bestudeerde, zoals de Gedenkplaats Haaren dat in de loop van de tijd bijeen heeft gebracht, was in de oorlog de verhoorkamer waar tientallen gevangenen zijn mishandeld. Bak: 'Trouw-verspreider Piet van Gils verloor er twee kiezen.'

Op de vlucht

Op 14 december 1942 werd hier Wim Speelman binnengebracht, tot dan de hoofdverspreider van Vrij Nederland. Zestien dagen later wist hij uit zijn cel te ontsnappen en, hoewel flink gewond, op sokken naar Den Bosch te lopen. Bak kon ter plekke nog goed reconstrueren wat Speelmans vluchtroute geweest moet zijn: de klauterpartij uit de cel op de tweede verdieping, de diepe val op zijn rug, het passeren van beide prikkeldraadomheiningen en het oversteken van het dammetje in de gracht, dat inmiddels is verdwenen.

In Haaren kwam Wim Speelman tot het inzicht dat er een nieuw verzetsblad nodig was, op christelijke grondslag. Dat gebeurde precies een maand na zijn ontsnapping, op 30 januari 1943. Toen werd ten huize van Gezina van der Molen in Aerdenhout Trouw opgericht, in aanwezigheid van onder andere de eerste naoorlogse hoofdredacteur Bruins Slot. Wim Speelman werd ook van die krant de belangrijkste verspreider, maar maakte de bevrijding niet meer mee: nadat hij opnieuw was gearresteerd, werd hij op 17 februari 1945 bij Halfweg door de Duitsers geëxecuteerd. Hij is na de oorlog herbegraven op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal.

Mild regime

In het boek schetst Bak dat de verspreiders van Trouw het in Haaren relatief goed hadden, net als verreweg de meeste andere gevangen daar: het regime in Haaren gold als relatief mild. Trouw-verspreider Arthur Martens schreef in een brief naar huis dat het wel een pension leek: de wasbaas en bibliothecaris meldden zich wekelijks aan de deur; eten was er te over, ook omdat families dat mochten opsturen; en driemaal daags kwamen bewakers een vuurtje aanbieden voor de rokers. 'Ja, het is hier een reuzebediening', schreef Martens opgewekt. Hij zou later om het leven komen als een van de '23 van Trouw', de 23 verspreiders die op 10 en 11 augustus 1944 werden gefusilleerd in Kamp Vught.

Binnen de SD stond Haaren als 'Sanatorium' bekend, volgens Bak een bedrieglijke term: als een donderslag bij heldere hemel konden er ook ineens gevangenen geëxecuteerd worden. Zo werden op 26 mei 1944 veertien mensen ineens geëxecuteerd in de Loonse en Drunense Duinen, vermoedelijk als afschrikmiddel: het was kort voor D-day, de geallieerde invasie.

Mogelijk is dat milde regime ook een reden dat Haaren als Polizeigefängnis nooit de status heeft bereikt van Scheveningen (het 'Oranjehotel'), Vught (het enige concentratiekamp van de SS buiten nazi-Duitsland) en Amersfoort (dat bekendheid kreeg door commandant Joseph Kotälla, bekend als een van de 'Drie van Breda'). Als gijzelaarskamp staat het voormalige grootseminarie in de schaduw van Sint-Michielsgestel, waar bijvoorbeeld de eerste naoorlogse premier Willem Schermerhorn geïnterneerd was. In Haaren zat Jan de Quay - voorman van de Nederlandse Unie - die in 1959 premier werd, maar bijvoorbeeld ook cabaretier Lou 'Zoek de zon op' Bandy - die zich er overigens rebels gedroeg en een scherp stukje blik inslikte om er weg te komen.

Ultimatum

Bak gaat uitvoerig in op wat in de Trouw-geschiedenis 'het ultimatum' is gaan heten: in ruil voor het stoppen met Trouw zouden de levens van 23 verspreiders worden gespaard. Het boek bevat daarover geen schokkende nieuwe feiten, maar biedt wel een completer beeld van wat zich destijds afspeelde.

Die geschiedenis begint op 27 september 1943, toen een achterneef van Wim Speelman in Haaren werd binnengebracht, Eik Speelman. Hij kon in Utrecht gearresteerd worden door een combinatie van onachtzaamheid en het doorslaan bij verhoor van Trouw-verspreiders. In Haaren was de SD'er Erich Gottschalk belast met het oprollen van de verspreidersorganisatie van de krant. Kort na zijn arrestatie legde hij aan Eik Speelman en anderen de hele organisatie van het verspreidingsapparaat op papier voor, met schuilnamen van de verspreiders en al. Eik vond dat ontkennen toen geen zin meer had. Al in oktober 1943 kwam zijn halfbroer Piet naar Haaren toe, vermoedelijk om linksom of rechtsom zijn broer vrij te krijgen. Piet moest zelf niets hebben van het verzet en rekende het Eik aan dat die in de nesten zat.

Toen Piet in juni 1944 opnieuw naar Haaren kwam, was de situatie echter ingrijpend veranderd: na een arrestatiegolf zaten daar toen inmiddels veel meer Trouw-verspreiders vast. Gottschalk stuurde Piet er op uit met een voorstel aan Wim: als Trouw zou stoppen, zouden de levens van de gevangen Trouw-verspreiders worden gespaard. Wat zich destijds heeft afgespeeld is nog steeds niet geheel opgehelderd - en mogelijk zal dat ook nooit gebeuren, bij gebrek aan bronnen.

Bak heeft ook nu niet precies kunnen vaststellen wat Piet Speelman gedaan heeft; wel maakt hij aannemelijk dat deze zijn achterneef Wim erover gepolst heeft. Het is echter niet waarschijnlijk dat Piet Wim rechtstreeks is gaan opzoeken, gezien hun diametraal verschillende opvatting over het verzet. Wims antwoord stond bij voorbaat vast: stoppen met de krant was ondenkbaar.

Eik werd in Haaren vastgehouden uit de buurt van de verspreiders. Hij was bij zijn arrestatie gewond geraakt aan zijn voet en moest daaraan behandeld worden. Dat gaf hem de gelegenheid om een verstandhouding met Gottschalk op te bouwen. Hij werd eind juni of begin juli 1944 vrijgelaten met - opnieuw - het voorstel van Gottschalk: de verspreiders zouden niet worden berecht als Trouw zou stoppen.

Compromisloos

Bak schetst het klassieke beeld van koopman Eik (hij was graanhandelaar) tegenover (zoon van een) dominee Wim: Wim stelde zich compromisloos op tegenover de bezetter, Eik vond Gottschalk een schappelijke man waar wel zaken mee te doen viel. Dat werkte door in de manier waarop ze elk voor het laatst Haaren verlieten: Wim, die er's nachts uit zijn cel ontsnapte, tegenover Eik voor wie de voordeur werd opengehouden.

Net als zijn halfbroer Piet lukte het Eik niet om direct met achterneef Wim in contact te komen: dat Eik het op een akkoordje had gegooid met Gottschalk was bekend geworden bij de verspreiders en sindsdien werd Eik nadrukkelijk gemeden. Hij sprak ook na zijn vrijlating nog af met Gottschalk maar kon slechts het gebrek aan voortgang melden. Uiteindelijk lukte het hem toch om het 'ultimatum' over te brengen aan Gerrit Morsink, Trouw-verspreider in Drenthe. Geheel los daarvan probeerden families van de verspreiders ook druk uit te (laten) oefenen op Wim Speelman om een door hun advocaat opgestelde verklaring te ondertekenen dat de krant zou stoppen. Op die manier hoopten ze hun dierbaren vrij te krijgen. Nog in 2004 lieten nabestaanden van de verspreiders in deze krant weten dat op het 'ultimatum' had moeten worden ingegaan: zij meenden dat de krant bijvoorbeeld wel onder een andere naam had kunnen worden voortgezet.

Zo kwam de vergadering van 9 augustus 1944 tot stand, toen aan het Amsterdamse Valeriusplein de Trouw-top - verspreiders en redactie - samenkwamen. Het werd een zeer bewogen vergadering, omdat de deelnemers in de veronderstelling waren dat zij beslisten over het lot van hun gevangen collega's, 'de 23 van Trouw'. In 1994 schreef toenmalig hoofdredacteur Jan Greven dat dat element misschien nog wel het zwaarste woog: allen moesten met die gedachte leren leven, omdat pas veel later bleek dat er geen echt ultimatum was.

Al meteen na de vergadering konden de deelnemers eraan namelijk in de avondkranten lezen dat de doodvonnissen waren voltrokken. In werkelijkheid gebeurde dat die avond en de volgende avond in Vught, waar de '23 van Trouw' vanuit Haaren naar waren overgebracht en door een standgerecht ter dood waren veroordeeld. 'Zelfs als bijvoorbeeld Bruins Slot namens Wim Speelman had getekend en - bij wijze van spreken - vanuit die vergadering halsoverkop naar Vught was gegaan, had dat hun levens niet meer kunnen redden', meent Bak.

Gottschalk had over hun lot niets meer te zeggen zodra ze Haaren eind juli 1944 hadden verlaten. Hij werd na de oorlog tot acht jaar celstraf veroordeeld, om in 1953 op het vliegtuig naar Berlijn te worden gezet. Daarna ontbreekt ieder spoor van hem. Eik Speelman bleef door de Trouw-groep als uitgestotene behandeld worden. Hij kwam bijvoorbeeld jaarlijks via familie van zijn vrouw op een verjaardag een van de verspreiders tegen, Mies ten Bruggencate-Bruijnen. Haar verloofde Jan Penning was een van de '23 van Trouw'. Bak sprak in 1992 zowel met haar als met Eik Speelman, en vernam dat zij altijd zorgde in een andere hoek van de kamer te zitten, zodat ze niet met elkaar hoefden te praten.

Zondebok

Toen, in 1992, wist Bak niet goed wat hij van Eik Speelman moest denken. Had hij de zaak verraden? Of was hij een goedgelovige loopjongen van de SD geweest? Na het onderzoek voor zijn nieuwe boek houdt hij het erop dat Eik vooral een zondebok was: 'Er zijn hem arrestaties in de schoenen geschoven die in werkelijkheid niet zijn schuld waren'. In het boek noemt Bak het voorbeeld van het Trouw-hoofdkwartier aan de Ruysdaelstraat in Amsterdam. Verspreider Wiet Dijkman was herhaaldelijk gemaand die plek te verlaten omdat te veel mensen er weet van hadden. Dat gebeurde echter niet, en in december 1943 sloeg de SD daar zijn grootste slag onder de verspreiders.

In september 1944 verlieten de Duitsers het gijzelaarskamp in Haaren halsoverkop. Korte tijd later namen de geallieerden er hun intrek. Na de oorlog nam het grootseminarie weer zijn intrek in het gebouw alsof er niets gebeurd was, tot het in 1967 als gevolg van de ontkerkelijking die functie verloor. Er werd een zorginstelling voor verstandelijk gehandicapte kinderen in het pand gevestigd, die er bleef tot 2012.

Intussen was in 2000 de Gedenkplaats Haaren opgericht, die de beschikking kreeg over een deel van het gebouw. De verhoorkamer werd archiefruimte, waar nabestaanden de naam van hun dierbare kunnen opzoeken in het inschrijfboek.

De geschiedenis van de Gedenkplaats Haaren is er sindsdien een van moeizaamheid. Het gebouw is beperkt te bezoeken voor belangstellenden: jaarlijks is er een open dag, en daarnaast kan het in de zomer dankzij vele vrijwilligers op zondag worden opengesteld. De toekomst van de Gedenkplaats is echter uiterst ongewis. De gemeente Haaren overweegt af te zien van haar vetorecht voor de functie van het complex. Een vastgoedontwikkelaar heeft al belangstelling getoond voor het gebouw, maar wat er dan overblijft van de functie om het toegankelijk te houden voor belangstellenden voor deze oorlogsgeschiedenis? Bak vreest het ergste, en hoopt dat dit oord van bang wachten kan worden toegevoegd aan het rijtje van de bekende oorlogslocaties in Nederland.

Peter Bak en Trouw

Peter Bak (1963) schreef eerder over Trouw. Bij het 50-jarig bestaan in 1993 verscheen 'Harde koppen, rechte lijnen' over de lokale en regionale edities van Trouw in oorlogstijd. In 1999 promoveerde hij op 'Trouw en Bruins Slot' over de eerste 25 jaar van de krant en haar eerste naoorlogse hoofdredacteur. In voorbereiding is een boek over 'De 23 van Trouw'.

null Beeld rv
Beeld rv

Peter Bak, 'Een oord van bang wachten'.
Uitgever Zuidelijk Historisch Contact, 352 pag, 35 euro.
Het boek wordt gepresenteerd op zaterdag 26 mei tijdens een symposium vanaf 9.30 uur bij de Gedenkplaats Haaren, Raamse Akkers 15.

Aanmelding via www.erfgoedbrabant.nl Aansluitend vindt daar vanaf 13.30 uur de herdenking plaats.

Lees ook: Trouw-biograaf Bootsma zag de krant tot volle wasdom komen

Verre van vanzelfsprekend is het dat Trouw de 75 heeft gehaald, vindt Peter Bootsma. In ‘Trouw, 75 jaar tegen de stroom in’ beschrijft hij hoe de krant veranderde en laat hij zien wie Trouw is.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden