Vluchtelingen
Hoe de Ghadbans zich nestelen in Sassenheim
Fotografe Inge van Mill volgde de Syrische familie Ghadban anderhalf jaar lang intensief: vanaf het tweede gesprek bij de IND tot en met de integratie in Sassenheim, waar ze een huis toegewezen kreeg. Het resulteerde in een intieme serie over kennismaking van de Ghadbans met Nederland.
Anjy! Anjy!", roepen Abadi (3) en Mahmoud (6). De broertjes springen enthousiast op en neer bij het raam bij de deur. Door een kiertje kijken ze hoe de fotografe haar auto parkeert. Als ze binnenkomt, storten ze zich op haar.
Vanuit de woonkamer van het huurhuis ziet hun vader Aiman Ghadban (39) het lachend aan. Het huis is eenvoudig ingericht. Aan de muur hangt een foto die Van Mill van de familie heeft gemaakt. Aimans vrouw Amneh (29) komt binnen met zelfgebakken cake met pistachenoten. "Anjy is als familie voor ons", zegt ze in gebrekkig Nederlands.
Anjy is een Arabische verbastering van haar naam vertelt Inge van Mill (40) als ze zit. "Dat is zo ontstaan", vertelt ze en pakt een paar pakketjes uit haar rugtas. "Ik heb foto's meegenomen." Abadi rent opgewonden op en neer door de kamer. Mahmoud gaat er met een van de pakketjes vandoor en begint de foto's op de grond uit te spreiden. Hun zus Laian (8) bekijkt ze rustig in een hoekje. Af en toe komt ze erbij zitten en helpt een zinnetje te vertalen.
Inge kent de familie sinds november 2014. Ze fotografeerde haar voor het eerst toen ze het tweede asielgesprek had gehad met de IND in Zevenaar.
Tekst loopt door onder afbeelding.
Hun contact hield destijds nog weinig in, zegt Van Mill. De Ghadbans gaven toestemming voor de foto, maar dat was het wel. Toch voelde de fotografe wel meteen iets bij hen, vertelt ze. "Ik zag Aiman volop met zijn zoontje spelen, terwijl de andere mensen in de wachtruimte er gelaten bij zaten. De warmte raakte mij." Voor de familie was dat toen nog anders. "We waren vooral moe", herinnert Amneh zich.
Het gezin is soennitisch en komt uit Al Tal, Syrië. Aiman werkte daar als chef-kok. Het verhaal zoals ze dat aan de IND en Van Mill hebben verteld: toen de burgeroorlog uitbrak, raakte het gezin klem tussen het Syrische leger en rebellen. Amnehs vader werd opgepakt door het Syrische leger en Aimans zwager gedood door de troepen van Assad. Toen de rebellen Aiman dwongen zich bij hen aan te sluiten, weigerde hij en werd hij een doelwit. In september 2012 vluchtte het gezin via de bergen.
Ze bleven anderhalf jaar in Libië, maar ook daar was het onveilig. Het restaurant waar Aiman werkte, werd beschoten en de rest van het gezin durfde het huis niet te verlaten. Na anderhalf jaar besloten ze naar Europa te gaan. In Egypte namen ze het vliegtuig.
Dat ze naar Nederland zouden gaan, wisten ze nog niet. Zweden en Duitsland waren ook een optie. Maar de eerste vlucht in Griekenland was naar Schiphol, dus die namen ze. "We waren heel bang", vertelt Aiman. "We spreken geen Engels. Pas toen het vliegtuig in de lucht was..." Hij slaakt een diepe zucht. "Weg."
Ineens steekt Aiman zijn vinger op. "Pauze?", zegt hij met een vragende blik. Van Mill schiet in de lach. "Heb je dat bij je cursus geleerd?"
Tekst loopt door onder afbeelding.
Aiman loopt naar de gang en gaat op de wc met de deur open een sigaret roken. Dat roken heeft Van Mill ook in haar serie vastgelegd. "Dat is zijn rustmoment", verklaart de fotografe, die Mahmoud voorleest. Laian zit aan tafel een brief te schrijven aan Van Mill. Ze tekent hartjes aan het einde van elke regel.
Het gezin verbleef in vier verschillende azc's. Hun ogen staan moe als ze eraan terugdenken. Aan één kant was er eindelijk rust en veiligheid. Maar ook: onzekerheid en verveling.
Voor Aiman was het wachten op een antwoord van de IND erg stressvol, vertelt hij. Hij ging telkens de opties af. Wat als ze niet zouden worden toegelaten? Toch naar Zweden? Duitsland? Zijn vrouw was juist heel gelaten. "Ik was gewoon zo moe. Ik maakte weinig contact met mensen in die tijd. Ik wilde alleen maar rust." Ze vond het zwaar om tweeënhalf jaar geen eigen plek te hebben. "Ver lopen naar de toilet. Met drie kinderen", legt ze uit. "We sliepen bijna niet 's nachts vanwege al het geluid. En iedereen liep binnen. Telkens hoofddoek op en af."
Haar zoontjes leden er gelukkig weinig onder, denkt Amneh. Voor Laian was het soms wel moeilijk, vertelt haar moeder. "Ze had veel geweld en bloed gezien in Syrië. Ze was stil."
Tekst loopt door onder afbeelding.
Vertrouwensband
De dag van het goede nieuws begon als alle andere. Amneh ging zoals iedere dag om acht uur 's morgens bij het Coa-bureau langs om te kijken of er post was. "Ik sliep", zegt Aiman en doet na of hij slaapt. "En ineens stond ze bij mijn matras." Hij zet een verschrikt gezicht op. "Aiman! Aiman! we mogen blijven! Die avond heb ik een groots feestmaal gekookt", vertelt hij met een brede glimlach.
Intussen had Van Mill de tweede prijs van de Zilveren Camera - in de categorie documentair - gewonnen met een foto van de Ghadbans bij de bus. "Ik wilde graag weten wat hun verhaal was." Via het Coa spoorde ze hen op.
Die eerste ontmoetingen liepen wat stroef, vertelt de fotografe. "Je weet niet echt waar te beginnen. Ik heb uitgelegd dat ik hen wilde volgen tijdens de procedure en hun integratie. Ik wist zelf ook niet of het wel iets zou worden. Je wilt zoiets niet afdwingen."
De familie wist evenmin wat ervan te denken. Maar Van Mill bleef terugkomen en ze begonnen haar steeds aardiger te vinden. Ze bleef whatsappjes sturen waarin ze vroeg hoe het ging. "Elke keer als ik kwam nam ik foto's mee van de vorige keer. En een keer speelgoed voor de kinderen."
Zo groeide er langzamerhand een vertrouwensband. "Het maakt niet uit dat je elkaars taal niet spreekt", zegt Van Mill. "Met sommige mensen kun je nu eenmaal lezen en schrijven." Heel dichtbij komen is geen belemmering voor haar werk. "Ik kan pas echt met mensen werken als ik hen vertrouw en zij mij. De familie laat mij binnen."
Tekst loopt door onder afbeelding.
"Anjy is mooie vrouw", zegt ook Amneh. Ze lijkt 'goed' of 'oprecht' te bedoelen. "Ze is er altijd voor ons."
De fotografe legde de verhuizing naar het gezin naar hun huurhuis in Sassenheim vast. Ze nam ze mee voor een dagje naar het strand, ging met de kinderen naar het zwembad.
Nu helpt ze hen bij een conflict met het taalcursusbureau, waardoor het echtpaar bang is het inburgeringsexamen niet te halen. Van Mill is met ze naar het juridisch loket gegaan en helpt hen met brieven aan het ministerie om de situatie uit te leggen.
Of het gezin zich wel eens vijandig bejegend voelt? Hij heeft een enkele keer vragen gehad, zegt Aiman, waarom ze hierheen moesten en zo snel een huis kregen. Hij denkt even na. Nederlanders kennen de situatie in Syrië alleen via het 'Journaal', zegt hij dan. Ze weten dat er oorlog is, maar ze snappen het niet. "Niet echt". Hij pakt zijn telefoon en laat een heftig filmpje zien. Een man wordt zwaar mishandeld. Het is Aimans zwager, die werd gedood door het Syrische leger. Aiman heeft het geluid uitgezet zodat zijn kinderen het niet meekrijgen.
Het stel herhaalt telkens weer hoe blij het is dat ze hier wonen en hoe goed het is wat ze allemaal krijgen. Een buurman, een taalcoach van de bibliotheek, een vrouw van Vluchtelingenwerk; allemaal komen ze iedere week langs om taalles te geven. "Zij zijn zó goed", merkt Aiman op.
Tekst loopt door onder afbeelding.
Aanpassen
Toch is aanpassen niet gemakkelijk. Laian kijkt veel Arabisch nieuws via Facebook, vertelt ze. "De helft van de tijd hier denk ik aan Syrië." Haar moeder mist de makkelijke manier van contact maken in eigen land en vindt het lastig dat mannen hier haar een hand willen geven. Aiman mist vooral zijn werk.
"In Syrië was ik hier", zegt hij en houdt zijn hand hoog boven zijn hoofd. Een chef-kok die werkte in vier verschillende restaurants. "We waren rijk. Ik betaalde voor mijn gezin. Ik hielp anderen. Nu ben ik hier." Hij houdt zijn hand onder de tafel. "Syriërs willen geen uitkering. We willen werken. Maar die taal", verzucht hij. Van Mill knikt begrijpend.
Abadi zit op en neer te wiegen in een schommelstoel en zingt hakkelig 'Ik zag twee beren broodjes smeren'. Mahmoud vertelt dat hij graag het 'sinterklaasjournaal' kijkt, ook al gelooft hij niet. Zijn vader kijkt trots. "Goed Nederlands hè?" Maar, geeft hij ook meteen toe: "Als zij Nederlands praten voel ik me wel eens alleen."
Over de toekomst praten is lastig. Natuurlijk willen ze terug. Als Assad weg is en het meer dan een jaar lang veilig is. Aiman vraagt zich af of het snel zal gebeuren. Misschien, als de kinderen hier opgroeien, ze allemaal Nederlands spreken en hij weer kan gaan werken, wil hij niet meer weg. "Misschien", oppert zijn vrouw.
Eén ding is zeker: ze houden contact met Van Mill, vertellen ze. Dat is wederzijds. "Als ze teruggaan zoek ik ze daar op", zegt de fotografe vastberaden.