Column
Hoe D66 met haar donordwang de Grondwet schendt
D66 is niet met de Sovjet-Unie te vergelijken. Maar Patrick van Schie van de TeldersStichting moest wel even denken aan de grondwet van Stalin, waarin verschillende vrijheden vermeld stonden die in de praktijk een dode letter waren.
Gewetensvrijheid, vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van vergadering en vrijheid van betoging. Plus onschendbaarheid van ieders persoon, zijn huis en zijn correspondentie. Het lag allemaal prachtig vast in de Grondwet die Stalin tachtig jaar geleden voor de Sovjet-Unie afkondigde. Weliswaar wat achteraan, pas in deel X, maar op de artikelen zelf (art. 124, 125, 127 en 128) viel niets aan te merken.
Op de praktijk natuurlijk des te meer. Niet de Grondwet was in de Sovjet-Unie immers bepalend, maar de politiek. Of exacter gezegd: de top van de Communistische Partij, in de persoon van secretaris-generaal Jozef Stalin. Vóór 1936 was de Sovjet-Unie reeds een terreurstaat, zo was zij door Lenin bedoeld en ingericht; vanaf 1936 intensiveerde Stalin deze terreur en maakte hij naast gewone burgers ook leden van de Communistische Partij volstrekt rechteloos. Gelijk met de afkondiging van de nieuwe grondwet brak de periode aan van de Grote Terreur.
Het voorbeeld ging door mij heen toen ik het antwoord las dat Joost Sneller van het wetenschappelijk bureau van D66 had geschreven op mijn column 'Orgaandonatieplan D66 blijft fundamenteel anti-liberaal'. Niet natuurlijk omdat D66 met de Sovjet-Unie te vergelijken zou zijn, zó collectivistisch is de partij van Pechtold nou ook weer niet. Maar wel door Snellers sterke relativering van klassieke burgerrechten in onze Grondwet. Artikel 11 van onze Grondwet mag dan wel spreken over de onaantastbaarheid van het lichaam, schrijft Sneller, maar wie zich daarop beroept vergeet de 'belangrijke bepaling' dat dit slechts geldt 'behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen'.
Tekst loopt door onder afbeelding.
De kern van het grondrecht
Die toevoeging staat er inderdaad, maar natuurlijk niet om daarmee de kern van het grondrecht onderuit te halen. Het betekent bijvoorbeeld dat als daartoe aanleiding is in specifieke gevallen een burger kan worden gefouilleerd; een tijdelijk ongemak dat geenszins is gelijk te stellen aan het binnendringen van het lichaam om daar organen uit te halen. Ook artikel 7, waarin de uitingsvrijheid vastligt, kent een dergelijke toevoeging opdat niemand onder de vlag van meningsvrijheid een ander ongefundeerd kan belasteren.
Een partij als het CDA probeert geregeld de vrijheid van meningsuiting als zodanig in te perken; indien deze partij daarvoor een meerderheid zou vinden is dat ook een beperking door de wet gesteld. Maar evenzo zou dit een beperking zijn die de vrijheid van meningsuiting in de kern teniet doet, en dus onaanvaardbaar is. Ik mag hopen dat D66 niet aan zulke CDA-plannen wil meewerken. Maar waarom wil D66 dan wel het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam in de kern raken en aldus onderuit halen?
Sneller meent voorts dat artikel 11, de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, moet worden afgewogen tegen artikel 22, dat stelt dat de overheid maatregelen neemt ter bevordering van de volksgezondheid. Maar artikel 22 is van een heel andere orde dan artikel 11. In artikel 11 ligt een van de klassieke burgerrechten vast, rechten die burgers bescherming bieden tegen de overheid. Onderling kunnen burgerrechten botsen. Maar de burgerrechten zijn 'harde' rechten waar burgers een beroep op moeten kunnen doen.
De artikelen 19 tot en met 22, de zogeheten 'sociale grondrechten', vormen niet meer dan een intentieverklaring, op grond waarvan een burger geen specifieke maatregelen van de overheid kan verlangen. Wie een van deze artikelen gelijk gaat stellen aan, of erger, laat overwegen boven een klassiek burgerrecht, zoals D66 blijkbaar wil, ondermijnt de rechtsstaat. Het zou een staat de mogelijkheid geven zich met een beroep op een van deze artikelen van geen enkel burgerrecht meer iets te hoeven aantrekken. De wet mag immers 'beperkingen' aanbrengen, nietwaar?
Glad ijs
De grondrechten die burgers moeten beschermen tegen de macht van de overheid, oftewel tegen de macht van de politiek, zijn er niet voor niets. De klassieke burgerrechten moeten hoogst serieus worden genomen. Het is ronduit gevaarlijk om overheidsdoelstellingen boven deze burgerrechten te stellen, zoals Sneller wil. D66 heeft zich met haar wetsvoorstel tot donordwang niet alleen op glad ijs begeven; zeker in combinatie met de nu gegeven motivering zakt zij zelfs geheel door het ijs.
Het is goed indien alle Eerste Kamerleden, als zij straks het wetsvoorstel van Pia Dijkstra en haar partijgenoten beoordelen, zich rekenschap geven van wat actieve donorregistratie (ADR) met een fundamenteel grondrecht doet. De Eerste Kamer zal immers extra dienen te letten op de vraag of een voorgestelde wet wel met onze Grondwet verenigbaar is. Het ADR-voorstel van Pia Dijkstra is evident in strijd met een klassiek burgerrecht. De senatoren weten dus wat hen te doen staat.
Patrick van Schie is historicus en directeur van de TeldersStichting, de liberale denktank van Nederland gelieerd aan de VVD. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.