Interview

Hoe alles anders werd na De Wissel

Kemkers: 'Ik ben met echte topsport bezig. Dat is wat mijn baan zo mooi maakt.' Beeld anp
Kemkers: 'Ik ben met echte topsport bezig. Dat is wat mijn baan zo mooi maakt.'Beeld anp

Na 'De Wissel' in Vancouver heeft Gerard Kemkers rust en ontspanning gevonden. De schaatscoach voelt zich senang en ziet zich in die gemoedstoestand als spiegel van de TVM-ploeg. 'Het valt allemaal op zijn plek.'

Antal Crielaard

Vragend kijkt Gerard Kemkers me aan. Het is september, buiten is het lekker weer. Door de gangen van een Fries hotel in Oranjewoud, op een steenworp van Heerenveen, drentelen in groen gehulde schaatsers. In de lobby staan racefietsen. Het is onze eerste afspraak van het seizoen, er zullen er meerdere volgen. Vier jaar geleden groeide Kemkers uit tot schlemiel van de Olympische Winterspelen. Hij stuurde Sven Kramer op de tien kilometer de verkeerde bocht in. Weg goud. 'De Wissel' is meer geworden dan een gemiste medaille, het is de metafoor van alles wat Kemkers niet nog vier jaar wilde.

Dan de blik, al na de eerste vraag. De oogopslag van de trainer is licht cynisch. "Ik schuif je vraag terug", zegt hij dan, na een korte stilte. "Wat vind jij? Vind jij dat we relaxter zijn dan vier jaar geleden?" Kemkers weet het antwoord op die vraag, maar wil 'm zelf niet beantwoorden. Omdat hij dondersgoed beseft dat de sfeer bij TVM compleet anders is dan voor Vancouver. Toen spatte de frustratie van het team, in een jaar waarin veel mis ging. Een seizoen in het kielzog van Kemkers laat anno 2014 een compleet ander beeld zien. "Een jaar zoals toen, wilden we nooit meer."

Breuk met Blokhuijsen
De trainer schetst het beeld van toen: "Het Vancouver-team was anders dan onze huidige ploeg. We hadden goede jaren achter de rug, waarin de gekste dingen gebeurden. Dat team bleef in de kern jarenlang hetzelfde. Daardoor ontstonden wat spanningen. Iedereen kon een medaille winnen. Ook dat leverde spanningen op. Het waren allemaal kampioenen: Sven en Ireen als jonkies, Erben Wennemars, Renate Groenewold en Carl Verheijen die vochten voor hun laatste kans. Maar in het olympisch jaar werd alles minder. Veel blessures. Sven die aan het zwalken was, dat voelde je. Weinig liep zoals het moest lopen."

Het moest anders, compleet anders. Samen met manager Patrick Wouters van den Oudenweijer besloot Kemkers dat de miljoenenploeg kleiner moest en dat er elk jaar nieuwe lucht in gepompt diende te worden. En iedere schaatser bij TVM moest zich aan het team aanpassen. Kemkers spreekt graag over maatkostuums, die hij zoveel mogelijk probeert te fabriceren voor zijn schaatsers. Maar té afwijkend moest het niet worden. Dat was de reden voor de breuk met Jan Blokhuijsen, die zich te veel afzonderde van de ploeg.

Kemkers, pratend vanuit die filosofie: "Iedere keer weer blijkt dat het perfecte maatkostuum er een is vanuit een team gedacht. Met acht of tien individuele kostuums krijg je geen goed draaiende machine. Dat gebeurde bij Jan. Hij kreeg en creëerde een maatkostuum voor zichzelf. Daardoor ging hij van individueel naar geïsoleerd en was hij geen goede match meer met TVM. Ik wil vanuit het collectief denken en werken. Ik wil dat er een teamsfeer is. Ik heb steeds meer gemerkt dat het helpt om je trainingsprogramma's niet alle kanten uit te laten springen. Dat zou misschien wel de ideale wereld zijn: voor iedereen een maatkostuum. Maar dat gaat niet."

null Beeld anp
Beeld anp
Schaatser Sven Kramer wordt getroost door chef de mission Henk Gemser na zijn race op de olympische 10 kilometer tijdens de Olympische Winterspelen in Vancouver. Beeld anp
Schaatser Sven Kramer wordt getroost door chef de mission Henk Gemser na zijn race op de olympische 10 kilometer tijdens de Olympische Winterspelen in Vancouver.Beeld anp

Samenwerking
In de loop van de jaren ontstond daardoor een groep schaatsers die het beste uit elkaar naar boven moesten halen. Maar ook een ploeg waarin Wüst en Kramer de kopmannen werden, later aangevuld met Koen Verweij. Kemkers praat niet graag over kopmannen en knechten, omdat hij vindt dat hij daarmee sommige van de 'andere schaatsers' te kort doet. Dat siert hem, maar in essentie is TVM inmiddels wel zo ingericht. Ferm: "Ik ontken stellig dat het zo is. Chris (Groeneveld) is geen knecht van Sven. Want ze helpen elkaar ook. Samenwerking gaat twee kanten op."

Later, iets genuanceerder, misschien wel aarzelend: "Het is ruimer. Als Sven en Ireen goed gedijen dan kunnen de anderen ook goed gedijen. We mogen de anderen, een Koen, een Wouter (Oldeheuvel), een Linda (de Vries) niet vergeten. Misschien is het ook wel zoals jij zegt. Alleen hebben we het zo keihard niet bedacht. Maar in al die jaren kunnen we niet ontkennen dat Sven en Ireen een soort heldenstatus en -positie hebben gecreëerd. Dat accepteren met elkaar geeft wel rust. Ook bij hun ploeggenoten."

En wat was de les voor jezelf?
"Ik heb al lang geleerd dat je als coach je limieten hebt. Het jaar van Vancouver was een heel moeilijk jaar. We hadden tien medaillekandidaten. Iedereen wilde en verdiende aandacht van de hoofdcoach. Maar die tijd was er gewoon niet. Daardoor slaag ik er nu ook steeds beter in om zaken af te dragen aan mijn assistenten. Geert Kuiper regelt alles met de KNSB, dat geeft veel rust. En Rutger Thijssen is ook meer dan een assistent.

"Voor het eerst sinds ik bij TVM werk, heb ik het gevoel dat ik zomervakantie heb gehad. Dat zegt veel over de fase waarin we nu zitten. Voor het eerst in jaren was ik niet onrustig op vakantie. Het was echt fantastisch. Dat geeft wel aan hoe verschillend toen en nu zijn. Toen kon ik het team in mijn hoofd geen moment loslaten. Dat kan ik nu wel. Ik vond het een heel fijne conclusie dat ik op een berg kon wandelen zonder dat ik aan Sven dacht. Ik kon rustig mijn wandelschoenen aantrekken zonder dat ik uit Nederland werd gebeld met allerlei paniek."

Twee maanden later tref ik Kemkers in Salt Lake City, op de avond na de tweede wereldbekerwedstrijd van het seizoen. Op zijn kin de oogst van een week of drie niet scheren. En nog altijd is er ontspanning. Nu het seizoen daadwerkelijk gestart is, worden er andere zaken van 'm gevraagd. Maar nog steeds heeft hij geen reden tot klagen. Kramer, Wüst en ook Verweij toonden in Noord-Amerika olympische potentie. "Het valt allemaal redelijk op zijn plek", zegt hij. Bij TVM wordt gelachen, zegt Kemkers. "Ik heb soms geen idee vanuit welke kamer nu weer harde lachsalvo's klinken. Dat heb je nodig om het vol te houden."

Dus het lijkt in niks op het vorige olympische jaar.
"Dat was ook de bedoeling. Nee, als we daar niet van hadden geleerd, was er iets echt niet goed geweest. Natuurlijk zijn er dingetjes. Maar dat zijn details van details." Dan weer ferm: "Ik blijf in de spiegel kijken: als het zo goed blijft gaan, mag het nooit tot gemakzucht leiden. Als dingen goed gaan, kan gemakzucht ontstaan. Sporters begeleiden waarmee het goed gaat, is het moeilijkste wat er is. Iemand uit de put helpen, kan iedereen. Ik eis van mezelf het uiterste. We moeten scherp blijven. Dat is de missie die boven dit seizoen hangt."

Een week voor Kemkers naar Sotsji zal vliegen, bellen we. Kemkers zit in zijn auto en klinkt nog altijd vrolijk. De vergelijking met Vancouver gaat op alle punten mank: "Nu heb ik een grote pot energie. Toen was het potje al op het randje, ik had al veel van mijn energie in het team gestoken omdat we een zwaar, moeilijk jaar hadden. Het is echt een schril contrast met toen. Ik voel me hartstikke goed en heb er echt zin in. Wat dat betreft ben ik op dit moment misschien wel de spiegel van het team. En dat is een compliment voor hoe we het afgelopen jaar hebben gefunctioneerd."

Je wordt in deze tijd steeds weer aan 'De Wissel' herinnerd. Hoe is dat voor je?
"Ik ben er al een tijd klaar mee. Maar ik snap het wel. Al direct nadat het gebeurde en ik in Vancouver op dat bankje zat, wist ik dat dit voor altijd aan me zou kleven. Maar ik snap wel dat het nu weer opkomt. Het is toch een stuk sportgeschiedenis. Maar ik heb wel het gevoel dat er ook meer en meer wordt gekeken naar wat ik ook heb gepresteerd, het feit dat ik coach van het jaar ben geworden, heeft daar gevoelsmatig ook aan bijgedragen. Maar ik kan het niet verstoppen en ik loop er ook niet voor weg. Het zorgt niet voor paniek. Ik hoop dat we in Sotsji met een paar goede resultaten definitief een streep kunnen zetten."

Helpt het je ook?
"Natuurlijk. Ik kan niet ontkennen dat Sven, Ireen en ik ook motivatie halen uit de publieke opinie. Goede Spelen in Sotsji zullen helpen om ervan af te komen. Maar dat is een dubbeltje op zijn kant, zoals altijd in de sport. Vergeet niet dat we in Vancouver ook twee gouden medailles hebben gewonnen. Alleen met deze sporters kun je eigenlijk alleen maar verliezen. Als we thuiskomen met vier zilveren medailles hebben we het niet goed gedaan; dan gaan we teleurgesteld naar huis."

Hoe moeilijk is dat?
"Ik werk met twee helden. Het gaat om veel meer dan alleen hard schaatsen, het gaat over peoplemanagement. Ik denk niet dat mijn werk te vergelijken is met het werk van welke andere coach dan ook. Daarin voel ik me weleens zwaar onbegrepen: het is een compleet andere setting dat waar anderen in moeten werken. Maar dat maakt het ook interessant. Hoe bereid je twee van dit soort helden voor op de Spelen? Dat voelt heel bijzonder. Omdat alle randvoorwaarden dit jaar écht goed zijn geweest, komt het nu écht op coachen aan. Dat is wat ik het liefst doe. Ik word uitgedaagd, moet op de toppen van mijn kunnen presteren. Ik word uitgedaagd. Hoe zeg je dat zo mooi? Ja, ik voel me senang. Ik ben met echte topsport bezig. Dat is wat mijn baan zo mooi maakt."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden