Hillen schetst voor CDA doodlopende weg
CDA-minister Hans Hillen roept het spook op van een grote, hinderlijke overheid. Een gemakzuchtige analyse.
Het valt te prijzen in Hans Hillen dat hij de moeite heeft genomen om zijn conservatieve profiel te onderbouwen met enig principieel gedachtegoed (Trouw, 8 januari). In reactie op Aantjes diagnose dat het CDA verdeeld is geraakt tussen macht en koers (Trouw, 30 december), neemt hij evenwel meteen een verkeerde afslag door mee te gaan met Aantjes keuze voor ’koers’. Want een minister van defensie zou toch moeten weten dat koers zonder macht geen politiek is maar ethiek.
Het enig juiste antwoord op Aantjes is dan ook dat de beste politieke koers een normatieve visie op het samenleven en de rol van de staat verbindt met een heldere boodschap, die de mensen aanspreekt en die daarom in een democratie tot machtsvorming zou moeten leiden.
In zijn bijdrage ontvouwt Hillen een normatieve opvatting die vooral gericht is tegen de verzorgingsstaat, die hem blijkbaar al tientallen jaren een doorn in het oog is. De ’juiste’ zorgverantwoordelijkheid van de staat wordt zodanig bepaald dat die bijna naadloos samenvalt met de VVD-visie. Op grond daarvan staat niets een fusie met de VVD in de weg, immers ook een partij die persoonlijke verantwoordelijkheid hoog in het vaandel heeft.
Het verhaal van Hillen zou echter onacceptabel moeten zijn voor iedere zichzelf respecterende CDA’er. De mensen die op veel plaatsen in de Bijbel de meeste aandacht krijgen, zijn afwezig in het verhaal: de zwakkeren, de minder getalenteerden, die overigens in een kenniseconomie steeds meer gemarginaliseerd zullen worden, de gehandicapten, de ouderen en andere kwetsbaren. De overheid kan niet alles voor hen doen, maar wil Hillen ze in de kou laten staan?
Dat de economie beter zou draaien zonder de kosten die zij opleveren, staat wel vast. Dat ’de zwakke niet per se de minder kansrijke is’ – let op het woordje ’per se’ – is een dooddoener die meestal alleen door rechts-liberalen wordt uitgevent. Hoe denkt de conservatief Hillen over de zwakkeren die wel, en wel per se, de minder kansrijken zijn? Bijvoorbeeld de mensen die zo graag dit land in willen dat zij er soms dodelijke risico’s voor willen lopen. Wie zijn die zwakkeren en wat heeft Hillens staat met hen voor? Hij zwijgt erover.
Een ander punt. In het hart van zijn artikel zegt hij: „iemand wie het gebruik van zijn talent onmogelijk wordt gemaakt, voor zo iemand is de overheid een schild”. De punt achter deze zin is een harde punt, want Hillen weidt er niet over uit. Maar de politieke strijd in de moderne staat ging en gaat juist om de vraag of gelijke rechten genoeg zijn, of dat de overheid ook aan gelijke kansen moet werken. Mag de overheid als het even kan ook een wegbereider zijn voor de minder kansrijken?
Het gaat er niet om of iemand het gebruik van zijn talent onmogelijk wordt gemaakt – wat stelt Hillen zich daarbij voor? – maar of mensen kansen worden geboden, of dat ze die zelf maar moeten organiseren. Of je een taalcursus of een studie zelf moet betalen – voor de rijken een peulenschil, voor kinderen uit de lagere klassen een struikelblok.
Hillen roept het spook van een grote, herverdelende en regisserende overheid op, en wijt het aan de idealisten van de jaren zeventig dat er nu zoveel onvrede en onrust bij de burgers is. Een gemakzuchtige analyse. In ieder geval zit die onvrede en onrust ook en misschien vooral bij de hardwerkende Nederlanders en niet bij de zwakkeren en luiaards die profiteerden van de verzorgingsstaat. En dat tussen 1975 en 2010 veelal de VVD en het CDA geregeerd hebben en voor ’de toestand in het land’ verantwoordelijk waren, en dat zulke ontwikkelingen als immigratie, Europeanisering, 9/11 en globalisering een zekere rol hebben gespeeld in de onrust, ach – niet alleen kogels maar al het gevaar komt van links.
Dan, tenslotte, Hillens visie op de kleinere, ’terugtredende’ overheid. Hij is er erg voor dat de overheid niet langer herverdeelt, maar we horen hem niet over een overheid die repressiever lijkt te worden dan ooit. Er is veel overheid nodig om de maatschappij te houden zoals die is. Maar er is een veel grotere en in ieder geval opdringerige overheid op komst als het conservatisme van Hillen de kar blijft trekken. Want er is heel veel politie, geregel en repressie nodig om de onvermijdelijke processen die zich in Europa en de wereld voltrekken weg van Nederland te houden en de burgers in dit land onbekommerd hun welvarende leven te laten leiden.
Als de enige antwoorden die Hillen op deze ontwikkelingen heeft, liefdadigheid en persoonlijke verantwoordelijkheid zijn, dan lijkt me dat voor een politieke partij buitengewoon mager. Voor een partij als het CDA die werkt aan een christelijke politieke visie op wat sociaal is en niet aan een ideologie om de wereld te houden zoals die is, is het letterlijk een doodlopende weg.