Hete aardappel tussen Israël en Egypte
Israël weet nog niet of het blij of verdrietig moet zijn om de grensdoorbraak in Gaza. ’Laat Egypte maar voor Gaza zorgen’ is de wens van vele Israëliërs. Egypte zit eveneens met Gaza in de maag.
De Israëlische onderminister van defensie, Matan Vilnai, verwoordde gisteren de wens van vele Israëliërs: „Laat Egypte nu maar Gaza van voedsel en brandstof voorzien.” De krant Jediot Achronot concludeerde: ’Dit is onze echte terugtocht uit Gaza’.
’Nu is Gaza hun probleem’, luidde ook een kop op de voorpagina van de Israëlische krant Ha’aretz. ’Hun’ is Egypte. „Slechts gezond verstand was nodig om te weten dat het doorbreken van de grens tussen het belegerde (Palestijnse) Rafah en het vrije (Egyptische) Rafah een kwestie van tijd was”, begon Midden-Oostenexpert Zvi Barel zijn artikel in Ha’aretz. „Egypte vreesde die mogelijkheid. President Moebarak besefte dat de Israëlische afsluiting niet alleen de Palestijnse grenzen op de proef stelde, maar ook de buigzaamheid van de grens tussen Israël en Egypte”,
Gaza is al decennia een twistpunt tussen Israël en Egypte dat de ’koude vrede’ tussen beide landen meer dan eens op de proef stelt. Nog tijdens het vredesoverleg, dertig jaar geleden, stelde Israël voor dat Egypte weer het beheer over Gaza op zich zou nemen, net als voor de zesdaagse oorlog van 1967.
De Egyptische president Sadat wilde er niet van horen. Gaza was Palestijns gebied, Egypte wilde er zijn vingers niet nog eens aan branden. Sindsdien heeft Israël vaker gepoogd van Gaza af te komen, al wist het tegelijkertijd de drang van bezielde kolonisten om zich daar te vestigen niet te weerstaan.
Premier Rabin, geen diplomaat, riep uit dat wat hem betreft Gaza in zee kon vallen.
Het was uiteindelijk de generaal-politicus Ariël Sjaron die de knoop doorhakte. In de zomer van 2005 trok Israël eenzijdig uit Gaza weg. Nog altijd is het onduidelijk waar Sjaron op uit was. Was het een eerste stap naar verdere terugtrekking, ook uit de Westoever? Of was het bedoeld als laatste stap, om van Gaza – voor Israëliërs het equivalent van terroristisch broeinest – af te zijn, maar de Westoever te behouden?
Na de zege en machtsovername van Hamas in Gaza verscherpte Israël het embargo. Die afsluiting was meer dan een reactie op de raketbeschietingen, het sloot aan bij het streven Gaza de rug toe te keren. Het probleem is dat Israël niet zo maar de sleutels in het zand van Gaza kon gooien. Met name voor zijn energie is de strook van Israël afhankelijk. Omgekeerd is er geen reden voor Hamas de raketaanvallen op Israël te staken, waarbij Israël nu zijn ’pressiemiddel’, het embargo, kwijt is. In dat opzicht staat ’de val van de Gazaanse muur’ gelijk aan een falen van het Israëlische beleid Hamas op de knieën te dwingen.
Maar ook Egypte verkeert in een onmogelijke positie. Enerzijds wil Moebarak niet namens Israël voor cipier spelen, anderzijds wil hij ook niet de zorg voor Gaza in zijn schoot geworpen krijgen. Arabische zenders hebben de afgelopen dagen hun kijkers overspoeld met – deels door Hamas georkestreerde – beelden over honger en duisternis. Moebarak kon zich daarbij geen beelden veroorloven van Egyptische ordetroepen die wanhopige Palestijnen tegenhouden. Hij moest de grens wel openstellen, wat hem betreft tijdelijk.
In de Egyptische visie kan alleen een bestand tussen Israël en Hamas – voorlopig – uitkomst brengen en de bedreigende onrust onderdrukken. Gesprekken tussen Israël en Hamas over een gevangenenruil zijn er al, met Egypte als bemiddelaar. Wat Moebarak betreft is de volgende stap overleg over een bestand.