Column
Het tij voor de baard schijnt gekeerd
Inmiddels ben ik drie weken van huis weg en omdat ik me al die tijd niet geschoren heb ben ik nu in het bezit van een baard. Het is geen overtuigde baard, maar een gemakzuchtige baard. Maar omdat niemand die gemakzucht eraan afziet ga ik nu als bebaard door het leven.
Hemingway
Mijn omgeving vindt dat ik ermee op Hemingway lijk. Hm, wil ik wel op Hemingway lijken, niet echt mijn favoriete auteur? De grootste schok is echter niet de associatie met de stoere Amerikaanse schrijver (ik ben nu trouwens een jaar ouder dan hij ooit geworden is) maar het feit dat-ie wit is. Nu zie ik telkens als ik in de spiegel kijk, niet al te vaak dus, een oude man en dat is nog tot daaraantoe, alle buitenstaanders, alle Chilenen en Argentijnen zien mij ook zo: een grijsaard.
Ik moet alle zeilen bijzetten om de door mijzelf gekweekte of liever gezegd door nalatigheid ontaarde baard te aanvaarden. Telkens schiet mij door het hoofd wat Roald Dahl, die andere schrijver, van baarden vond. Namelijk dat mensen die ze dragen iets te verbergen hebben. In zijn verhaal 'De griezels' treedt een bebaarde griezel op, met restjes cornflakes, sardientjes en kaaskruimels in z'n baard.
Mode
Ik ben opgegroeid in een ontbaarde wereld, je had wel hippies met een hippiebaardje maar in het algemeen was de baard uit de mode; het tij voor de baard schijnt echter gekeerd, ik heb twee schoonzoons met baarden, de ene half, de ander vol en ook vol overtuiging. Tegenwoordig zie je zelfs voetballers met een volle baard achter de bal aanrennen en ze scoren soms ook nog; het heeft iets tegenstrijdigs vind ik: sport en baarden, maar ik ga er niet over. De wereldgeschiedenis weet er ook niet goed raad mee; vroeger gaven baarden je een oud en eerbiedwaardig aanzien en ook al die wilde te kaap'ren varen moesten mannen met baarden zijn; overwonnen vorsten werden om ze te vernederen geschoren (vergelijk het kaalscheren van NSB-vrouwen na de oorlog) en een kus zonder baard is een ei zonder zout. Voor de Romeinen daarentegen was een kaalgeschoren gezicht juist een teken van jeugd en frisheid en dat is denk ik wat tot voor kort in deze nieuwe Romeinse tijd de toon aangaf. Maar de baard lijkt op de weg terug.
Associaties met aartsvaders of fundamentalistische islamieten tellen kennelijk niet zwaar genoeg, je moet een man wezen en een man heeft een baard, eerst in de keel, daarna op zijn gezicht. Het probleem met de baard is denk ik de keuze die je erin hebt; viel het niet tegen te gaan ik zou niet mekkeren. George Bernard Shaw, Johannes Brahms, ik aanvaard ze voluit en baardloze jeugdfoto's van beide heren verwarren me zelfs. Ook met de koningen Assurbanipal en Edward VII heb ik geen moeite; andermans of historische gezichtsbeharing, prima. Maar de prille sinterklaasbaard op mijn eigen gezicht gaat het niet halen, voel ik. Zodra ik thuis ben gaat het mes erin en word ik weer een Romein, ook al blijven de Assyriërs en negentiende-eeuwse kunstenaars in 'Studio Sport' hardnekkig langsdraven richting doel.