Het succes achter de Soldaat
De musical 'Soldaat van Oranje' ontvangt vrijdag de miljoenste bezoeker. Succes is gemakkelijker te verklaren dan te voorspellen.
In toneelland vraag je altijd hoeveel mensen er zitten", zegt Matteo van der Grijn, drie uur voordat hij op moet als hoofdrolspeler in de musical 'Soldaat van Oranje'. "500 in Meppel, wat fijn, en hoezo maar zestig in Apeldoorn? Het voelt raar dat wij die vraag nooit meer stellen. Het is vanzelfsprekend dat we zijn uitverkocht. Een verwende positie."
1103 toeschouwers passen in de TheaterHangaar op vliegbasis Valkenburg bij Katwijk. Ze zitten er avond na avond. Opgeteld al bijna een miljoen mensen.
Van der Grijn speelt verzetsheld Erik Hazelhoff Roelfzema: de Leidse student die in de Tweede Wereldoorlog naar Londen overstak en in dienst van koningin Wilhelmina een aantal landingen maakte op de Nederlandse kust. Hij schat zo'n 400 voorstellingen achter de rug te hebben en speelt door tot in december.
In de grimekamer laat hij een kale kop vastlijmen. Van der Grijn doodt de tijd met een quiz op de smartphone: hoeveel muzen kenden de oude Grieken? Andere kale koppen geven antwoord. Het zijn de vrienden van Hazelhoff die in de openingsscène worden ontgroend door de beulen van studentenvereniging Minerva. De oorlog kan elk moment uitbreken. De scène gaat over de vraag of een bevel boven vriendschap gaat.
Volle zalen als verwennerij. Kan het spel daarvan niet vervlakken? "Natuurlijk speel je nergens op halve kracht", zegt Marisa van Eyle, voor wie de pruik van koningin Wilhelmina klaarstaat. "Maar hier is het arbeidsethos nog sterker doordat het publiek om negen uur met de bus vanuit Groningen is vertrokken, broodtrommeltje op schoot, en een smak geld heeft betaald."
Elke avond applaus. Dat klinkt als de definitie van succes. "Applaus halen doe je voor het publiek", zegt Van der Grijn. "Die willen na drie uur zitten graag iets teruggeven. Zelf haal ik er geen extra genoegen uit. Ik word gelukkig als ons samenspel werkt, en de zaal die chemie voelt."
Waarom andere musicals na een week over de kop kunnen gaan, vinden ze lastig. Van Eyle: "Voor hetzelfde geld zeiden mensen bij ons ook: ik ga daar een beetje drie uur in de bus zitten voor een stukje toneel."
Succes is gemakkelijker te verklaren dan te voorspellen.
Een sterk merk
Voor hij in zijn eerste musical investeerde, maakte producent Fred Boot een analyse van de sterke en zwakke punten, de kansen en bedreigingen. "Op papier stonden alleen zwaktes en bedreigingen. Onbekende acteurs. Een geroemde toneelregisseur, Theu Boermans, die nooit een musical had gedaan. En een locatie die gevoelsmatig ver weg was."
Daartegenover stond één ijzersterk punt. De titel: 'Soldaat van Oranje'. Het bekende verhaal van Erik Hazelhoff Roelfzema waarvan Boot in zijn jeugd idolaat was. Het autobiografische boek (1970) heeft hij vaak herlezen, de speelfilm (1977) van Paul Verhoeven kende hij uit het hoofd.
Vrijdag wordt de miljoenste bezoeker verwacht. 'Soldaat van Oranje - De Musical' ging op 30 oktober 2010 in première. Zondag was de 900ste voorstelling. In december wordt het de langstlopende productie in Nederland ooit. Als werknemer van Joop van den Ende Theaterproducties was Boot betrokken bij het vorige record, en de feiten lepelt hij zo op. "'The Phantom of the Opera' heeft tussen 15 augustus 1993 en 3 augustus 1996 1094 voorstellingen gespeeld. Het Circustheater in Scheveningen was anderhalf keer zo groot als onze zaal. Daarom hebben zij meer publiek getrokken, namelijk 1,8 miljoen bezoekers."
Een uur voor aanvang stroomt de ontvangsthal vol. Geen marmeren maar een houten vloer. De toiletten hangen vol historische afbeeldingen. De verzorgde maar robuuste stijl versterkt volgens Boot de 'waarachtigheid' van het verhaal. Net als de tentoonstelling over Engelandvaarders in de Tweede Wereldoorlog.
Een ouder echtpaar vertelt net terug te zijn van een reis naar Polen, waar ze voormalige concentratiekampen hebben bezocht. De musical vinden ze een passend vervolg. Jongeren kennen de speelfilm en zeggen benieuwd te zijn naar het technische spektakel. Mond-tot-mondreclame blijkt belangrijker dan de tv-spotjes.
De zegen van de echte Soldaat van Oranje
In 2004 ontmoette Fred Boot zijn jeugdheld op de EK-voetbalavond van Duitsland-Nederland (1-1). Niet lang daarna werd het contract getekend. "Erik durfde een onbekende producent de rechten te geven. Hij waardeerde dat wij lef hadden."
De Amerikaanse componist Tom Harriman en liedtekstschrijver Pamela Phillips Oland kwamen erbij via het netwerk van Hazelhoff. Niet verkeerd, vond Boot, want een internationale kleur kon bijdragen aan internationaal succes. Scenarioschrijver Edwin de Vries en vertaler Frans van Deursen moesten het poldergevoel bewaken. Ook via het netwerk van Hazelhoff sloot investeerder Amerborgh aan.
Hazelhoff kreeg steeds wat te horen of te lezen, en reageerde daarop vanuit Hawaï. En toen overleed hij zomaar, in 2007. "Heel spijtig dat hij het resultaat niet heeft gezien", zegt Boot. Opeens was zijn weduwe verantwoordelijk, Karin Hazelhoff Roelfzema-Steensma. "Ze was licht huiverig over wat we met het verhaal van haar man zouden doen. Ze sprak ons streng toe en vroeg vanwege haar band met het koningshuis hoe we Wilhelmina gingen neerzetten."
Bij de generale repetitie zat Karin Hazelhoff twee stoelen van Boot verwijderd. "Halverwege boog ze opzij, kneep in mijn knie en keek me bemoedigend aan. Dat voelde als Eriks zegen." Later in de voorstelling belt Erik Hazelhoff zijn vader vanuit een telefooncel en vraagt hoe het met moeder is. "Karin fluisterde: 'Erik zei altijd moesje...' Dat hebben we meteen veranderd. Ze heeft haar stempel erop gedrukt. Het vergroot de gevoelswaarde."
De weduwe woont op Hawaï maar komt regelmatig kijken.
Technisch spektakel
Het idee om de decors rondom het publiek te bouwen, in een cirkel van honderd meter omtrek, kwam van producent Robin de Levita. Alle stoelen staan op een draaibare schijf, ze volgen een rondwandelende acteur of bewegen tegengesteld aan een voorbijrazende motor. Ze zoeven versneld naar een andere scène, of glijden er onmerkbaar traag vandaan. Hoge schermen aan een rails onthullen of verhullen de decors. Daarop worden weer straatbeelden of historische opnames geprojecteerd.
Al na een minuut ben je de oriëntatie kwijt, alsof je niet weet of je eigen trein rijdt of stilstaat. Ook na de onthulling aan het eind begrijpen niet alle bezoekers waar de Noordzee ligt, Paleis Noordeinde, het Kurhaus. Fred Boot spreekt van documentairetheater of totaaltheater. Theater 2.0, zegt Robert Nieuwenhuis, die alle techniek heeft uitgedacht en lof krijgt van internationale vakgenoten.
Gewoonlijk is de zaal het kompas, maar nu weet je in het gangenstelsel achter de schermen niet hoe de stoelen staan gedraaid. Het kost nieuwe acteurs een week om de weg te leren kennen, zegt Nieuwenhuis. "De eerste doorloop is geweldig om te zien: de één komt op in onderbroek omdat hij zijn kostuum kwijt is, de ander kan de scène niet eens vinden."
Tijdens de bouw woonde hij een half jaar in een caravan op de landingsbaan. "Voor locatietheater moet je een beetje gestoord zijn." Een belangrijke stap van maquette naar theater was de ontdekking van een draaischijf met een diameter van 34 meter, waarop een vrachtauto rondjes draaide bij een autobeurs. Nieuwe motoren maakten de schijf computerbestuurbaar tot op de millimeter.
Over een lekkage in het Noordzee-zwembad is hij niet bezorgd. "Dat plak ik wel dicht. Nee, het draaimechanisme is cruciaal. Als dat hapert, valt alles stil." Laatst zijn preventief tweehonderd wielen vervangen.
Tijdens de voorstelling letten zaalwachten op het publiek, dat niet zelf kan gaan plassen. "Eenmaal besloot een meneer in een elektrische rolstoel halverwege naar huis te gaan, via de podiumring waarop de motor voorbijraast. Levensgevaarlijk."
Wordt niemand zeeziek van het gedraai? "Soms moet iemand overgeven", zegt Boot, "maar niet vaker dan in gewone theaters. Dankzij de wasmachine van de kleedafdeling kan zo'n bezoeker schoon naar huis."
De techniek moet dienend zijn, zegt Nieuwenhuis. "Bij 'Miss Saigon' lieten we een helikopter over het toneel vliegen. Geweldig, maar als zo'n speeltje het toneelspel overheerst, gaat de voorstelling dood. Dan wordt het een koekjesfabriek."
De acteurs boksen terug
Om de voorstelling fris te houden komen er met regelmaat nieuwe acteurs. Fred Boot: "Van elke avond dezelfde tekst kun je een hypotheekacteur worden."
Drie jaar geleden vroeg Matteo van der Grijn zich af of honderd voorstellingen niet zouden vervelen. "Dat is oprecht niet zo", zegt hij, "en dat komt ook door de ontroering bij het publiek". Hij ontvangt brieven van voormalige vrienden van Hazelhoff of gaat met oud-verzetsstrijders op de foto in het decor.
"Bij gewoon toneel heb je na tachtig keer alle hoeken van het stuk gezien", zegt Marisa van Eyle. "Hier moet je opboksen tegen het geweld van projectie en alles wat schuift, en mij maakt dat ambitieus. Het moet scherp blijven. Door de montage van scènes sta je met 29 spelers continu in de startblokjes en het geeft een kick als het goed gaat. Topsport."
Is deze 'totaal nieuwe theaterbeleving' de toekomst? Dat gaat Van Eyle te ver. "Een monoloog van iemand op een stoel kan net zo'n impact hebben als zestig schuivende panelen. Er is wel iets moois bijgekomen."
Winst ziet ze op een ander terrein. "Musical- en toneelacteurs lopen zo heerlijk organisch door elkaar heen. 25 jaar geleden wilde een toneelacteur niet dood gevonden worden in een musical. Nu bellen ze zelf op, mag ik ook?"
Net de Keukenhof
Na zijn bezoek vergeleek Herman van Veen de voorstelling met de Keukenhof, zegt Fred Boot. "Hij doelde op de eeuwigheidswaarde ervan. Er is steeds een nieuwe generatie die het wil zien. Het is er altijd, of het komt altijd weer terug."
Hoe lang zijn musical nog loopt weet Boot niet. Het terrein is beschikbaar tot 2018.
"Opvallend is dat veel bezoekers terugkomen. Twintig procent heeft de voorstelling vaker gezien, een cijfer dat in de musicalwereld gigantisch is. Zakelijke gasten nemen de tweede keer hun gezin of ouders mee. Grootouders hun kleinkinderen."
Dat willen herbeleven komt volgens Boot niet alleen door de overrompeldende techniek. "De voorstelling gaat over het doorvertellen van verhalen. Niet alleen van Erik Hazelhoff, maar juist het verhaal van je eigen familie. Wat hebben mijn ouders meegemaakt in de oorlog, en hoe vertel ik dat aan mijn kinderen? Daarmee doet de voorstelling gelukkig ook recht aan wat ik Erik had beloofd in mijn eerste mailtje. We hadden de nobele ambitie de geschiedenis levend te houden."
undefined