Het lot van het pensioenoverleg ligt in handen van de oppositie

Wouter Koolmees, minister van sociale zaken en werkgelegenheid. Beeld ANP
Wouter Koolmees, minister van sociale zaken en werkgelegenheid.Beeld ANP

Minister Koolmees, vakbonden en werkgevers schaken op diverse borden om een akkoord te bereiken over de toekomst van pensioenen. Het kabinet moet zaken doen met de oppositie.

Jelle Brandsma en Lex Oomkes

Steun van de oppositie is cruciaal bij het sluiten van een akkoord over de pensioenen. Dat valt op te maken uit gesprekken met bronnen aan het Binnenhof en bij organisaties van werkgevers en vakbonden. “Het is heel ingewikkeld, maar zonder breed draagvlak gaat het niet”, zegt een betrokkene.

Vakbonden en werkgeversorganisaties onderhandelen al jaren over een nieuw pensioenstelsel. Bronnen stellen dat er vrijwel overeenstemming is over hoe een nieuw systeem eruit moet zien. Er komt, naast de huidige mogelijkheden, een nieuw soort fonds dat geen gegarandeerd pensioen meer biedt. Er wordt minder beloofd, maar de kans op een hoger pensioen zou moeten stijgen. In de cao-onderhandelingen moeten bedrijven en vakbonden samen kiezen welk systeem zij gaan hanteren.

Verandering van het stelsel is noodzakelijk omdat de pensioenfondsen door de lage rente en vergrijzing de hoogte van de uitkeringen nu ook al niet meer kunnen garanderen. Bij verschillende fondsen dreigen de uitkeringen verlaagd te worden.

67 pas in 2024

Het is de bedoeling dat werkgevers en werknemers met een advies aan het kabinet komen, maar in de praktijk praat Wouter Koolmees van sociale zaken al maanden mee. Discussies gaan nu vooral nog over aangrenzende onderwerpen, waarop Koolmees invloed heeft. De vakbonden en werknemers tekenen alleen een akkoord als deze zaken ook geregeld kunnen worden.

Een aangrenzend thema is bijvoorbeeld de toezegging van het kabinet om de AOW-leeftijd minder snel te laten stijgen. Het vorige kabinet besloot dat de AOW-leeftijd stijgt naar 67 jaar in 2021. Dat wordt vertraagd naar 2024, drie jaar later. Een ander thema is pensioen voor zelfstandig ondernemers, zzp’ers. Ingewijden stellen dat het bij een nieuw pensioenstelsel eenvoudiger wordt voor zelfstandigen om een pensioenfonds op te richten.

Verruiming van de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken is een derde onderwerp waarover wordt gesproken. Nu staat er een boete op pre-pensioen. Moet dat zo blijven of moet een vertrekregeling voor oudere werknemers aantrekkelijker worden, vooral voor zware beroepen?

Minister Koolmees loopt de laatste weken in en uit bij de oppositiepartijen GroenLinks, de SP, PvdA, maar ook de SGP. Hij probeert bij deze partijen steun te verwerven voor het nieuwe stelsel en zijn ideeën over aangrenzende onderwerpen zoals een vrijwillig pensioen voor zzp’ers. De FNV heeft ook belang bij gesprekken met de oppositie. Die willen geen akkoord sluiten dat straks door geestverwante partijen zoals GroenLinks, SP en PvdA wordt afgebrand.

Wisselgeld

Over het pensioen voor zelfstandig ondernemers zijn vakbonden en werkgevers het nog niet eens. In het concept-akkoord staat dat het voor zzp’er aantrekkelijk moet worden om de oudedagsvoorziening beter te regelen. Er komt geen verplichting. De vakbonden sturen daar nog wel op aan en vinden de linkse oppositiepartijen aan hun zijde.

Als het kabinet in mei volgend jaar geen meerderheid meer heeft in de Eerste Kamer is breder draagvlak noodzakelijk. Bovendien duurt wetgeving over pensioenen langer dan de zittingsduur van dit kabinet. De drie linkse partijen houden zich tegenover Koolmees zoveel mogelijk op de vlakte. Zij willen eerst weten wat de vakbonden doen en onderhouden nauw contact met FNV en CNV. Zij willen ook weten wat Koolmees aan wisselgeld heeft voordat zij in zee gaan met het kabinet.

Over het slagen van de onderhandelingen zijn alle betrokkenen optimistisch. Maar waar de een zegt dat gesprekken gaan over details, spreekt de ander over ‘grote hobbels’. “Volgende week’ luidt het antwoord op de vraag wanneer een handtekening kan worden gezet, maar de meeste betrokkenen wagen zich niet aan speculaties. Een gemeenschappelijke gedachte is wel dat het eindspel is aangebroken.

Lees ook: Zorg dat de bouwvakker minder stress heeft en hij kan best door tot z’n 67ste

Doorwerken tot 67 jaar lukt mensen met een zwaar beroep prima. Zolang de werkstress maar gereduceerd wordt,zegt Willem van Rhenen, hoogleraar, bedrijfsarts en bestuurder bij Arbo Unie.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden