Het liberale paradepaardje van filantroop George Soros is verdreven uit Boedapest

De Central European University in Boedapest. Beeld REUTERS
De Central European University in Boedapest.Beeld REUTERS

Eind deze week valt het doek voor de liberale Central European University (CEU) in Boedapest. De universiteit verhuist naar Wenen wegens toenemende repressie. Een portret van het pronkstuk van filantroop George Soros.

Janne Chuadron

De Hongaarse student Imre Szijarto voelde lange tijd wel iets voor een carrière op een Hongaars ministerie. Met zijn achtergrond, hij studeert politicologie aan de Central European University (CEU) in Boedapest, is dat een logische vervolgstap. “Maar ik blijf hier niet”, zegt Szijarto door de telefoon. “Binnen dit politieke klimaat is er geen ruimte voor mij.”

Szijarto ziet zich gedwongen om straks in Wenen zijn promotietraject te doen. Naar alle waarschijnlijkheid vestigt de universiteit zich in deze stad, tenzij de Hongaarse regering van premier Orbán voor zaterdag alsnog een handtekening zet onder een contract waarin zij belooft dat de CEU zijn activiteiten kan voortzetten. De kans daarop is bijzonder klein.

Die overeenkomst kwam tot stand na een omstreden onderwijswet die bedoeld lijkt om de CEU het land uit te werken. Daarin staat dat buitenlandse universiteiten die in Hongarije zijn gevestigd en afhankelijk zijn van buitenlands geld, ook een dependance moeten openen in het land van herkomst. In het geval van de CEU zijn dat de Verenigde Staten. De universiteit, die graag in Boedapest wil blijven, opende vorig jaar braaf een vestiging in de staat New York. Vervolgens werd er een contract opgesteld, maar tot op heden tekent de regering niet. De Hongaarse minister van buitenlandse zaken beweert nu dat de CEU zich niet aan de wet houdt, en nooit een dependance heeft geopend. “Een heel duidelijk signaal”, noemde rector Michael Ignatieff dit deze week in een verklaring. “Achttien maanden lang hebben we geprobeerd een oplossing te vinden, maar de regering heeft duidelijk al een beslissing genomen.”

Concreet betekent het dat de CEU Hongarije definitief verlaat, hoewel de universiteit nog zoekt naar manieren om een deel van het onderwijs in Boedapest voort te zetten. Het betekent ook dat studenten zoals Szijarto het land de rug toekeren. Want de kans dat de politicologiestudent terugkeert naar zijn vaderland, is klein. “Ik spreek Engels, heb een goede opleiding, dus ik kan ook op andere plekken aan het werk.”

Trieste consequentie

Hij erkent dat het een trieste consequentie is. De CEU is nota bene opgericht om Centraal- en Oost-Europa van binnenuit te hervormen. “We hebben de studenten altijd bijgebracht de regio niet te verlaten”, zegt professor geschiedenis Balazs Trencsenyi. Voor de Amerikaans-Hongaarse filantroop ­George Soros, die de universiteit in 1991 opzette, was het idee simpel: een open, liberale samenleving kan alleen floreren als er mensen zijn die de jonge generatie dit gedachtengoed komen onderwijzen. Vervolgens brengen deze studenten de ideologie in de praktijk zodat de Oost- en Centraal-Europese landen worden omgetoverd tot liberale democratieën naar westers model, waar veel aandacht is voor mensenrechten.

Soros slaagde daar tot halverwege 2000 heel aardig in. Zijn CEU werd een vrijplaats van academici uit verschillende landen en trok in eerste instantie studenten uit de hele regio. Later, toen de focus veranderde van regionale naar wereldwijde instelling, kwamen daar ook studenten uit Afrika, Azië en het Westen bij.

De universiteit vestigde zich in eerste instantie in Praag, maar Soros kreeg het aan de stok met de corrupte, lokale autoriteiten. Bovendien voerde de toenmalige president Vaclav Klaus een nationalistische koers en moest hij niet veel hebben van Centraal-Europese solidariteit.

In 2003 verhuisde de universiteit naar Boedapest. Op dat moment was dat een logische plek. Soros kwam er vandaan, en tot 2010 volgde de regering een liberaal beleid, zelfs onder Orbáns eerste regeerperiode tussen 1998 en 2002. Hongarije voerde als eerste privatiseringen door.

Vrije plek

“Achteraf kun je zeggen: had Soros maar voor Polen gekozen”, zegt de Nederlandse antropoloog Don Kalb. “Hoewel daar een nationalistische regering aan de macht is, hebben veel grote steden een links-liberaal stadsbestuur. Ook Warschau. Dat had de CEU zeker beschermd.”

Kalb werkte vijftien jaar voor de universiteit. Vorig jaar kreeg hij een aantrekkelijk aanbod in Noorwegen en vertrok. Kalb, gespecialiseerd in nieuw rechts en illiberalisme in Oost-Europa, noemt de CEU een ontzettend vrije plek. “De jongens rondom Soros hebben een filosofie van liberaal professionalisme: iedereen doet waar hij goed in is. Ik kreeg daar veel vrijheid en er studeren ontzettend goede studenten. Het is heel anders dan in Nederland.”

Vrijheid is het woord dat alle CEU-hoogleraren als eerste te binnen schiet als hen wordt gevraagd wat de universiteit zo bijzonder maakt. “Ik geef les aan alle denkbare nationaliteiten, variërend van mensen uit Colombia tot Estland, en dat maakt het debat heel levendig, heel open”, zegt geschiedenis hoogleraar Trencsenyi. Kalb: “De studenten zijn heel ambitieus, bij mij in de klas zaten veel kinderen van intellectuele Oost-Europeanen; klassiek geschoold, maar zonder goede vooropleiding. Dat is juist leuk, want het betekent dat ze niet vooringenomen zijn. Het werk in de klas is een experiment op zich.” Professor genderstudies Jasmina Lukic vult aan: “Ik heb nooit meer dan twee studenten van dezelfde nationaliteit in de klas. Het is een heel bijzondere ervaring. Bovendien kent de CEU hoge academische standaarden, we hebben de beste bibliotheek van de regio.”

Met andere woorden: de CEU heeft zich ontwikkeld tot een prestigieus instituut. Alleen de beste studenten worden toegelaten. Overigens krijgt 80 procent van de studenten een beurs van de universiteit.

Eigen koers

De CEU wordt gefinancierd met donaties, waarvan een groot deel afkomstig is van George Soros. In die zin is zij niet afhankelijk van de staat en kan ze haar eigen koers varen. Maar dat brengt een nadeel met zich mee, want Orbán beschouwt de CEU als een elite-instituut en verafschuwt het liberale, vrije gedachtengoed waar de CEU-medewerkers juist zo trots op zijn. Het helpt niet dat CEU-docenten drie tot vier keer meer verdienen dan collega’s op Hongaarse universiteiten. “Het is begrijpelijk”, zegt Kalb. “De CEU kan zichzelf bedruipen en het salaris ligt nog altijd niet bijzonder hoog. Maar stel dat je naast de Universiteit van Amsterdam een Harvard neerzet, en de mensen van die universiteit vertellen hoe een samenleving eruit moet zien. Voor elke soevereine staat, zeker als die verarmd is, is dat een probleem. Soros heeft dat onderschat.”

Maar geld en prestige zijn niet het enige probleem. Want naast de CEU heeft Orbán ook de aanval geopend op het academische onderwijs in het algemeen. Zo ligt het vakgebied genderstudies onder vuur. Het wordt door de Hongaarse regering inmiddels niet meer erkend als een officiële academische studie. Dat betekent dat alle studenten die vanaf volgend jaar in Hongarije kiezen voor deze afstudeerrichting geen recht meer hebben op een officieel diploma. “In dat opzicht hebben wij geluk”, zegt CEU-professor genderstudies Lukic. “Onze programma’s worden ook in de VS erkend. Daarom krijgen onze studenten vanaf volgend jaar wel een Amerikaans, maar geen Hongaars papiertje. Hongaarse universiteit hebben een groter probleem.”

De Hongaarse regering is van mening dat er geen interesse is in mensen die zijn afgestudeerd in genderstudies, vandaar de maatregel. Maar Lukic ziet een andere oorzaak. “Het maakt deel uit van een bredere strategie van de overheid. Genderstudies kun je niet los zien van de politiek. De rol van vrouwen binnen de samenleving is bijvoorbeeld een belangrijk vraagstuk. Populistische regimes, overigens niet alleen in Hongarije, zien de bevrijding van vrouwen als een bedreiging en promoten een terugkeer naar traditionele verhoudingen.”

Het is allemaal onderdeel van Orbáns agenda. Daar is geen plek voor genderstudies, een belangrijke afstudeerrichting op Soros’ universiteit. De Amerikaans-Hongaarse filantroop geldt in Hongarije als staatsvijand nummer één. Hij wordt op billboards afgebeeld als miljardair en speculant, wat volgens analisten het antisemitisme in het land aanwakkert. Terwijl Orbán ooit met een beurs van Soros een studie aan Oxford volgde. “Hij wil de mensen laten vergeten dat hij ooit een jonge liberaal was”, zegt Trencsenyi.

Illiberalisme

Kalb, die veelvuldig onderzoek doet naar illiberalisme (onvrijheid), vult aan: “Tot 2002 had Orbán een Merkel-achtig conservatisme in zijn hoofd.” Dat veranderde nadat hij de verkiezingen in 2002 verloor. Hij liet zich volgens Kalb ook inspireren door Jobbik. Die partij wist vanaf halverwege 2000 van onderop in te spelen op de sociale problemen in Hongarije, en kon veel mensen mobiliseren.

“Want de transitie, en daarmee het kapitalistisch liberalisme, in Oost-Europa was geen succes. Op veel plekken in Hongarije liggen de lonen nog altijd tussen de 300 en 400 euro terwijl de prijzen wel zijn gestegen, de sociale problemen zijn enorm. Liberalen hebben die analyse nooit willen maken, Jobbik deed dat wel. Uiteindelijk heeft Orbán die agenda met succes gekaapt.”

Die illiberale beweging, zegt Kalb, zag je van heinde en verre aankomen, maar in de top van de CEU was hier weinig aandacht voor.

“Ik vind de koers van Soros en rector Ignatieff te neo-liberaal. Er was op de universiteit te weinig oog voor armoede en stagnatie in Oost-Europa na de transitie. Er is geen kritiek op het liberale gedachtengoed en daar ligt echt een opening voor Orbán.”

Dus toen Orbán aan de macht kwam in 2010 was het niet zo gek dat hij begon te traineren. “Processen werden bureaucratischer, je merkte dat Orbán heel achterdochtig was richting CEU. Toch waren veel mensen op de universiteit verbaasd dat hij vorig jaar daadwerkelijk wetgeving doorvoerde die het de CEU min of meer onmogelijk maakte goed te blijven functioneren.”

Tweederde meerderheid

Kalb herinnert zich dat Ignatieff destijds zeer strijdbaar was. “Dat soort gevechten voert hij graag. Het is een gearticuleerde, liberale ideoloog.” De rector hoopte ook op steun vanuit Europa en de Verenigde Staten. Vorig jaar gingen meer dan honderdduizend mensen de straat op, die zich allemaal hard maakten voor het voortbestaan van de CEU in Boedapest.

Ook Orbán had die grote opkomst niet verwacht. Maar na de verkiezingen van april dit jaar is het sentiment veranderd. Orbáns Fidesz-partij haalde een tweederde meerderheid. Nu blijkt dat tegen een staat niet te vechten valt.

In een laatste poging proberen CEU-medewerkers en studenten deze week een verhuizing te voorkomen. Docenten geven in het openbaar colleges en het afgelopen weekeinde waren er demonstraties. Maar de opkomst van vorig jaar werd niet gehaald. “Na de verkiezingen is alles anders, mensen gaan minder snel de straat op”, zegt student politicologie Szijarto. “Ik merk het ook aan mijn ouders. Zij waren dolblij toen Hongarije een democratie werd, maar ze zijn nu moe en ze verzetten zich niet.”

Hoogleraar Trencsenyi geeft zich niet zomaar gewonnen en hoopt op wereldwijde solidariteit. Het weggaan uit Boedapest beschadigt de identiteit van de CEU, zegt hij. “Het is een trieste nederlaag. Op een bepaalde manier geven we ons over en accepteren we dat het liberale concept van een open samenleving heeft gefaald. We verlaten deze plek voor een autocraat. De hele regio wordt een zwart gat in Europa. Het is heel gevaarlijk, de Europese elite zou dat moeten beseffen. Als we de liberale waarden serieus nemen, moeten we er ook voor vechten op momenten dat ze niet zo vanzelfsprekend zijn.”

De CEU

De Central European University werd opgericht in 1991 door George Soros. Inmiddels studeren er 1435 studenten uit 118 landen. Zij kunnen 37 masters volgen en 13 doctoraal-studies. De sociale wetenschappen zijn het populairst en staan hoog aangeschreven. De universiteit telt 15.576 alumni, onder wie bekende Oost- en Centraal-Europese politici als de Georgische president Giorgi Margvelashvili en Adam Bodnar, de Poolse ombudsman.

Lees ook:

Je voelt het aankomen: George Soros is Joods, vermogend, invloedrijk, dat vraagt om antisemitisme

Nu ook Thierry Baudet zijn pijlen begint te richten op George Soros en een onderzoek verlangt naar diens ‘nooit onderzochte geldstromen’, schieten mijn gedachten terug naar een van de wonderen na de val van het communisme.

Erdogan wint: filantroop en miljardair Soros staakt zijn activiteiten in Turkije

George Soros geeft het op. Zijn stichting die overhoopligt met president Erdogan, trekt zich terug uit Turkije.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden