HET LEVENSVERHAAL VAN LUUT UBELS (1919-1943)

'Zij zullen niet oud worden zoals wij, die achtergebleven zijn, oud worden' staat er gebeiteld in een koperen plaat op de erebegraafplaats Ancol, de plek waar tijdens de Tweede Wereldoorlog het keizerlijk leger van Japan honderden mensen ter dood bracht: een destijds ruig en eenzaam gebied van moerassen en mangrovebossen langs de kustweg van het oude Batavia naar de haven Tanjung Priok.

HANS ORANJE

Op deze plek stond slechts één boom: daaronder waren enkele vrouwen geëxecuteerd, zo had de doofstomme waker van een nabijgelegen Chinees tempeltje in zijn gebarentaal na de oorlog aan de Gravendienst uitgelegd. Die executie betrof waarschijnlijk Luchien ('Luut') Ubels, die daar op 23 september 1943 samen met twee andere vrouwen en veertien mannen werd onthoofd. Haar arrestatie (op 27 augustus) en executie, enkele weken later, door de Kempeitai, de Japanse geheime politie, zijn omgeven door onzekerheden die gewogen worden door haar broer Bert Ubels in een boekje dat hij over haar heeft laten verschijnen.

De oorlog waar vandaag 51 jaar geleden een eind aan kwam met de capitulatie door de keizer, heeft diepe sporen getrokken in het gezin van Jan Ubels, predikant van de Gereformeerde Kerk in Batavia van 1927 tot 1946. De oudste zoon, Jan, sneuvelde in de eerste dagen van maart 1942 bij de landing van Japan op Java. Dochter Cathrien kreeg een aandoening van de longen in het interneringskamp en overleed in 1947. En het oudste kind, Luut, geboren in 1919, verdween zomaar; pas na de oorlog bleek wat er gebeurd was. Het plan fragmenten uit haar brieven en uit de dagboeken van moeder Ubels, gevonden in haar nalatenschap, in een boekje samen te brengen, ontstond na het overlijden van broer Lambert ('Sam') in 1989. Sam is namelijk op een bijzondere manier met de dood van Luut verbonden.

Luut Ubels bleef in 1932 na een verlof van de familie in Nederland achter om de H.B.S. te volgen. In 1936 doet zij eindexamen en voegt zich volgens de wens van haar ouders weer bij het grote gezin in Batavia: Jan en Greet Ubels zouden twaalf kinderen krijgen. Enkele maanden na haar terugkeer krijgt Luut een baan bij de firma Tiedeman & Van Kerchem, die de administratie voerde voor een groot aantal cultuurondernemingen. Bij deze firma zal ze blijven werken tot 15 juli 1943, de dag waarop ze wordt ontslagen.

Maar dan is het al volop oorlog en is er ook in het gezin Ubels veel gebeurd. Op 1 maart 1942 landde het Japanse leger op drie plaatsen op Java. Zoon Jan, die in een stelling aan de kust ten westen van Batavia lag, moet in die eerste dagen zijn gesneuveld: hij is vermist gebleven tot de dag van vandaag. Zoon Bert zat in de bergen ten zuiden van Bandung en kwam daar in krijgsgevangenschap. Op 11 mei 1942 werd vader Ubels geïnterneerd. De 'oudste man in huis' was nu Sam, die in augustus 17 jaar zou worden. Bij de internering van de Nederlandse mannen lieten de Japanners in deze fase van de oorlog jongens onder de 17 nog vrij. Wanneer later in het jaar 1942 ook de Europese vrouwen en kinderen in bepaalde wijken worden samengebracht (de kampen Cideng en Kramat), krijgt moeder Ubels speciale toestemming nog, zolang als het duurt, in de Kwitangpastorie te blijven.

In september helpt jonkheer E. Ploos van Amstel, directeur van Tiedeman & Van Kerchem, voorzitter van de kerkenraad en goede vriend van de familie, zoon Sam aan een baantje bij het Landbouwsyndicaat. Het Algemeen Landbouwsyndicaat was een invloedrijke organisatie, die op Java de gezamenlijke belangen van de bergcultures behartigde en voor het Gouvernement als adviesorgaan fungeerde. De voorzitter van dit orgaan, ir. F. Kramer, zette zich vrijwel direct na de capitulatie energiek in voor informatieverzameling en andere voorbereidingen ten behoeve van de door veel Nederlanders spoedig verwachte bevrijding. Zo raakte de top van het Landbouwsyndicaat met de nodige interne wrijvingen betrokken bij het verzetswerk in het centrale bergland van West Java. Dat verzetswerk bevond zich in een wanhopige positie. De Indonesische informanten van de Politieke Inlichtingen Dienst waren vanuit de nationale aspiraties bereid hetzelfde werk te doen voor de Japanse bevrijder en de P.I.D. werd een verlengstuk van de Kempeitai. In november 1942 viel de Schotse RAF-piloot Gordon Coates in haar handen, die met een uitgebreid rapport over de situatie op Java naar Australië probeerde te ontkomen. Op Tweede Kerstdag werd Kramer gearresteerd.

De Kempeitai was zich, om Ubels' woorden te gebruiken, 'rot geschrokken' van deze vangst. In januari 1943 legde zij de medewerkers van het Landbouwsyndicaat een eedsbrief voor ter ondertekening. De brief behelsde een loyaliteitsverklaring aan de Japanse autoriteiten, met als vierde punt de bereidheid collega's die zich subversief gedroegen, aan te geven. Zeventien medewerkers van het Landbouwsyndicaat weigerden te tekenen. Onder hen waren Ploos van Amstel, die inmiddels naar het Landbouwsyndicaat overgeplaatst was, en de jongste bediende Sam Ubels. Ze dienden een request in.

De Japanse chef van het Landbouwsyndicaat, Naruzawa Simitsu, een landbouwkundige die al zeventien jaar op Java werkte, toonde begrip voor het request. Hij kwam daarmee in aanvaring met de personeelsfunctionaris Yamamoto, en de kwestie bleef maandenlang slepen. Sam werd in mei door Naruzawa ontslagen; op 27 mei werd hij opgepakt en geïnterneerd. In het kamp heeft hij, werkzaam in de keukens, stiekem de pannen leeggeschraapt om zijn vader, die in hetzelfde kamp was geïnterneerd, door de oorlog te helpen, onwetend van de tragische afloop van de gebeurtenissen rond het request van de zeventien.

Bert Ubels: 'Begin juli kwam het op het Landbouwsyndicaat tot een ontknoping. In een toespraak tot het voltallige personeel zei Naruzawa, in aanwezigheid van Yamamoto, genoegen te nemen met het request, het als afgedaan te beschouwen en conflicten als er met de heer Yamamoto waren geweest, voortaan te willen vermijden. Waarschijnlijk heeft Yamamoto dit zo zeer als een publiekelijk gezichtsverlies ervaren, dat hij zich gewroken heeft door de zaak - buiten zijn bevoegdheden om - aan te melden bij de Kempeitai'.

Op 9 en op 15 juli werden veertien mannelijke indieners van het request gearresteerd: C.C. Ament, E. Ploos van Amstel, W.P. Wolterbeek, E.R.P. Neeb, H.C.M. van Kessel, G.J. Scholten, A.W. Reedijk, C.W. Kieboom, M. van der Sluis, P.G.H.M. Rutgers, J.J. Stienstra, W.B.A. Zuydland, H. Prinsen en L.H. Schmidt. De twee vrouwen die het request hadden ondertekend, E. Schuiling en E. van Nieuwenburg, werden op 27 augustus gearresteerd. Op die dag meldde zich ook een Japanner bij de familie Ubels met een arrestatiebevel voor L. Ubels. Luut stond de man te woord.

Dagboek van moeder Ubels: 'Vanmiddag hebben ze mijn Lutie meegenomen. Ze was net thuis van boodschappen doen. Wij waren al klaar met eten. Ze zat (...) nasi goreng te eten toen het belletje ging, lang en hard. Ze ging zelf kijken en kwam terug hollen. “Een Jap, ik moet mee naar de P.I.D. met een koffertje.” Wat dus betekent dat ze daar een paar dagen blijft - of heel lang, misschien net zo lang als de oorlog duurt'.

'Perempuan?' ('Een vrouw?') had de Japanner nog met een lichte verbazing in zijn stem gevraagd, toen Luut had gezegd dat zij L. Ubels was. Van Luut zelf heeft de familie nooit meer iets vernomen. De onzekerheid of de Kempeitai misschien inderdaad op haar arrestatie uit was en haar niet verwarde met broer Lambert, is blijven bestaan, al had zij niets met het request van de zeventien te maken.

Uit de verhoren in 1947 door de Temporaire Krijgsraad in Batavia van beklaagden van de Kempeitai en getuigen, blijkt herhaaldelijk dat de arrestatie en executie van Luut Ubels waarschijnlijk berust op een misverstand. Sam Ubels, die als getuige optrad, verklaarde dat naar zijn oordeel de arrestatie van zijn zuster geheel ten onrechte was geschied, omdat uit alles bleek dat het de Kempeitai uitsluitend te doen was om het personeel van het Landbouwsyndicaat dat geweigerd had de verklaring te tekenen: 'zijns inziens (had) dit voor zijn zuster noodlottige misverstand zeker niet plaats gehad indien de Japanners een grondig onderzoek hadden ingesteld'.

Als dit de gang van zaken is geweest, heeft Luut zich wellicht gerealiseerd dat niet zij, maar Sam werd gezocht. Over die persoonsverwisseling heeft zij dan tegenover de Kempeitai er het zwijgen toe gedaan. Een van de Japanse beklaagden gaf voor de krijgsraad als zijn mening te kennen 'dat het zeer goed mogelijk is dat het meisje Ubels, teneinde haar broer te redden, alle schuld op zich heeft genomen'.

Na hun arrestatie kregen de weigeraars opnieuw gelegenheid de eedsbrief alsnog te ondertekenen, wat allen, nu inclusief Luut, weigerden. Of zij de gevolgen van hun weigering toen al onder ogen zagen, kan niemand zeggen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden