Het laatste bewijs

WIM BOEVINK

En toen was er gisteren ook die foto. De foto van de fundamenten. Vierkante ruimtes. Een plattegrond als een uitroep. Een schreeuw. Het was aangrijpend die foto te zien.

Hij was genomen door Joram Chaimi, de Israëlische archeoloog die acht jaar geleden in dit bos aan de rand van Polen, tegen de grens met Wit-Rusland aan, begon te graven.

Hij had gevonden wat hij zocht.

Eindelijk, eindelijk, had het bos prijsgegeven wat de daders ruim zeventig jaar geleden dachten te hebben uitgewist.

De gruwelijke, industriële moord op ruim 170.000 Joden, onder hen meer dan 34.000 Nederlanders, in deze ruimtes. Vier stuks.

Gaskamers.

Hun plattegrond nu blootgelegd, badend in daglicht. Het laatste bewijs.

Ik kan niet bedenken wat door Joram Chaimi's hoofd ging toen hij op deze resten stuitte. Hij verloor twee ooms in Sobibor. Het gebouw was groter dan hij had verwacht, liet hij weten. Hij verwachtte nog vier kamers te vinden.

Het vernietigingskamp Sobibor, dat zo'n achttien maanden in bedrijf was, tussen april 1942 en oktober 1943, werd na de opstand in die laatste maand door de SS opgeheven; dwangarbeiders uit Treblinka moesten alle sporen verwijderen en het terrein van het kamp met bomen beplanten. Met hun werk in Sobibor kwam ook aan het leven van de dwangarbeiders een einde.

En hun bomen schoten wortel, bedekten de bodem en groeiden, jaar in, jaar uit. Er was in 1945 nauwelijks iemand die van Sobibor had gehoord. Op een paar na. Een paar overlevers van de opstand. En ene Jules Schelvis.

Die was er op een ochtend in juni 1943 aangekomen, met een transport uit Westerbork, zijn jonge vrouw Rachel naast zich. Een speling van het lot maakte dat hem werd toegestaan zich bij een groep uitgekozen dwangarbeiders te voegen; het begin van een helse odyssee langs verschillende kampen. Rachel zag hij nooit meer terug.

In 1993, na zijn zijn pensionering, publiceerde Jules Schelvis zijn wetenschappelijke werk over Sobibor, waarin hij het kamp reconstrueerde op basis van lang onderzoek en van getuigenverklaringen in processen die tegen daders waren gevoerd.

Ik zie zijn maquette voor me. De maquette van dat verdwenen kamp. De maquette die ook op een wand geprojecteerd werd in de rechtszaal in München, in het proces tegen Ivan Demjanjuk. Ik zie de Rampe waar de trein halt hield, de barakken van Lager I, II en III, de Himmelfahrtstrasse die naar de gaskamers voerde.

De laatste weg die Rachel aflegde.

In 2012 vond Chaimi in de bodem resten van palen die de omheining van de Himmelfahrtstrasse markeerden, en die route voerde hem naar die ruimtes, verscholen onder een later aangelegde asfaltweg.

Een belangwekkend archeologisch project nadert zijn voltooiing, op het moment dat het Sobiborterrein een nieuwe inrichting krijgt als herdenkingsplaats.

Men vond ook een ring, een trouwring met Hebreeuwse inscriptie. Een trouwring, vlakbij de gaskamer.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden