Het kabinet blijft erbij: het bedrijfsleven krijgt miljardensteun
De dividend-belasting wordt toch niet afgeschaft. Het regeerakkoord wordt opengebroken en er wacht een debat met de Tweede Kamer.
Wat de afgelopen anderhalf week in de lucht hing, is nu definitief: de dividendbelasting wordt niet afgeschaft. De coalitiepartijen bereikten maandag een akkoord over alternatieve maatregelen om het Nederlandse vestigingsklimaat te verbeteren.
Oppositiepartijen hebben er de afgelopen dagen bij premier Mark Rutte op aangedrongen om het vrijgekomen geld (1,9 miljard euro per jaar) te besteden aan de publieke sector. Die oproep blijkt vergeefs. Het kabinetsplan was en blijft om het bedrijfsleven financieel te helpen. Ter verdediging zegt Rutte dat begrotingsregels verhinderen dat het geld nu wordt ‘overgeheveld’ naar bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs of de politie.
Dat de dividendbelasting toch in stand blijft, betekent dat het regeerakkoord moet worden opengebroken. Staatssecretaris Menno Snel van financiën informeerde de Tweede Kamer maandagavond over wat dit betekent (zie 'Alternatieve maatregelen voor het vestigingsklimaat'). Uitgangspunt voor het kabinet blijft, schrijft Snel, dat ‘Nederland voor ondernemers een aantrekkelijk vestigingsland is’. “Dit doel staat voor het kabinet voorop.”
Omstreden plan
Het voornemen van het kabinet om de dividendbelasting af te schaffen, was direct bij verschijnen van het regeerakkoord, in oktober 2017, omstreden. De oppositie trok een jaar lang ten strijde tegen dit kabinetsbesluit. Zelfs toen de SGP, van nature een gedoogpartij, zich tegen het plan keerde, hield de premier stand.
De ommekeer kwam anderhalve week geleden. Op vrijdag 5 oktober meldde Unilever dat het hoofdkantoor vanwege onrust onder de aandeelhouders voorlopig toch niet verhuist van Londen naar Rotterdam. En het schrappen van de dividendtaks in Nederland zou juist ten goede komen aan deze multinational. Rutte zag zich genoodzaakt om zijn plan ‘opnieuw te wegen’, Haags jargon voor intrekken.
De premier ging een onvermijdelijke nederlaag tegemoet. Hij voelde immers ‘tot in zijn diepste vezels’ dat afschaffing van de belastingmaatregel ten goede zou komen aan het vestigingsklimaat. Over zijn beschadigde positie zei hij: “Een kras? Mijn baan is een verzameling van krassen.”
Het kabinet is ook nu nog niet verlost van de discussie. De oppositie maakt zich op voor een nieuw Kamerdebat over de kwestie, mogelijk al deze week.
Alternatieve maatregelen voor het vestigingsklimaat
• De vennootschapsbelasting voor grote bedrijven daalt nog iets verder. Het tarief zou gaan van 22,25 naar 21 procent. Het wordt per 2021 20,5 procent.
• De vennootschapsbelasting voor het mkb zou dalen naar 16 procent. Dit wordt per 2021 15 procent.
• Het kabinet verzacht de pijn voor directeuren-grootaandeelhouders, die voortaan belasting moeten gaan betalen op hoge leningen die zij afsluiten bij hun eigen onderneming.
• Met ingang van 2021 trekt het kabinet structureel 200 miljoen euro uit om werkgeverslasten omlaag te brengen.
• De fiscaal gunstige regeling voor expats blijft een paar jaar langer bestaan. Buitenlandse arbeiders ontvangen maximaal 30 procent van het salaris belastingvrij.
Lees ook:
Reconstructie: Rutte en het afschaffen van de dividendbelasting
Het kabinet laat het plan om de dividendbelasting te schrappen, varen. Vol vuur verdedigde Rutte de maatregel een jaar lang. Het plan ontglipte hem geleidelijk. Een reconstructie in drie bedrijven.