Het Jeruzalem van de antroposofie

Geloofsgrond | Hoe beïnvloeden een plek en het geloof op die locatie elkaar? Trouw onderzoekt die vraag deze zomer en reist het land door. Vandaag: alles wat antroposofisch heet, is samengebald in Zeist.

STEVO AKKERMAN

De Antroposofische Vereniging is gevestigd in Zeist. Uitgeverij Christofoor ook. Plus de Triodosbank. Net als patiëntenvereniging Antroposana. En het Kindertherapeuticum. Aan de Utrechtseweg staan nog altijd de Zonnehuizen, voorheen 'heilpedagogisch instituut'. Er is een Christengemeenschap, anno 1937, die huist in de Raphaëlkerk. De Vrije School, voor zowel basis- als middelbaar onderwijs, telt hier duizend leerlingen.

Zeist is, met andere woorden, het Jeruzalem van de Nederlandse antroposofie. Maar vraag hoe dat zo gekomen is en de Zeist-kenners staan met de mond vol tanden. De gemeentewoordvoerder meldt dat 'het archief niets kan vinden' en verwijst naar het Gilde Zeist, dat rondleidingen verzorgt in en rond 'de parel van de Stichtse Lustwarande'. Maar ook daar geen kennis op dit gebied. Raadpleeg het Zeister Historisch Genootschap, suggereert men. Helaas, bij het genootschap weten ze het evenmin: er is duidelijk een verband tussen Zeist en de volgelingen van Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, maar waar dat op gebaseerd is? Misschien is het allemaal wel toeval.

Toeval? Dat zou kunnen, zegt Christoph ten Houte de Lange. Hij glimlacht er een beetje bij. Over het toeval heeft hij zo zijn gedachten. In gezelschap van Andreas Reigersman, secretaris van de Antroposofische Vereniging, schetst Ten Houte de Lange aan de hand van zijn persoonlijke geschiedenis de contouren van antroposofisch Zeist. Die geschiedenis begint voor hem - geboren in 1946 - in het tuinhuisje van het toenmalige landgoed Pasadena, waar een kleuterschooltje op antroposofische basis was gevestigd. "Daar ging ik in het begin van de jaren vijftig naartoe. Oergezellig was het er, dankzij de leidsters, mevrouw Aldershoff en juffie Boden."

De ouders van Ten Houte de Lange hadden de oorlog in Zwitserland doorgebracht. Bij terugkeer in Nederland vestigden ze zich in Zeist, waar ze vanwege hun vrijzinnige inslag aansluiting vonden bij antroposofisch angehauchte geesten. Er was in Zeist al sinds 1930 een Vrije School, en het feit dat Bernard Lievegoed hier woonde speelde ook een rol. Lievegoed - psychiater, pedagoog, hoogleraar sociale bedrijfskunde - was de grote man van de antroposofie in Nederland; rector van de Vrije Hogeschool, voorzitter van de Antroposofische Vereniging van 1961 tot 1975. Ten Houte de Lange: "Mijn vader sloot zich aan bij de Rotary, en trof daar Lievegoed. Diens denken sloot nauw aan bij de levensbeschouwelijke oriëntatie van mijn familie, die een maçonnieke traditie kent: geïnteresseerd in het spirituele, maar niet gericht op het kerkelijke. Zo kwamen we bij de antroposofie terecht."

Vruchtbare bodem

Er waren in de eerste helft van de vorige eeuw drie plaatsen waar het antroposofische gedachtengoed de meest vruchtbare bodem vond: Zeist, Zutphen en Den Haag. "Lange tijd was Den Haag het belangrijkst", zegt Andreas Reigersman, die alle namen en jaartallen uit de geschiedenis van zijn vereniging paraat lijkt te hebben. "Maar Zeist heeft die rol overgenomen." Zelf woont hij hier sinds 2001, toen hij bij de Triodos-bank ging werken. Inmiddels is hij als zelfstandige actief in de organisatie van de gezondheidszorg, onder andere als voorzitter van de raad van commissarissen van de antroposofische zorginstelling De Seizoenen.

In Zeist is in de loop van de decennia heel veel 'initiatiefkracht' aan de dag gelegd, voortvloeiend uit verwantschap tussen mensen, zegt Reigersman. Rond de initiatiefnemers van het eerste uur, zoals Lievegoed, hebben de dingen vorm gekregen. "Voor ons is elementair dat de mens deel uitmaakt van een geestelijke wereld, waar ook de vitaliteit uit voortkomt; daarin is het materiële voorgegeven."

Had dit zich ook ergens anders kunnen voltrekken dan in Zeist? Niet op elke willekeurige plek, zegt Ten Houte de Lange, al is het ook weer niet zo dat altijd aanwijsbaar is waarom wat op welke plaats gebeurt. Maar 'elke ontmoeting heeft een aspect dat je niet kunt rangschikken onder het toeval' en in Zeist hebben zich veel van dergelijke ontmoetingen voorgedaan. "De ontwikkelingsgang van het ene individu staat niet los van die van het andere individu; zo ontstaan groepen van mensen die bij elkaar horen en saampjes bepaalde projecten moeten uitvoeren. Daar ben ik van overtuigd."

Adellijk

Dat zich onder de gelijkgestemde geesten van de antroposofie nogal wat welgestelde en adellijke personen bevonden, zullen Ten Houte de Lange en Reigersman niet ontkennen - ze komen zelf uit die kringen. "Dat stamt uit de oprichtingstijd", zegt Ten Houte de Lange, zelf betrokken bij de geboorte van Triodos. "Mensen die zich geen zorgen hoefden te maken over het materiële, hadden meer tijd en gelegenheid om zich met de geestelijke kant van het leven bezig te houden. Ze waren ook in staat te investeren in grond en gebouwen om organisaties van de grond te tillen." Van een inhoudelijk verband tussen elite en antroposofie is geen sprake, voegt Reigersman aan. "In de vroege fase was de maatschappelijke bovenlaag oververtegenwoordigd, dat is waar. Maar in de jaren zestig is dat grondig gedemocratiseerd, in de goede zin van het woord. Je vindt er misschien nog iets van terug, maar het elitaire karakter van de antroposofie is verdwenen."

Reigersman ontwaart in Nederland een 'tweestromenland', waarbij de dominantie van het materiële een tegenreactie oproept, 'een zekere kanteling van de tijdgeest'. Hij wijst op de groei van de Triodosbank, de toenemende belangstelling voor biologische landbouw en natuurgeneeswijzen, de stijgende leerlingenaantallen bij de Vrije Scholen, die een jaar of tien geleden nog de nodige crises te verwerken hadden. "Er is een stroom van mensen die het positivistisch-wetenschappelijke wereldbeeld niet als alleen-zaligmakend wil beschouwen, en die stroom is groeiende. Vanuit antroposofisch perspectief zien we daarin de opdracht weer verbinding te maken met de geestelijke wereld, want die is in onze cultuur zoekgeraakt. Maar we hebben absoluut geen heilsleer, met een onvermijdelijke uitkomst; het is aan de mens zelf om verantwoordelijkheid te nemen."

undefined

Esoterisch christelijk: sacramenteel en spiritueeld

Naast de antroposofie in al zijn verschijningsvormen, inclusief de kerkelijke (de Christengemeenschap), telt Zeist ook een Esoterisch Christelijk Centrum, dat een zekere verwantschap vertoont.

Frans Honigh, priester bij het ECC, noemt al snel de naam van Rudolf Steiner als hij uitlegt waar het om draait in zijn kleine geloofsgemeenschap (18 leden, en nog eens zo'n 40 mensen die regelmatig de diensten bezoeken). "Wij zijn tegelijkertijd sacramenteel en spiritueel. Wij geloven in een esoterisch christendom, dat gedragen wordt van binnenuit. Christus is voor ons de basis. Dan denken we niet aan een man met een baard van 2000 jaar geleden, maar aan de zoon van God die wij ervaren als een innerlijke werkelijkheid. Net als bij Steiner draait het bij ons om de Christus in jezelf."

Het ECC houdt zijn bijeenkomsten op landgoed Dijnselburg: kosmische missen, spirituele genezingsdiensten, vollemaanvieringen en Agapè-diensten met brood en wijn. Gelieerd aan het ECC is het Instituut voor Metafysica, dat cursussen aanbiedt als 'Transformerend denken, het brein voorbij' en 'Bevriend raken met de dood'. Ook daarin wordt verwezen naar de antroposofie, waarbij niet alleen Rudolf Steiner voorbij komt, maar ook Mario Schoenmaker, een Australische predikant van Nederlandse komaf. Dat het ECC in het centraal gelegen Zeist is neergestreken, is volgens Honigh niet zomaar. "Het midden, ook wel aangeduid als het hart, is meer dan een geografisch begrip. Het hart staat voor verbinding, daarin komt alles samen."

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden