Het jaar van Verstappen: vaak uitvallen, (te) veel geldingsdrang en twee overwinningen
Het Formule 1-seizoen eindigde vanmiddag met de traditionele optocht in het kunstlicht op het Yas Marina Circuit in Abu Dhabi. Max Verstappen (20) werd vijfde. Dit seizoen won hij twee keer, maar viel hij veel vaker uit. Een resumé in vier steekwoorden.
Motorpech
Verstappen niet in de auto, maar met het hoofd omlaag ernaast. Terugrijdend naar de pits achterop een brommer, en niet in zijn eigen cockpit. Het was een tekenend beeld voor Verstappen begin dit jaar.
Een slechte Renault-motor, diverse problemen en een Ferrari-sandwich in Singapore (hij zat klem tussen de auto’s van Kimi Raïkkonen en Sebastian Vettel) zorgden voor veel uitvalbeurten. Acht van de twintig keer haalde Verstappen uiteindelijk de finish niet, liefst zes keer in de eerste twaalf races. Om uiteenlopende redenen.
Kenmerkend was het uitvallen in de ‘Nederlandse’ Grand Prix in België. Precies voor het oranje gekleurd publiek parkeerde hij wegens autoproblemen zijn auto al in de achtste ronde. De frustratie was enorm, de teleurstelling ook. “Ik weet niet hoe lang ik dit volhoud”, mopperde hij daarna.
Mongool
Maar niet alles kan de motor van Verstappen worden aangerekend. In zijn nog jonge carrière deed Verstappen dit jaar ook te wilde manoeuvres. Soms was zijn geldingsdrang te groot. Zo reed hij in Hongarije zijn teamgenoot Daniël Ricciardo van de baan. De Australiër was daarna woedend. “Als hij geen excuses aanbiedt, dan hebben we een probleem.” Verstappen bond in.
In Italië ‘verziekte’ Felipe Massa Verstappens race, aldus Verstappen zelf. Toch was het de Nederlander zelf die op een verkeerd moment de aanval had ingezet. En kort na zijn race in Amerika, waar hij van plek zestien naar het podium reed maar een penalty kreeg omdat hij een stuk had afgesneden, noemde hij de Engelsman die hem had bestraft een ‘idioot’ en een ‘mongool’.
Later nam hij afstand van die woorden. Hij erkende voor de camera van Ziggo Sport dat hij natuurlijk niemand wilde beledigen.
Bekijk hieronder de inhaalactie waarvoor Verstappen uiteindelijk bestraft werd. Tekst loopt door onder de video.
Sepang
Het toch wel mislukte seizoen van Verstappen begon op 26 maart bij de eerste Grand Prix van het jaar, in Australië. Pas op 1 oktober, iets meer dan een half jaar later, werd dat miserabele jaar enigszins goedgemaakt.
In Maleisië, op het circuit van Sepang, wiste hij met zijn eerste overwinning van dit jaar zijn problemen uit. In de vierde ronde haalde hij vol bravoure Lewis Hamilton in. Zijn reactie op de boordradio was er eindelijk een van opluchting én zelfvertrouwen: “This is how we do it.” Die zin verdrong nadien de pech van alle eerdere races.
Dat hij daarna ook een ‘saaie’ rit kon winnen, bewees Verstappen in Mexico. Daar leidde hij na bocht één van start tot finish. Zijn tweede overwinning, die alleen werd overschaduwd door het wereldkampioenschap van Lewis Hamilton.
Zandvoort
Voor het eerst sinds 1985 een Formule 1-wedstrijd op het circuit in Zandvoort? De gemeente presenteerde begin deze maand een haalbaarheidsonderzoek. Niet verrassend: het is mogelijk. Maar het kost wel miljoenen en het vinden van draagvlak ‘gaat jaren duren’, zoals prins Bernhard van Oranje-Nassau, mede-eigenaar van het racecircuit in Zandvoort, toen zei.
Dus nee, een Grand Prix in Nederland komt er voorlopig niet. Maar was zo’n onderzoek een aantal jaar geleden nog ondenkbaar, nu doet de populariteit van Verstappen genoeg. Uit onderzoek van sportmarketingbureau Nielsen blijkt dat Formule 1 de laatste twee jaar schaatsen en wielrennen al heeft verdrongen op de lijst van populairste sporten in Nederland. Alleen naar voetbal kijken meer mensen. Twee jaar geleden schommelde de autosport nog rond plek vijf.
Verstappen zelf is volgens Nielsen verreweg de bekendste Nederlandse sportman. Vorig jaar werd hij nog sportman van het jaar. Dit weekend kreeg hij er weer een vraag over in Abu Dhabi: de Nederlander deed het af met een simpele opmerking: “Doe dat maar als ik wereldkampioen ben geworden.”