‘Het is hier saai, doe wat’, klinkt het in Eindhoven
In Eindhoven is te weinig te doen. Meer en meer buitenlandse kenniswerkers trekken naar de stad, maar vertrekken ook na een paar jaar weer. De stad wordt saai gevonden en de sociale voorzieningen schieten tekort. De oplossing volgens zuidelijke industrieleiders: een flinke zak geld uit Den Haag.
Techreuzen uit Brabant vragen 8,3 miljard euro van de nationale overheid. Minimaal de helft daarvan moet geïnvesteerd worden in betere bereikbaarheid van, en voorzieningen voor Eindhoven. Dit staat in de vandaag gepresenteerde Actieagenda, opgesteld op initiatief van het ministerie van economische zaken nadat de regio eind vorig jaar officieel de status van mainport kreeg. Er werken 400.000 mensen in de regio en de werkgelegenheid groeit er harder dan elders.
Een treinstation bij Eindhoven Airport en een beter cultuuraanbod staan hoog op de wensenlijst van bedrijven als NXP, Philips, ASML en VDL. Een museum ook en een design-centrum. Zelf beloven ze een investering van 2,2 miljard te doen.
Tekort aan internationals
De bedrijven zijn in toenemende mate afhankelijk van werknemers uit het buitenland. Zo is een vijfde van de ruim negenduizend in Nederland werkende personeelsleden van ASML ingevlogen. Van de bijna 1300 mensen die in 2016 zijn aangenomen, heeft een derde geen Nederlands paspoort.
Die toenemende afhankelijkheid komt doordat er te weinig aanwas is vanuit Nederlandse technische universiteiten. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt berekende dat de vraag naar technici in 2020 tweemaal zo hoog zal zijn als het aanbod. “Wij voorzien een tekort aan afgestudeerden in studies als wiskunde, technische natuurkunde en mechatronica”, zegt Monique Mols van ASML.
Het is niet zo dat er te weinig animo van studenten is. Universiteiten hebben op dit moment simpelweg te weinig plek om aan de groeiende vraag te voldoen. De Technische Universiteit Eindhoven kondigde vorig jaar zelfs een numerus fixus aan voor vier bacheloropleidingen. Als alternatief werven grote bedrijven in het buitenland. Volgens recente cijfers is een op de tien Eindhovenaren een zogeheten ‘international’. Want expat is echt de verkeerde term, zegt Mols: “Expats zijn mensen die met een speciaal contract de wereld rondreizen. Van de mensen die wij binnenhalen verwachten we dat zich hier echt settelen.”
Niet spannend genoeg
En daar wringt de schoen. Het binnenhalen van werknemers is niet zo lastig, ASML staat mooi op je cv. Maar als het eerste contract na twee of drie jaar afloopt, kiezen veel internationals voor een werkgever in een ander land. Mols onderschrijft het probleem: “Als onze werknemers een gezin stichten, wordt de omgeving belangrijker.” Met name cultuur en sociale voorzieningen worden node gemist in Eindhoven: “Sportverenigingen zijn bijvoorbeeld enkel gericht op Nederlanders en ook op reguliere basisscholen is weinig ruimte voor internationaal onderwijs.”
Volgens de Eindhovense ondernemer Joost van Dijck is de stad vooral niet spannend genoeg. Van Dijck is eigenaar van ‘The Hub’, een plek waar internationals regelmatig feesten houden. Met betere sociale voorzieningen, cultuur en infrastructuur is volgens Van Dijck het probleem niet zomaar opgelost: “De mensen die ik spreek hebben ook behoefte leuke cafeetjes waar je zelf naar op zoek moet. Die heeft deze stad niet. Het is hier heel overzichtelijk.”