Het introverte paleis van de Ottomanen
De tentoonstelling ’Istanbul’ in de Nieuwe Kerk in Amsterdam,komt op een cruciaal moment. De aanvraag van de Turken om lid te worden van de Europese Unie staat onder druk. De expositie laat zien hoe de Ottomaanse heersers zich anderhalve eeuw geleden al lieten beïnvloeden door het Westen. Koningin Beatrix opent de expositie morgenavond.
De eerste aanblik op het Topkapi-paleis is teleurstellend. Eenmaal de hoofdpoort gepasseerd wacht een lange wand die het uitzicht onthoudt op wat tijdelijk restauratievoorzieningen zijn.
Pas enkele poorten later onthult het eerste grote paviljoen midden in de bloemenrijke tuin de schoonheid waar het paleis zijn faam aan ontleent. Elk gebouw dat je daar te zien krijgt, valt op door de tegeldecors waarin blauw of, heel toepasselijk op deze plek, turquoise dominant aanwezig is.
Maar voordat je je dat realiseert moet de bezoeker al een keus maken: ga je de harem bekijken of kies je voor de musea: de zalen waar vroeger de sultans hun gasten ontvingen. Verdeeld over de binnenhoven vragen ze aandacht voor specifieke kunstvormen binnen de Ottomaanse cultuur.
De lange rijen die voor het haremcomplex op de verplichte gids staan te wachten, maken duidelijk dat de romantische mythe rond het hofleven van de sultans prevaleert boven bewondering voor toegepaste kunst.
Toch komt de bezoeker daar bedrogen mee uit. De haremvertrekken die ooit onderdak boden aan enkele honderden vrouwen, ogen nu even museaal als de met kunst opgetuigde zalen elders in het paleiscomplex. Eigenlijk is de sfeer heel doods. Vooral als je als bezoeker beseft dat de bewoners van deze vertrekken hun verblijf als een gouden kooi beschouwden. Ze mochten in oneindige luxe baden, maar alleen het uitzicht tot ver over de Bosporus gaf een summiere indruk van het leven dat ze buiten de poorten van het paleis hadden kunnen leiden.
Hoewel het Topkapi-paleis regelmatig werd uitgebreid, is de vermenging van regeren en wonen steeds gebleven. De enige karakterwijziging zit in het feit dat de woonvertrekken niet meer gemeubileerd zijn. Je treft dus overal lege zalen of kamers aan. Dat geeft ruimte aan de groepen bezoekers die zich vergapen aan de wanddecoraties, maar het houdt ze ook verre van een voorstelling van de wijze waarop de mensen hier leefden.
In weerwil van het feit dat het paleis defensief oogt, heeft het nimmer een rol van belang in het oorlogsgebeuren gespeeld. Vanaf de inname van het aloude Constantinopel, dat nog door de Romeinse keizer Constantijn de Grote in de vierde eeuw werd gesticht, tot het begin van de 20ste eeuw hebben hier de Ottomaanse sultans gestreefd naar de uitbouw van een wereldrijk dat zich uitstrekte over drie continenten. Die inname had plaats op 28 mei 1453 toen Mehmed de Veroveraar de tot dan toe christelijke stad binnentrok en haar omdoopte in Istanbul (afgeleid van het Griekse eis ten polin wat zoveel betekent als ’naar de stad’).
De Ottomaanse dynastie die kort daarop opdracht tot de bouw van het Topkapi-paleis gaf, bestond al veel langer. In feite geldt Osman I, die in 1324 stierf, als de grondlegger van de dynastie die tot 1923 aan de macht zou blijven. In dat jaar werd sultan Mehmed VI afgezet en verbannen naar het buitenland, waarna Mustafa Kemal Pasja, beter bekend als Atatürk de eerste president van de republiek Turkije werd. De Ottomanen vormen zodoende de langst regerende vorstendynastie in Europa.
Als epicentrum van de politieke en culturele macht die van de Ottomanen uitging, had het Topkapi-paleis aanvankelijk een ontzagwekkende uitstraling. Het is verwonderlijk dat die macht niet door een dominant kasteel of burcht middenin de stad werd afgedwongen. Steden in de machtigste Europese staten werden ten tijde van de Middeleeuwen altijd rond een fortificatie opgetrokken.
Zoniet Istanbul. Het Topkapi-paleis lijkt zich enkele tientallen meters boven de samenvloeiing van Bosporus en Gouden Hoorn van de wereld af te keren, zo introvert oogt het. De Ottomaanse cultuur die natuurlijk meer is dan architectuur, laat zich alleen kennen als je met veel inzet tot haar kern weet te geraken. Pas dan onthult zich een kunst die rijk aan kleur, aan vormbetekenis en symbolische duiding is. Het is aan het geloof (de Ottomanen hingen de islam aan, wat de dominante staatsgodsdienst was, in tegenstelling tot Atatürk, die voor een seculiere staatsvorm koos) toe te schrijven dat al te veel uiterlijk vertoon geen kans kreeg.
Opmerkelijk is dat de sultans zich op een gegeven moment van het Topkapi-paleis afwendden. In de 19de eeuw groeide er afkeer tegen het historische complex, die uitmondde in de bouw van een nieuw hof. Het Dolmabahce-paleis, pal tegenover het Topkapi gelegen en eveneens aan de Bosporus, bestond al in een enigszins embryonale staat als zomerresidentie. Toen de sultan op het Topkapi was uitgekeken, besloot hij het Dolmabahce volgens de laatste trends uit te breiden en waar nodig van nieuwe, nog altijd Ottomaanse decoratiekunst te voorzien. Het ontwerp, bedacht door de architecten Karabet en Nigogos Balyan, werd in 13 jaar (tussen 1843 en 1856) uitgevoerd voor een bedrag van vijf miljoen goudmunten. Er kwamen prachtige tuinen met vijvers en elegante fonteinen en een uitzicht op de Bosporus.
De vrouwelijke bewoners werden in staat gesteld om vanaf de met marmer belegde promenade een hengeltje uit te werpen om verse vis op het menu te krijgen. Bijzonder aan het paleis is de fysieke scheiding tussen de staatsmacht en de privéruimten. Tussen de regeringskantoren en de woonvertrekken inclusief de harem loopt een gang van meer dan honderd meter. Bij de bouw werd de nieuwste verwarming toegepast (hete lucht komt uit de voet van de neo-antieke zuilen).
In niets lijkt het Dolmabahce op het Topkapi. Wordt het laatste paleis gedomineerd door een ingetogen, oosterse sfeer, het Dolmabahce heeft een veel westerser inslag. Alle neostijlen die in het 19de eeuwse Frankrijk, Engeland of Italië werden bedacht, zijn hier terug te vinden. Bijna overal overheerst de neobarok, met name in de semi-openbare ruimtes en waar het adminstratieve apparaat van de regerende sultan was ondergebracht.
Eigenlijk is het met die neobarok (die hier natuurlijk van geen kant zuiver op de graat is, doortrokken als ze is van allerlei eclectische verschijnselen) op deze plek vreemd gesteld. In Europa - en dat was het werelddeel waar Turkije al vanaf de 19de eeuw naar lonkte, het werelddeel dat economisch en militair bezien een wereldmacht was - ontstond de barok in Italië als voornaamste kunstvorm van de contrareformatie van de 17de eeuw. Barok was de kunstvorm van de jezuïeten, die de afvallige christenen terug naar de Kerk van Rome wilden leiden. De neobarokke aankleding van een door moslims ontworpen paleis is het laatste wat je in deze Ottomaanse metropool verwacht.
Dit is, zo denk je hier, de Ottomaanse cultuur over zijn hoogtepunt heen. En wat een symboliek ligt er niet in het feit dat Atatürk hier, in zijn slaapkamer met uitzicht op de Bosporus temidden van zijn regeringsapparaat is gestorven. De eerste president van de republiek Turkije wilde zijn land zo graag moderniseren dat het een sleutelrol kon spelen tussen twee verschillende werelden.
Tentoonstelling ’Istanbul - De stad en de sultan’, van 16 december tot en met 15 april in De Nieuwe Kerk in Amsterdam. www.nieuwekerk.nl
Turkey Now festival, 20 culturele evenementen tussen 29 januari en 21 april in Amsterdam en Rotterdam. www.turkey-now.info