Het infraroodpaneel straalt als een zonnetje, maar vreet stroom
Er warmpjes bij zitten, terwijl de cv-ketel uit staat. Het kan, met een infraroodpaneel aan het plafond. Dat helpt duurzamer te wonen, maar er kleven soms flinke nadelen aan het gebruik van dit elektrische apparaat.
Weet je wat? Ik zet dat ding wel even voor je aan.” Joost Brinkman (44) uit Utrecht heeft het tegen zijn 12-jarige dochter Hadewych. Ze is ziek thuisgebleven. Rillerig zit ze op de bank in de woonkamer. Het ‘ding’ waar hij op doelt is een plat en rechthoekig element dat precíés boven het bankstel hangt. Aan het plafond dus. Je zou hem bijna over het hoofd zien. Het apparaat is net zo wit als de muurverf in de kamer. Maar schijn bedriegt. Hij draait direct op volle toeren. Brinkman houdt zijn hand er vlak bij. “Ja, hij staat aan hoor. Best wel heet! Ik zal hem maar niet aanraken.”
De familie behoort tot een select clubje huishoudens met een infraroodpaneel. Ook al bestaat dit apparaat al jaren, het product is onbekend gebleven. Daar zou wel eens verandering in kunnen komen. Want nu het overheidsdoel is dat alle Nederlandse huishoudens in 2050 van het aardgas afgekoppeld zijn, komen verwarmingssystemen op elektriciteit in de belangstelling te staan. Warmtepompen bijvoorbeeld. Die kunnen warmte opwekken met elektriciteit. Het infraroodpaneel is ook een aardgasloze techniek.
“Maar je moet niet denken dat je gelijk je hele huis ermee kan verwarmen hoor”, zegt Brinkman, die als energiemedewerker van een groot adviesbureau verstand heeft van schone verwarmingssystemen. Een infraroodpaneel, zegt hij, is bij uitstek geschikt om een bepaald plekje in je huis warm te maken. De hoek waar de eettafel staat, een werkplek, of zoals in huize Brinkman de zithoek. “Als wij een filmavondje houden, dan kan het paneel onze zithoek verwarmen. In de rest van de kamer kunnen we de temperatuur laag houden”, vertelt hij. Vloeit de warmte dan niet weg, de kamer in? Nee. Want een infraroodpaneel straalt warmte direct op mensen en spullen. Volgens gebruikers voelt de straling daarom aan als een lekker zonnetje.
De apparaten zijn niet erg duur. De prijzen variëren, afhankelijk van vermogen en merk, tussen de 100 en 500 euro per stuk. Op internet en in speciaalzaken zijn infraroodpanelen in alle soorten en maten te koop. Ze bestaan zelfs met een afdruk erop, als een soort schilderij. Zo’n paneel, is het idee, kan dan decoratief aan de muur hangen in plaats van aan het plafond. Er zijn zelfs stralingspanelen in de vorm van een spiegel. Die kan bijvoorbeeld in de badkamer hangen. Zo hoeft er geen verwarming te loeien in deze ruimte, waar mensen doorgaans toch maar kort een paar keer per dag komen om zich op te frissen. In de meeste kamers van een huis hangt een infraroodpaneel het handigst aan het plafond. Want dan staan er geen meubels of spullen in de weg die de straling blokkeren.
Stroomvreters
Een nadeel is wel: infraroodpanelen zijn stroomvreters. “Die van mij vraagt 1400 Watt”, zegt Brinkman. “Daarmee jaag je er veel stroom doorheen.” Het is dus niet handig om het infraroodpaneel standaard aan te laten staan. Een IR-paneel, zoals het apparaat wordt afgekort, is alleen nuttig op een bepaald plekje in huis, als daar iemand zit of staat.
Volgens het onafhankelijke informatiecentrum Milieu Centraal moeten consumenten zich niet te snel rijk rekenen als ze infraroodpanelen in huis halen. De apparaten kunnen niet voor genoeg warmte zorgen in huis. Tenzij een huis extreem goed geïsoleerd is, maar dat zijn de meeste Nederlandse huizen niet. En daarom is het volgens Milieu Centraal maar de vraag of het gebruik wel slim is. In veel gevallen is verwarmen met IR-panelen op stroom duurder dan verwarmen met gas.
En het milieu is er ook niet bij gebaat als de gloeischijf volop straling verzendt, want het leidt volgens Milieu Centraal doorgaans tot meer CO2-uitstoot. De stroom uit het energienet wordt in Nederland voor het grootste deel geproduceerd met gas- en kolencentrales. Dus om een infraroodpaneel ‘groen’ te gebruiken is het wel zaak om groene stroom af te nemen. Of om de elektriciteit zelf op te wekken, met zonnepanelen op het dak. Let er dus op, stelt Milieu Centraal, dat ‘vergroening’ van de stroom die het infraroodpaneel nodig heeft zo wel extra kosten met zich kan meebrengen.
Als iemand veel IR-panelen in huis haalt, kan het zelfs zijn dat er een zwaardere stroomaansluiting in de meterkast nodig is. In dat geval betaalt een consument honderden euro’s extra aan de energienetbeheerder per jaar, als vaste kostenpost. Wie energie wil besparen kan volgens Milieu Centraal meestal beter eerst zijn huis isoleren en verduurzamen. Infraroodpanelen zijn geen gemakkelijke oplossing om in één klap ‘groen’ te worden.
Bijverwarming
“Als bijverwarming zijn de mogelijkheden voor IR-panelen groter dan als hoofdverwarming”, stelt het kenniscentrum. “Met IR-panelen kun je in ruimtes die je kort of maar af en toe gebruikt alleen stralingswarmte aanzetten op het moment dat je er bent.” In de badkamer, op zolder of in een werkkamer. Veel IR-panelen worden daarom geleverd met een bewegingssensor. Loopt iemand zijn werkkamer binnen, dan floept het paneel aan. De straling geeft direct warmte. Brinkman: “Wij hebben een afstandsbediening bij ons IR-paneel. Maar misschien plaatsen we nog een bewegingssensor.”
Is het niet slecht voor je, blootgesteld worden aan de straling? Nee, meldt Milieu Centraal. De ‘langgolvige straling’ die de IR-panelen zenden is niet schadelijk voor de gezondheid. “Langgolvige infrarode straling verwarmt de huid, maar dringt er niet door.”
Brinkman zou ook best wel een infraroodpaneel boven de eettafel willen ophangen. Maar de grote vraag is dan wel: waar hang je een lamp op? Een IR-paneel met een gat in het midden is er niet. En, zo leert de ervaring, wie zich aan de eettafel laaft aan de infraroodwarmte zit wel met koude benen. Want de stralen bereiken de tafelblad, maar niet wat eronder zit. Milieu Centraal noemt dat ook als een nadeel. Wordt het, met een paneel boven de eethoek, dan tafelen met een dekentje over de benen? Hoeft niet. De oplossing: nog een extra warmtepaneel ónder tafel installeren – dan wel eentje met een lage stand, zodat hij niet té warm is.