Het ideale gif is een nog onbekende stof
Vergiftigingen om politieke redenen komen vrij veel voor. Ze zijn niet moeilijk uit te voeren, maar kosten een hoop voorbereiding.
Aleksander Litvinenko, voormalig officier van de Russische geheime dienst, ging op 1 november een hapje eten in een Londense sushibar, samen met een Italiaanse contactpersoon. Kort daarna werd hij plotseling ernstig ziek: zijn haar viel uit, zijn keel zwol op en zijn afweer en zenuwstelsel begonnen haperingen te vertonen.
Britse deskundigen vermoedden aanvankelijk een vergiftiging met thallium. Dit kleur-, geur- en smaakloze zware metaal lost goed op in water en is eenvoudig door het eten te mengen. Maar gistermiddag meldden persbureaus dat Litvinenko, volgens een ’medische bron’ uit het ziekenhuis, vermoord zou zijn met polonium. Deze radioactieve en kankerverwekkende stof veroorzaakt genetische schade en een vroege dood door ziekten als lever- en blaaskanker, maagzweren, leukemie, levercirrose en hart- en vaatziekten.
Litvinenko is bepaald niet de eerste die via vergiftiging aan zijn eind komt. In 2004 gebeurde dat al met de Indonesische mensenrechtenactivist Munir; die kreeg in het vliegtuig jus d’orange met arsenicum voorgezet. In datzelfde jaar werd de Oekraïense presidentskandidaat Viktor Joesjtsjenko vergiftigd met dioxine, waarna hij doodziek werd en een pokdalig gezicht kreeg.
Ook de dit jaar doodgeschoten Russische journaliste Anna Politkovskaja werd in 2004 in het vliegtuig vergiftigd; dat gebeurde met een onbekende stof die haar niet doodde maar haar wel zodanig verzwakte dat zij geen kritisch verslag meer kon maken van het gijzelingsdrama op een school in Beslan.
Het lijkt alsof vergiftigingen steeds vaker voorkomen. Maar volgens de Groningse hoogleraar forensische toxicologie Donald Uges kan dat schijn zijn. „De media berichten er vaker over, maar dat is misschien ook een kwestie van alertheid. We kunnen gif nu ook beter detecteren dan vroeger. Zelf denk ik dat vergiftigingen van alle tijden zijn. Vroeger vielen ze alleen minder op omdat mensen sowieso vaker een voedselvergiftiging hadden.”
Moeilijk zijn gifmoorden niet, meent Uges, maar ze vergen een gedegen voorbereiding. „Je moet de vaste gangen van het slachtoffer nagaan: waar gaat hij vaak eten, neemt hij soep vooraf, wat drinkt hij, enzovoort. En je moet voor ogen houden welk effect je wilt bereiken: wil je iemand echt doden of alleen verminken, zoals bij Joesjtsjenko is gebeurd?”
Vanwege het vereiste raffinement zijn gifmoordenaars meestal vrouwen, weet Uges. Of medewerkers van een geheime dienst, die alle tijd krijgen. Mannen moorden eerder met geweld.
Over het ideale gif laat de hoogleraar weinig los, behalve dat het een stof moet zijn die niemand ooit gebruikt. „Daar wordt niet naar gezocht, dus niemand zal er iets van merken. Zodra je zo’n stof bekendmaakt, is het geen ideaal gif meer.”