Het heilige, de goddelijke, ze verplaatsen zich

Dokkum een Moordstad? De discussies in Friesland zijn weer eens losgebarsten. Is Dokkum nu wel of niet een Moordstad? Omdat ik aanneem dat u niet allen een trouw lezer bent van het Nieuwsblad van noordoost-Friesland en de Nieuwe Dockumer Courant praat ik u graag even bij. De traditie wil dat Bonifatius te Dokkum werd vermoord. Tot op de da van vandaag wordt er gedebatteerd over de kwestie waar precies in Dokkum die plek ligt, binnen de wallen op het kerkplein of even er buiten, waar nu het prachtig gerenoveerde r.k. pelgrimscentrum is.

PAUL POST

Sinds kort is er uit onderzoek door de heer Vleer, die met wichelroeden kracht- of leycentra in ons landschap traceert, en door de heer Zoet, die helderziet, -hoort en -voelt in het verleden, gebleken dat de moordplek niet bij Dokkum ligt, maar bij Kollum, bij de zogenoemde Zandwielen. Na 'ingelogd' te hebben op het jaar 754 kregen beide onderzoekers van de nieuwe tijd in augustus jongstleden contact met het verleden en met Bonifatius. Bijna alsof het gefilmd was en voor hun ogen afgedraaid, zagen ze hoe de heilige in een ondiepe zeearm werd vermoord. De eerste touringcartocht naar het natuurgebied de Zandwielen is inmiddels georganiseerd, en de postmoderne pelgrims stromen toe.

Dit alles gaf en geeft de nodige onrust in het Noorden. Dokkum, onder andere gerepresenteerd door de plaatselijke cultuurwethouder die ook historicus is, trekt tegen deze these ten strijde. Er staat veel op het spel, niets meer of minder dan de status van Dokkum als bedevaartplaats, de meest noordelijke bedevaartplaats van ons land, met Europese allure!

Deze Dokkum-casus toont ons twee dominante dimensies of aspecten van bedevaart: de gebondenheid aan een bepaalde plaats en aan een bepaald persoon.

Het gaat om sacraliteit, om heilige plaatsen en heilige personen. Bij heilig, een heilige plek, een locus sacer, of een heilige persoon gaat het om een apart gestelde, bijzondere, gemarkeerde, met de 'gewone', profane, seculiere, dagelijkse omgeving contrasterende plek of persoon. Dit spel tussen heilig en profaan is niet iets statisch, maar iets dat voortdurend in beweging is. Het heilige en de heilige verplaatsen zich, verschuiven, moeten posities prijsgeven, veroveren nieuwe, onverwacht, onvermoed, maar onherroepelijk.

Ik denk dat we door een actuele diagnose van deze sacraliteitstendenzen, van lijnen waarlangs het heilige zich vestigt in onze cultuur, beter zicht krijgen op de bedevaart in het verleden. Vroeger, zo laat deze tentoonstelling u zien, speelden dezelfde processen rond plaats en persoon. Bovendien is de vergelijking interessant: hoe verhouden heilige plaatsen van toen en nu zich tot elkaar?

Maria

Miljoenen Nederlanders zoeken hun bedevaartplaatsen niet in de eerste plaats in Nederland, maar erbuiten. Ik denk dan aan Jeruzalem en Rome natuurlijk, maar vooral ook aan de grote Mariale oorden zoals Lourdes, Fatima, Banneux, La Salette, Beauraing. Cijfers laten zien dat deze 'traditionele' oorden zijn blijven trekken, door de jaren van de zogenoemde secularisatie (vanaf de jaren zestig) heen. Er kan zelfs een constante groei worden waargenomen. Ook komen er nieuwe oorden bij, zoals Medjugorje.

In menig opzicht is er sprake van een ware 'pelgrimage-boom', zoals in het geval van de tochten naar Santiago de Compostela. Iedereen heeft inmiddels wel een oom, vriend, vriendin of collega die te voet of per fiets op weg is geweest naar Jacobus.

Een ander soort oord wordt gevormd door de regionale bedevaartplaatsen. Denk aan 'nationale' heilige plaatsen als Czestochowa, Kevelaer, Scherpenheuvel, Vierzehnheiligen. Maar u kunt ook denken aan heilige plaatsen die op bepaalde tijden in het jaar een zekere aantrekkingskracht uitoefenen in een beperkte, regionale omgeving. In ons land gaat het bijvoorbeeld over plaatsen als Wittem, Heiloo en Dokkum.

Het is interessant te zien hoe deze regionale plaatsen in Nederland én elders in Europa in de jaren zestig in verval raakten, maar in de jaren tachtig en negentig weer begonnen op te bloeien. Een binnenkort te verschijnen inventarisatie telt in Nederland, in verleden en heden, rond de 650 bedevaartoorden. De lexicon laat zien een patroon zien van herhaalde herontdekking en rituele koestering van deze stukjes gemarkeerd Nederlands landschap.

Plekken

Deze renaissance van plaatsgebonden heiligheid brengt ons bij een algemener verschijnsel. De Duitse cultuurwetenschapper Gottfried Korff gaf er onlangs de naam 'topolatrie' aan, verering - bijna afgodische verering - van plekken. Zo is er de demonstratieve koestering van zogenoemde 'lieux de mémoire', plekken waar herinnering zich hecht aan landschap, plekken waar geschiedenis en landsidentiteit vaste voet aan de grond krijgen: het Nederlandse duinlandschap, het nationaal monument op de Dam, Westerbork, de brug te ver bij Arnhem, de Grebbeberg, het Rembrandthuis, het Achterhuis van Anne Frank. Voor vele cultuurwetenschappers zijn dit de postmoderne bedevaartoorden waar riten van de herdenking worden volvoerd.

Inmiddels is de topolatrie zo ver voortgeschreden dat niet alleen brandpunten van onze geschiedenis in aanmerking komen als heilige plaats, maar dat men alle mogelijke segmenten van verleden cultuur heilig verklaart en vereert. Het spectrum lijkt onuitputtelijk: huizen, dorps- en stadsgezichten, industrieel erfgoed, oude Limburgse boomgaarden: alles kan in potentie heilig worden.

In menig opzicht is het museum de postmoderne tempel of kathedraal. De nieuwe musea van Maastricht en Groningen tooien zich met kathedrale allure. Het Bonnefantenmuseum is geïnspireerd door de dom van Florence en via Rossi's magistrale 'stairway to heaven' wordt de bezoeker opgetild, weg van de snelweg en de aardse boorden van de vervuilde Maas.

Aan de andere kant krijgen bedevaartplaatsen meer en meer het karakter van musea. Ze worden plaatsen waar cultuurerfgoed gekoesterd wordt, de vereerde relieken worden uitgestald in vitrines; er moet toegangsgeld betaald worden en er is vaak ook een worsteling tussen de rituele, liturgische en museale vormgeving. Trouwens, wat te denken van ons samen-zijn hier in een kerk? Het is een ruimte voor liturgie, met de cathedra van de aartsbisschop van Utrecht. Het is de ruimte waar ik ooit trouwde. Maar het is ook deel van de museumroute van het Catharijne-convent: kerk en museum, sacraliteit in beweging, op drift, zich hechtend aan oude en nieuwe plekken.

Persoon

Het landschap, de natuur delen meer en meer in de plaatsgebonden heiligheid. De natuur wordt heilig en wordt ook als monument gezien, aangekocht, afgeschermd - de grootste en oudste belangenvereniging voor natuur en milieu heet in Nederland Natuurmonumenten.

Wat opvalt in de postmoderne topolatrie is dat de band met een heilige persoon, met een dragend verhaal van aanleiding en gezicht, lijkt te verdampen. Bij de oorspronkelijke christelijke bedevaartplaatsen leek er een geraffineerd samenspel te bestaan tussen persoon en plek. In museum en natuur vervaagt de persoonlijke dimensie.

Hier stoten we in mijn theologische ogen op een belangrijk aspect van de identiteit van de christelijke bedevaart: de heilige plaats wordt steeds gedragen door de mythe dat de heilige, god, een gezicht kreeg in een persoon. Zoals in wezenlijke en algemene zin het revolutionaire en unieke van het christendom gelegen is in feit dat het heilige, de goddelijke een menselijk gezicht kreeg en krijgt: in Christus allereerst, en vervolgens in scharen heilige mannen en vrouwen. Christelijke bedevaart bestaat bij de gratie van die gezichten, die vervolgens weer aan plaatsen gebonden zijn. U zult het in de tentoonstelling zien: Sint Cunera van Rhenen, Onze Lieve Vrouwe van Den Bosch, van Heiloo, van Kevelaer, de martelaren van Gorcum.

Met die personale dimensie worstelen we in onze postmoderne cultuur. Aan de ene kant verdampt de heilige tot algemene bemiddelingen van natuur, krachtvelden, leycentra, het bekende meer-tussen-hemel-en-aarde. Aan de andere kant blijft de behoefte aan gezichten, aan persoonlijke bemiddeling. Het algemene 'er-is-meer-tussen-hemel-en-aarde' krijgt bij de KRO weer een gezicht via de engel Dieuwertje Blok. Die behoefte aan gezichten blijkt ook uit de cultus rond Elvis, rond Diana, rond Moeder Teresa, rond de kleermaker Gümüs die het gezicht van de witte illegalen werd.

De hang naar het persoonlijke zoekt ook nog een andere weg dan die van het cultiveren van publieke figuren. De grootste boekhandel van Utrecht, hier vlakbij aan de gracht, heeft al enige tijd pal naast een aparte plank 'bedevaart en pelgrimage' een nog vollere plank 'engelen'. Engelen zijn terug, als ze ooit al weggeweest zijn. Mensen ervaren hun persoonlijke beschermengel, hebben engelervaringen of koesteren op koektrommels, pakpapier en wanddecoratie de engeltjes van Rafael. Het zijn heiligen op individuele maat gesneden. Ze zweven ergens tussen persoon en algemene kracht of macht. Ze onttrekken zich aan man of vrouw, maar hebben wel een gezicht, zijn nabij als vriend of vriendin en hebben vaak een naam.

De heilige plaats wordt minder door heilige personen bepaald dan voorheen, en heilige personen zijn minder plaatsgebonden. Dat toont de engel: een heilige kracht die in plaats van aan een plaats vooral aan een individu gebonden lijkt.

Bedevaarten vinden hun plek in de complexe dynamiek van sacraliteitstendenzen. Dat was vroeger het geval, en dat is nu zo. Steeds staan daarbij plaats- en persoonsgebondenheid centraal, op wisselende en verrassende wijzen. Dat spel van heiligheid in plaats en persoon toont ons de tentoonstelling.

Een laatste raad zou ik u als museale pelgrims nog willen meegeven voordat u straks op tocht gaat: mijdt in uw beschouwing en oordeel over de bedevaarten twee uitersten. Ga niet op tocht met overspannen mystieke, religieuze, theologische verwachtingen. Het gaat in menig opzicht om zeer algemeen menselijke dimensies. Om ontspanning, feesten, verplaatsing, fysieke prestatie en uitdaging, om samen-uit en samen-thuis, om vluchtgedrag en regressie in de idylle van verleden en natuur, om vrije tijdbesteding en geldelijk gewin, om verhalen, mythen en legenden, om plaats en persoon. Maar onderschat tegelijkertijd niet de diepgewortelde authentieke religieuze dimensies die schuilgaan achter en onder deze algemeen menselijke dimensies van het gaan en komen naar heilige plaatsen en personen.

Ik wens u een mooie tocht door het landschap van bedevaart in Nederland, en ik dank u voor uw geduld en aandacht!

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden