Interview

Het gaat goed met Fairtrade. Maar moet beter

Peter d'Angremond en Alien Huizing. Beeld Jörgen Caris
Peter d'Angremond en Alien Huizing.Beeld Jörgen Caris

De stichting Max Havelaar bestaat dertig jaar en in die tijd is er veel bereikt. Er staan legio Fairtrade-producten in de schappen en veel huishoudens zijn ermee vertrouwd. Maar armoede en kinderarbeid aan de andere kant van de wereld zijn hardnekkig.

Fleur de Weerd

Het gaat goed met Fairtrade. Dertig jaar na de oprichting van de stichting Max Havelaar zijn producten met het Fairtrade-logo ingeburgerd, drie van de vier huishoudens kopen ze. Toch gaat het met boeren elders in de wereld nog niet goed. Een leefbaar loon is ver weg en kinderarbeid blijft voorkomen. Zo bleek ook deze week weer. De Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) concludeert uit vele wetenschappelijke analyses en rapporten dat al die keurmerken kleine boeren en loonwerkers amper vooruit helpen. Maar Peter d’Angremond en Alien Huizing, directeur en ketenmanager van Max Havelaar zijn hoopvol.

Hoe kijkt u terug op dertig jaar Max Havelaar?

d’Angremond: “Er word wereldwijd voor zo’n acht miljard euro aan Fairtrade-gecertificeerde producten verkocht. Dit betekent dat veel boeren zeker zijn van de Fairtrade-minimumprijs en een premie voor deze producten. En coöperaties kunnen investeren in verbeteringen. In totaal ontvangen Fairtrade-boeren en arbeiders ruim 150 miljoen euro per jaar.”

Waar bent u minder trots op?

d’Angremond: “Je kunt als boer wel Fairtrade-gecertificeerd zijn, dat is geen garantie dat al je producten worden verkocht tegen die betere voorwaarden. Het komt voor dat maar vijf procent van de productie van een coöperatie tegen Fairtrade-voorwaarden wordt afgenomen. Het gemiddelde ligt gelukkig veel hoger. Maar het kan veel beter, we staan nog voor een grote uitdaging.”

Er is een veel groter probleem, waardoor het werk van Max Havelaar soms een druppel op een gloeiende plaat lijkt, vervolgt de directeur. “De prijs die bedrijven wereldwijd aan de boeren betalen, is structureel te laag. Daardoor hebben die geen enkele mogelijkheid om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken.”

Waarom betalen bedrijven geen eerlijke prijs aan de boeren?

“Bedrijven hebben een dogmatische focus op de laagste inkoopprijs. Er is maar een relatief kleine verhoging van de winkelprijs nodig om boeren een leefbaar loon te kunnen betalen. En toch gebeurt het niet. Terwijl de gevolgen enorm zijn. Neem de cacao-industrie. Door het instorten van de cacaoprijs is er in een paar jaar 4,5 miljard dollar aan waarde verdampt. Dat betekent dat de industrie een enorm inkoopvoordeel heeft. Toch is de prijs voor de consument ongeveer hetzelfde gebleven. Eén plus één is twee: de arme boeren betaalden de extra winst. Zij zagen hun inkomen met bijna dertig procent dalen.”

Wat merken kinderen van die te lage inkoopprijs?

Huizing: “Als volwassenen te weinig betaald krijgen of geen geld hebben om kinderen naar school te sturen, gaan kinderen werken. Uit onderzoek blijkt dat in West-Afrika, waar veel cacao wordt verbouwd, kinderarbeid tussen 2008 en 2014 is toegenomen. Terwijl de productiviteit is gegroeid.”

d’Angremond: “Door die lage prijs leven boeren in armoede en nemen kinderarbeid en migratie toe.”

Hoe pakt u kinderarbeid aan?

Huizing: “Kinderarbeid is niet toegestaan, dat is een eis voor certificering. Als het toch wordt aangetroffen, wordt de coöperatie tijdelijk geschorst. Die helpen we dan een eigen systeem op te zetten om kinderarbeid tegen te gaan. Zo’n coöperatie gaat met de gemeenschap in gesprek – kinderen, jongeren, volwassenen – over waar de risico’s het grootst zijn. Zo werd duidelijk bij een coöperatie in Ivoorkust dat de kinderen werkten omdat er geen waterput was; ze moesten water halen en gingen dus niet naar school. In Paraguay voelden meisjes zich onveilig op school, omdat ze daar in de wc’s werden gemolesteerd. Toen heeft de coöperatie die wc’s verplaatst en er een hek omheen gezet.”

Grote bedrijven als Nestlé steken miljoenen in preventie van kinderarbeid. Helpt dat of is het window dressing?

Huizing: “Het is meer dan dat. Sommige bedrijven zijn transparant op dit gebied en hun projecten zijn zeker belangrijk. Maar het gaat ons erom dat bedrijven de bron van de problemen aanpakken: de te lage inkoopprijs.”

‘d Angremond: “Wat helpt is dat er steeds meer gesproken wordt over de juridische verantwoordelijkheid van bedrijven. Brazilië en Colombia hebben zich recentelijk uitgesproken tegen het handelsgedrag van grote bedrijven in de koffiesector. In Frankrijk is een wet aangenomen die bedrijven verantwoordelijk stelt als er misstanden in de ketens zijn aangetroffen. Daar kunnen dus directies achter de tralies eindigen als het mis blijk te gaan.”

Ook in Nederland ligt een wet klaar die bedrijven dwingt onderzoek te doen naar kinderarbeid.

d’Angremond: “Klopt. Maar de stemming erover in de Eerste Kamer is uitgesteld. Ik denk niet dat die wet er komt onder dit kabinet. Toch zie ik een verschuiving. Waar bedrijven vroeger alleen bezig waren met reputatieschade, zie je dat ze kinderarbeid nu steeds meer als juridisch risico zien. De transparantie neemt toe. Ik ben hoopvol.”

Lees meer over kinderarbeid in ons dossier.

Lees ook:

Keurmerk helpt arme boeren nauwelijks

Een consument die bananen of koffie met een keurmerk koopt en denkt dat kleine boeren en loonwerkers op plantages daardoor genoeg verdienen, heeft het mis. Keurmerken zoals Rainforest Alliance en Fairtrade helpen deze zwakste schakels in de wereldhandel amper vooruit. Dat blijkt volgens onderzoekers uit analyses van vele wetenschappelijke studies.

Wat arme boeren wel helpt? Méér chocola eten!

Producten met keurmerk bezorgen boeren in lagelonenlanden nog geen beter leven. Wat kun je wel doen als consument?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden