Het gaat goed met de Nederlandse economie
De Nederlandse economie heeft zich in het tweede kwartaal onverwacht sterk ontwikkeld. Reden voor het Centraal Planbureau (CPB) om de groeiraming voor heel 2017 flink op te schroeven.
Dat liet Peter Hein Mulligen, hoofdeconoom voor het Centraal Bureau voor de Statistiek, vanochtend weten. "Het regent records", zei hij.
Waar het belangrijkste economische adviesorgaan van het kabinet voor heel 2017 eerder een groei voorzag van 2,4 procent, is dat nu 3,3 procent. De stijgende export speelt hierin een belangrijke rol. Het zou voor het eerst sinds 2007 zijn dat de Nederlandse economie een groei van meer dan 3 procent laat zien.
Banengroei en koopkracht
Als gevolg van de sterkere groei daalt de werkloosheid sneller dan eerder werd gedacht, tot 4,3 procent in 2018. Dat heeft te maken met het aantal banen in het tweede kwartaal: 10,2 miljoen om precies te zijn. Zowel voor werknemers en zelfstandigen, voltijd én deeltijd.
Het aantal banen groeit nu al ruim drie jaar op rij. De laatste drie kwartalen kwamen er telkens meer dan 50.000 banen bij, op jaarbasis zijn dat er in heel 2027 199.000. Dat is de sterkste groei sinds 2007-2008, toen het aantal nieuwe banen 335.000 betrof.
Hoewel de economie groeit, de werkgelegenheid daalt en er meer banen bijkomen, blijft de koopkracht enigszins achter. Die steeg in 2016 nog met 2,6 procent doordat de de nog zittende regering besloot tot een lastenverlichting van 5 miljard euro. Dit jaar nam deze gemiddeld met 'slechts' 0,3 procent toe en volgend jaar wordt een stijging verwacht van 0,5 procent.
Alle economische meevallers leiden ertoe dat het nieuwe kabinet meer geld kan uitgeven dan bij het begin van de formatie werd aangenomen. Er is voor 2021 een overschot ingecalculeerd van zo'n 13 miljard euro. Of en hoe het nog te vormen kabinet dat gaat besteden, is de vraag.