Herinneringen aan de sixties van een toeschouwer

En toen mocht ik in symposiumverband iets zeggen over de sixties dat verder ging dan het grapje those who remember the sixties, weren't really part of it. De tekst waarmee je bij zo'n gelegenheid komt aanzetten, strompelt op twee gedachten. De eerste is dat mensen die historische gebeurtenissen meemaken, meestal niet in de gaten hebben wat zich precies aan het afspelen is. De tweede gedachte is dat mensen die er niet bij waren in elk geval helemáál niet in de gaten hebben wat er speelde. Maar als je er zo over denkt, dan kunnen wij niets beweren over middeleeuwers, oude Grieken of neolithische landbouwers. In zekere zin is dat natuurlijk ook zo.

De herinneringen van onze ouders aan de Tweede Wereldoorlog vormen hier een aardig ijkpunt. Mijn stiefmoeder woonde in Rotterdam tijdens het bombardement en verzekerde mij dat daar 20.000 doden bij vielen. Zij heeft haar hele leven een diepe afkeer overgehouden jegens Loe de Jong, wiens getal van 773 haar als belachelijk en zelfs beschamend trof. Ik was nogal een treiterige puber en als ik het geweten had zou ik haar graag gepest hebben met de 843 doden die vielen bij het bombardement op Nijmegen, dit keer door de geallieerden uitgevoerd.

In 2011 bevind ik mij in de scheve positie van iemand die de sixties meemaakte en die er over probeert te praten als een historicus, dat kan haast niet goed gaan. Wat vooral opvalt aan mijn deelname aan de sixties is dat ik er, in Nederland althans, alleen maar naar heb gekeken. Dat kwam door mijn 'maatschappelijke positie' wat een groot woord is voor het feit dat ik na mijn eindexamen hbs in Eindhoven bij Philips ging werken en daar deel uitmaakte van het project 'lotsverbetering door avondcursus'. Ik ben zelden ergens met zoveel toewijding ongelukkig geweest als op mijn kamer in Eindhoven met The Beatles als een visioen ver boven deze afgrijselijke woestenij van technologisch vernuft uittorenend.

Ik las Het Parool waarin Simon Carmiggelt, Karel van het Reve, Peter van Straaten, H.J. Oolbekkink, Alain Teisterbant, Ernst van Altena, Wim de Bie (dagboek van een vogel) en vele anderen een wereld tevoorschijn toverden waar ik ook wilde zijn, maar die ik niet kon bereiken omdat ik vast zat in een laboratorium voor de ontwikkeling van experimentele glazen. Ik was vervuld van ontzag en jaloezie toen Rob Stolk met zijn bruid voorop de fiets terugkeerde van het stadhuis, waar ze zojuist in het huwelijk waren getreden. Dat ze trouwden snapte ik niet erg, maar de gein die ze er om heen trapten, vond ik geweldig. Mij zag je natuurlijk nooit bij het Lieverdje. Ik zat in Eindhoven, op een andere planeet. Mijn hart brandde in mijn binnenste toen The Beatles door de grachten voeren in Amsterdam. Maar ik ging niet naar Blokker.

Het recente bericht dat er rond Eindhoven meer autistische kinderen worden geboren dan elders was voor mij een bevestiging van mijn historische gelijk over de ware aard van de in deze stad gevestigde industrie en de grimmige gevolgen die dat heeft voor de menselijke ziel.

Ik werd omringd door ambitieuze jonge vaders die naast hun research ook wel eens bereid waren tot kleine rotstreken om zich omhoog te werken in de onderzoekshiërarchie. Ik zeg 'kleine rotstreken' want het ergste om toe te geven was dat mijn collega's bij Philips eigenlijk een leuk troepje vormden waarbinnen ontzettend veel gelachen en gerotzooid werd en die 's avonds veel harder speelden dan ze overdag werkten. Maar in mijn ontreddering kon ik in hun levens geen andere koers zien dan de duizend wegen die allemaal leidden naar een caravanvakantie met twee schreeuwende kinderen en een ontevreden vrouw in een nieuwbouwwijk waar je zaterdags je gras moet maaien.

Ik zat aan de goede kant van het breukvlak tussen Perry Como, Cliff Richard, Conny und Peter, Catarina Valente, Vico Torriani, Pat Boone, pater W. Loop, montfortaan en meester G.B.J. Hilterman aan de ene kant. En aan de andere kant The Beatles, Stones, Yardbirds, Radio Caroline (Kenny Everett, Tony Winter), Kinks, Cream, Q65, Dylan (hoewel ik weinig van zijn teksten begreep), LSD (lysergic acid diethylamide, op het lab nog geprobeerd om het te maken), P.J. Proby, G.K. van het Reve en Boudewijn de Groot.

Maar in Eindhoven bij Philips in 1967 zat ik voor mijn gevoel onherroepelijk vast in de verkeerde trein. Mijn wanhoop daarover werd alleen maar verergerd door de goedbedoelende volwassenen om mij heen die zeiden 'nee, je zit hier goed, je reist de goeie kant op, gezellig met ons mee naar een fijn leven'. Bah.

In 1968 sprong ik er uit en ontsnapte naar Engeland om daar ongeschoold werk te gaan doen in de horeca. Engeland is erg goed voor mij geweest. Ik belandde er met veel hulp van vrienden in de universiteit om filosofie te gaan studeren. Da's een lang verhaal waar ik nu geen tijd voor heb, zaterdag, gras maaien.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden