Naschrift

Herbert Detmers (1929-2018) voelde zich soms meer maatschappelijk werker dan cafetaria-eigenaar

null Beeld
Beeld

Toen Herbert Detmers op een dag voor een pacemaker in het ziekenhuis kwam, herkende de chirurg hem gelijk: "Hé, Herman van 't Keldertje!" De chirurg was als jonge geneeskundestudent vaak genoeg in het cafetaria van Herbert geweest. En dat gold voor veel Nijmegenaren.

Dana Ploeger

Ook al was 't Parijse Keldertje, zoals het officieel heette, sinds 1992 gesloten, Herbert werd nog altijd op straat herkend en aangesproken. Alleen kende niemand zijn echte naam. Hij stond bekend als 'vette Herman', een bijnaam die hij kreeg toen het cafetaria aan de Holterman-straat nog geen afzuigsysteem had en vaak blauw stond van de vetwalmen. Dat Herbert mensen nooit corrigeerde vanwege zijn verkeerde naam, was ronduit typerend voor de stille, zachtaardige man.

Herbert koos niet bewust voor werken in een cafetaria, eigenlijk wilde hij liever bakker worden. Vanaf zijn veertiende bracht hij al brood rond. Maar toen hij aan de bakkersopleiding begon, bleek hij bakkerseczeem te hebben. Omdat Herbert inmiddels een gezin had gesticht, moest er geld op de plank komen. Hij sprong al weleens bij in het cafetaria en ging er van lieverlee steeds meer avonden en nachten werken. Eerst jarenlang in loondienst, later huurde hij het pand zelf.

Het bijzondere aan zijn cafetaria was dat je eerst een trapje af moest voor je in de frietkelder kwam en al het eten werd geserveerd op gewone borden met bestek. Beroemd waren zijn paardenbiefstuk, gebakken levertjes en gehaktballen in jus. Omdat de zaak de hele nacht geopend was, had Herbert klanten van allerlei allooi: muzikanten, kroegbezoekers, gespuis en generaties studenten.

Toen sommige klanten hem niet alleen vette, maar ook 'vieze Herman' gingen noemen, deed hem dat veel pijn. Hij zorgde juist dat alles altijd spic en span was. Ook hield hij niet van de opstootjes die dronken lui soms veroorzaakten. Toch ontspoorden die zelden, en als altijd bleef de uitbater uiterst bedeesd. Dat was zijn manier om het rumoer tot rust te laten komen: "Door niet te reageren, zakte het meestal wel. Ik ben goed in incasseren en mijn mond houden", zei hij in de documentaire 'Een Nacht bij Herman' die in 1992 over hem werd gemaakt.

Herbert Detmers bakt friet in 't Parijse Keldertje in Nijmegen.  Beeld
Herbert Detmers bakt friet in 't Parijse Keldertje in Nijmegen.

Luisteren naar levensverhalen

Herbert zag zichzelf vooral als maatschappelijk werker. Zeker in de avonden als het rustig was, luisterde hij geduldig naar alle levensverhalen en gaf hij advies. Zo ging een drugsverslaafde jonge vrouw na de gesprekken met Herbert toch afkicken en pakte ze haar studie weer op. En hij kreeg eens een kaart van een bajesklant waarop stond wanneer hij weer vrijkwam: dan kon Herbert vast een gehaktbal voor hem klaarzetten. Wie hij ook in zijn zaak had, van crimineel tot wethouder, Herbert deed zich nooit beter voor. Hij bleef altijd zichzelf.

Herbert had een bloedhekel aan geweld, zelf zou hij nooit slaan. Dat kwam door zijn jeugd: een strenge opvoeding met lichamelijke straffen. De introverte Herbert kon dat maar moeilijk verwerken. Bovendien werd hij in zijn jonge jaren geconfronteerd met oorlogsgeweld; hij was 11 jaar toen de oorlog uitbrak. Op een dag liep hij naar school, tot hij zag dat die was platgebombardeerd. Ook het daaropvolgende bombardement van Nijmegen in 1944 maakte diepe indruk. Zijn oudere broers werden opgeroepen te gaan werken in Duitsland en toen duidelijk werd dat broer Hein van plan was om de Duitse kant te kiezen, vertrok zijn vader, Marinus Detmers, spoorslags naar Duitsland om hem dat uit het hoofd te praten.

Herbert bleef thuis en moest gaan werken. Het waren zware jaren. Het hielp allemaal niet dat Herberts moeder, Klara Klaus, een Duitse was. Vreselijk vond hij het dat zijn moeder na de oorlog geregeld werd nageroepen en uitgescholden. Al die ervaringen zorgden ervoor dat Herbert altijd koos voor de zachtaardige aanpak en zich nooit agressief opstelde. Ook gaf hij later zijn eigen kinderen alle vrijheid en voedde ze met veel liefde en aandacht op.

In de naoorlogse jaren vond Herbert ontspanning en gezelligheid bij de Kajotters, de Katholieke Arbeidersjeugd. Daar had hij schik met zijn kameraden en leerde hij gitaar spelen. Op een donkere winteravond was er een meisje dat het eng vond alleen naar huis te gaan. Dat was Gretha de Klein uit Haalderen. Herbert bood aan mee te fietsen. Zo bracht hij haar iedere week naar huis en werden ze verliefd.

null Beeld

Dag en nacht werken

Het stel trouwde in 1954 en kort na elkaar werden hun vier kinderen geboren: Elsebep, Herbert (Bart genoemd), Renie (René) en Nico. Herbert werkte letterlijk dag en nacht. Zijn baas, Leo van Swelm, was een rechtlijnige, botte man, die hem maar weinig gunde. Als altijd protesteerde Herbert niet tegen de lange werkdagen. Gretha, met haar pittige temperament, spoorde hem geregeld aan er iets van te zeggen, maar Herbert hield zich stil. Ze hadden het geld hard nodig. Op zondag was Herbert vaak vrij en dan ging het gezin op pad: naar de bossen, de speeltuin of naar familie. Als het enigszins lukte, was Herbert thuis. Daar vond hij warmte en gezelligheid.

Ook maakte het gezin graag reisjes naar België of Duitsland. En toen de kinderen ouder werden, zochten ze hem in 't Keldertje op om iets te vragen. Zijn zoon Herbert en later ook schoonzoon Jan hielpen hem geregeld in de weekenden. Gretha werkte al die jaren bij mensen in de huishouding en hielp veel in het cafetaria, zeker toen de kinderen de deur uit gingen. Zij draaide de gehaktballen en maakte zelf de kroketten en appelmoes. Aan het einde van de dag ging ze met de bus terug naar huis. Herbert kwam pas vroeg in de ochtend thuis en ging dan slapen. Hij hield er een slaapstoornis aan over, een normaal bioritme krijgen lukte maar moeizaam.

Niet meer de oude

Midden jaren tachtig kreeg Herbert het zwaar te verduren. Terwijl hij aan het werk was, werd hij in 1984 gewelddadig overvallen. Met een ijzeren staaf werd hij in elkaar geslagen en hij belandde met drie scheurtjes in zijn schedel in Het herstel duurde lang. Inkomsten had hij niet, de verzekering keerde niet uit. Herbert vond het moeilijk dat hij Gretha maandenlang geen huishoudgeld kon geven. Nog dieper gekwetst was hij door het feit dat iemand hem dit zomaar kon aandoen - voor die paar rotcenten. Zijn klanten zonnen al op wraak, maar Herbert weigerde de naam van de dader prijs te geven. Hij wilde het liever achter zich laten. Toen de reclasseringsambtenaar hem vroeg of de dader als een soort boetedoening en taakstraf bij hem mocht komen werken, weigerde Herbert. Hoe zachtaardig hij ook was, dat kon hij niet opbrengen.

Herbert werd niet meer helemaal de oude. De klandizie liep terug. Er volgden meerdere inbraken. De leveranciers gunden het hem dat het weer beter ging en op de pof kreeg hij vlees en andere spullen. Maar toen er een nieuwe riolering in de straat werd aangelegd, konden klanten een tijdlang niet bij de zaak komen. En vervolgens werd de hele wijk gesaneerd en werd Herbert verzocht te vertrekken. Hij protesteerde, eerst moesten alle leveranciers worden terugbetaald. Hoewel de gemeente flink druk op hem uitoefende, hield Herbert nog drie maanden voet bij stuk voor hij zich liet uitkopen. In 1992 sloot hij de deuren van het cafetaria voorgoed - Herbert was toen 62. Aan 't Parijse Keldertje hield hij geen dikke spaarpot over.

Familieman

De jaren erna genoot Herbert volop van zijn vrije tijd; met Gretha ging hij dagjes uit naar Den Bosch en Maastricht. Ze pasten jaren op kinderen in de buurt en ook hun eigen kleinkinderen en achterkleinkinderen kregen de volle aandacht. Zijn familie was zijn hobby, hij leefde met iedereen mee. Toen zoon Herbert na een lang ziekbed in 2013 overleed, deed hem dat ongelooflijk veel verdriet. Zijn eigen gezondheid werd ook steeds brozer. Toch bleef Herbert genieten van de alledaagse geneugten; de dag voor zijn dood liep hij nog met Gretha over de kermis. Een extra bijzonder moment was zijn tachtigste verjaardag, toen de bewoners van de wijk Bottendaal hem in het zonnetje zetten. Iedereen smulde nog één keer van zijn beroemde gehaktballen met uitjes.

Herbert Detmers werd geboren op 1 maart 1929 in Haltern am See (Duitsland) en overleed op 15 oktober 2018 in Nijmegen.

In Naschrift beschrijft Trouw het leven van onlangs overleden heel gewone of bekende mensen. Heeft u zelf een tip voor Naschrift? Mail ons via naschrift@trouw.nl. Lees meer naschriften op trouw.nl/naschrift.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden