Help, de dokter vertrekt

De medisch specialisten in de academische ziekenhuizen voeren al bijna een jaar actie voor een betere betaling. Beschaafd, nauwelijks merkbaar, en met de moed der wanhoop. Door het veel hogere salaris in een algemeen ziekenhuis verlaten veel jonge dokters de academische ziekenhuizen. Gevolg: vele openstaande vacatures, een toenemende werkdruk en een bedreiging van het medisch onderzoek.

Eveline Brandt

Het laatste dat hij wil, zegt hij met klem, is het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) een trap na geven. Veertien jaar werkte hij met veel plezier in het academische ziekenhuis van Leiden, en nog steeds voelt hij zich een academisch specialist in hart en nieren. Maar het werk werd almaar zwaarder - hij hield het niet vol. Daarom werkt radioloog dr. ing. J. van Oostayen sinds een maand in een algemeen ziekenhuis in een grote stad. In de 'periferie', zoals dat heet. En dat betekent: geen onderwijs meer geven, geen onderzoek meer doen, terwijl hij daar zo aan verknocht was. Alleen maar patiëntenzorg. 'Productie draaien'. Is hij ook goed in. Maar hij mist het iedere dag, het afwisselende academische werk.

Van Oostayen is 48 jaar, lang niet zo jong als de meeste medisch specialisten die de academische ziekenhuizen de rug toekeren. Juist aan het begin van hun loopbaan kunnen zij veel meer, soms zelfs twee keer zoveel, verdienen in een algemeen ziekenhuis. Van Oostayen gaat er met zijn overstap financieel nauwelijks op vooruit. Maar doordat veel van zijn jongere collega's - wél om het geld - uit het LUMC vertrokken, werd het werk voor deze ervaren specialist te zwaar. En dat gebeurt vaker. Alleen al in de nieuwe maatschap van Van Oostayen, die tien radiologen telt, zit nog een collega, midden veertig, die onlangs vanwege de werkdruk uit een academisch ziekenhuis is weggegaan.

,,Minder collega's betekent steeds meer diensten draaien'', zegt Van Oostayen, terugblikkend. ,,Een dienst doe je na je dagtaak, in de avond, de nacht of het weekend. Binnen het academisch ziekenhuis krijg je daar een toeslag voor, maar die is een lachertje: ongeveer tien procent van de laagste schaal. Daarvoor draaide ik de laatste paar jaar bijvoorbeeld de maandagnacht, donderdagnacht en de hele zaterdagdienst, omdat we alle diensten onder drie of vier radiologen moesten verdelen. Dat is niet alleen slopend, dat is ook onverantwoord. Wij namen 's nachts de meest woeste beslissingen en moesten de volgende ochtend gewoon weer verder werken. Waanzin.''

Van Oostayen is interventieradioloog: een specialist die onder röntgendoorlichting medische ingrepen doet. Dotteren, abcesdrainages, levertumoren verwijderen. Bij lever- en niertransplantaties, die in het LUMC veel worden gedaan, is een interventieradioloog de hele week onmisbaar. Een periode, memoreert Van Oostayen, moest hij alle operaties verdelen met slechts één andere collega. ,,Dat was afgrijselijk. Vooral na afloop merkte ik hoe moe ik toen was.''

Hij is stukgelopen op de hoge 'dienstfrequentie'. Die haalde bovendien de variatie uit zijn werk. ,,De patiëntenzorg is voor mij het belangrijkst, en die gaat ook in het hele ziekenhuis altijd voor. Maar onderwijs en onderzoek zijn ook belangrijk voor een academisch ziekenhuis én voor mijn werkplezier. Dat kwam er alleen bijna niet meer van. Dus denk je: dan kan ik net zo goed in een algemeen ziekenhuis gaan werken.''

,,Van Oostayen was een van de besten'', zegt oud-collega dr. P. van Luijt, traumachirurg in het LUMC, met een zucht. ,,De meest ervaren interventieradioloog die we hadden. Het is heel hard aangekomen in dit ziekenhuis dat een ouder staflid de werkdruk niet meer aankon vanwege onvoldoende aanwas van jongere collega's. Maar het gebeurt vaker, op zijn afdeling is er een ware uittocht geweest. Nu zitten we met een ernstig tekort aan interventieradiologen.''

Ook de oogartsen, de anesthesiologen en de intensivecare artsen in het LUMC hebben dringend behoefte aan nieuwe collega's. Maar de vele assistenten in opleiding kiezen, zodra zij specialist zijn, liever voor een baan in een perifeer ziekenhuis.

Van Luijt, woordvoerder van de specialisten in het LUMC en tot zijn eigen verbazing tijdelijk 'actieleider', pakt er een overzicht van salarisschalen bij. Een specialist begint in een academisch ziekenhuis met een inkomen van 4500 euro bruto per maand; in 17 jaar tijd kan dat opgelopen zijn tot 8400 euro. In een algemeen ziekenhuis is het beginsalaris bijna 5200 euro en hoeft de specialist er maar 6 jaar over te doen om 9100 per maand te verdienen. ,,Maar het ergste is'', zegt Van Luijt, ,,dat er nu overal een tekort is aan specialisten. Algemene ziekenhuizen bieden daarom vaak direct de hoogste schaal, die dus twee keer zo hoog is als het salaris waarmee een academisch ziekenhuis aankomt. Aan anesthesiologen bijvoorbeeld is overal in het land een groot tekort. Terwijl zij de motor van de operatiekamer zijn; zonder anesthesiologen kun je niet opereren. Die worden hier nu gewoon weggekocht.''

De verdiensten 'in de periferie' zijn altijd al hoger geweest dan in de academische ziekenhuizen, maar tot 1999 mochten de academisch specialisten naast hun ambtelijke inkomen nog een beperkte eigen praktijk runnen. Van Luijt: ,,Daarmee vulde je je salaris als academisch specialist wat aan. Dan haalde je nog niet het inkomen van een algemeen specialist, maar dat gaf niet. Je koos immers ook voor het afwisselende werk in het academisch ziekenhuis: de complexe patiëntenproblemen, het onderwijs, het onderzoek.''

En als je die academische werkzaamheden nu maar kunt blijven doen, dan kun je als arts tenminste nog de afweging maken: ik kies voor wat minder salaris omdat ik het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek zo boeiend vind. Maar juist daar komt de specialist in het academisch ziekenhuis steeds minder aan toe, verzucht prof. dr. J. van Kleef, hoofd van de afdeling anesthesiologie in het LUMC. Want er is wel een uittocht van specialisten, maar niet van patiënten: die blijven komen, en hun behandeling gaat altijd voor. Van Kleef, begripvol: ,,Het werk wordt praktisch hetzelfde als in een algemeen ziekenhuis: je staat aan de lopende band in de operatiekamer. Je bent dus gek als je in het academisch ziekenhuis blijft wanneer je ook in een algemeen ziekenhuis aan de slag kunt voor veel meer geld.''

Meer dan vier vacatures heeft Van Kleef op zijn staf van dertig anesthesiologen. ,,Er is er net weer één vertrokken, een goede, jonge vrouw. Ze werkt nu in een groot algemeen ziekenhuis waar ze veel meer kon verdienen. Ik denk dan: gelijk heb je. Maar ik moet wel dezelfde patiëntenzorg leveren, dus moet ik er een andere anesthesioloog voor terug krijgen.''

En dat lukt niet. Van Kleef adverteerde in het artsenblad Medisch Contact en kreeg geen enkele brief. ,,Nul reacties. Niks! Een paar jaar terug kreeg ik tenminste nog een páár brieven. Het is één grote concurrentieslag met de algemene ziekenhuizen en die verliezen wij met glans. Dit probleem speelt al jaren maar het wordt steeds dreigender, steeds nijpender.''

Ook de andere academische ziekenhuizen merken dit. Het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam spreekt eveneens van een 'dreiging'. ,,Het wordt steeds moeilijker om vacatures te vervullen'', zegt een woordvoerder. ,,We krijgen minder brieven, minder mensen zijn geïnteresseerd in een academische baan. Vooral de jongere specialisten zijn moeilijker tevreden te stellen met de arbeidsvoorwaarden. De oudere zullen niet zo snel vertrekken om een paar procent meer salaris, maar aan het begin van iemands loopbaan is dat wel een belangrijk punt.''

In het Academisch Ziekenhuis Groningen (AZG) ziet neurologe dr. H. Haaxma collega's 'in groten getale' vertrekken. ,,Vooral degenen die hartstikke goed zijn, want die krijgen de aanbiedingen.'' Het zijn ook in Groningen met name jonge specialisten die weggaan, waardoor er een leeftijdskloof ontstaat tussen de stafleden. ,,We hebben veel artsen in opleiding tussen de 33 en 37 jaar, maar die vertrekken daarna meestal snel. Dan komt er een gat, en dan komt er een grote groep grijze dokters tussen de 53 en 64 jaar, waar ik toe behoor'', zegt Haaxma. ,,Die gaan straks allemaal met pensioen, dus in de nabije toekomst zitten we helemaal met de gebakken peren.''

Haaxma heeft zitting genomen in het landelijk actiecomité van de academisch specialisten, uit pure ongerustheid. ,,De patiëntenzorg moet blijven draaien, het onderwijs moet op peil blijven, ook al hebben we steeds minder mensen die dat kunnen geven. Het onderzoek wordt dus het kind van de rekening; daar is gewoon bijna geen tijd meer voor. We kunnen steeds minder topmensen krijgen en houden, en onze indruk in het AZG is dat het niveau van ons wetenschappelijk onderzoek nu al aan kwaliteit inboet.''

Ook Van Luijt is bezorgd om de stand van zaken bij het medisch wetenschappelijk onderzoek, dat het steeds meer zonder de 'toppers' moet stellen. ,,Van Oostayen is daar een perfect voorbeeld van: dat is een topper die bij ons wegging. En je krijgt met name geen jónge topmensen meer, want die willen dat daar financieel iets tegenover staat. Terwijl het vaak de jonge, enthousiaste specialisten zijn waar de nieuwe ontwikkelingen vandaan komen. Die zijn nog niet vastgeroest, die komen met nieuwe ideeën - dat dreigen we steeds meer te gaan missen. Op een gegeven moment wordt het LUMC een productietent met te weinig en matig gemotiveerde mensen. Daar kan ik erg boos over worden.''

,,We zullen door een nog dieper dal gaan'', voorspelt zijn collega prof. van Kleef, hoofd van de afdeling anesthesiologie. Hij vreest het domino-effect, dat nu al zichtbaar is. De jongeren gaan, de oudere stafleden houden het ook niet meer vol, en als er één gaat, gaat er nog één. ,,Dan raakt zo'n hele afdeling in de vernieling.''

En het erge is, verzucht neurologe Haaxma: ze voorzien dit al jaren, ze waarschuwen al zo lang. Al tientallen jaren vragen de medische specialisten in de academische ziekenhuizen om dezelfde honorering als hun collega's in de algemene ziekenhuizen. Twee jaar geleden erkende toenmalig minister Borst van volksgezondheid de redelijkheid van deze eis. Helaas viel toen net het kabinet. Een blauwe maandag regeerde minister Bomhoff, daarna eventjes De Geus en nu VVD'er Hoogervorst. En die heeft eind juni laten weten geen geld te hebben.

Terwijl het geld toch echt van de overheid moet komen, vindt de werkgeversorganisatie VAZ (vereniging academische ziekenhuizen). Die staat sinds afgelopen maart achter de eis van zijn werknemers, en ziet in dat de salarissen gelijk getrokken moeten worden om het tij te keren. Maar de VAZ heeft geen geld en legt de bal bij de overheid: die moet dit betalen. Kosten: dertig miljoen euro voor alle acht academische ziekenhuizen bij elkaar.

Sinds het er naar uitziet dat niemand de portemonnee zal trekken, voeren de academisch specialisten vanaf vorig najaar aan de lopende band acties om de minister onder druk te zetten. Deze maand, van 14 juli tot 14 augustus, loopt er een 'administratieve actie'. De specialisten registreren niet langer de medische handelingen van de Diagnose Behandel Combinaties, die de overheid zo graag snel wil invoeren. Zonder die gegevens loopt deze ingrijpende zorgvernieuwing vertraging op, en dat is precies wat de academisch specialisten willen.

Van Luijt: ,,Wij zijn van nature niet zulke actievoerders maar het water stijgt ons tot aan de lippen. De actiebereidheid is dan ook heel hoog: landelijk doet meer dan negentig procent van de specialisten mee.'' Ook radioloog Van Oostayen voerde actie toen hij nog in het academisch ziekenhuis werkte. ,,Reken maar'', zegt hij. ,,Niet omdat ik zelf 30.000 of 40.000 euro per jaar meer wilde verdienen - dat moeten we die jongelui geven, omdat ze dan misschien blijven.''

Vanuit zijn nieuwe baan maakt Van Oostayen zich nog altijd grote zorgen over de continuïteit van het wetenschappelijke onderzoek en van de opleidingen in de academisch ziekenhuizen. ,,Dit gaat over de dokters in heel Nederland. Ik heb zo'n zestig assistenten tot radioloog helpen opleiden en bijgedragen aan hun kennis. Alles wat ik heb opgebouwd kan ik nu, in het algemene ziekenhuis, niet meer overdragen. Dat vind ik echt erg.''

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden