Hélène Grimaud
Klassiek
**
Zondag regende het pijpestelen. Niet leuk voor wie naar buiten moest, maar voor het pianorecital van Hélène Grimaud in de Grote Zaal van het Concertgebouw kon de natuur niet beter meewerken. Haar thema was namelijk 'watermuziek', een dankbaar onderwerp, want talloze pianocomponisten lieten zich door water inspireren.
Grimaud, die sinds tien jaar niet meer in de serie Meesterpianisten had opgetreden, had voor de pauze een boeiend programma samengesteld met werken die alle met water te maken hebben: fonteinen, een havenstad, gondellied, mist, etc. Kwetsbaar en ijl begon zij met de twintigste-eeuwse miniaturen 'Wasserklavier' nr. 3 van Luciano Berio en 'Rain Tree Sketch' nr. 2 van Toru Takemitsu. Bekende, briljante waterwerken waren 'Les jeux d'eau à la Villa d'Este' van Liszt, Ravels 'Jeux d'eau' en 'La cathédrale engloutie' (de verzonken kathedraal) van Debussy.
Grimaud speelde deze muziek helder, klaterend en met een solide techniek. Van een meesterpianiste die met een dergelijk verfijnd en origineel programma komt, had ik echter meer kwaliteit verwacht op het gebied van gecultiveerd toucher en fraseringskunst.
Fauré's Barcarolle nr. 5 in fis viel tussen de subtiele, impressionistische klankstukken uit de toon, zowel door de compositie als door Grimauds spel: door te veel rechterpedaalgebruik en gebrek aan adem was het moeilijk in dit ongrijpbare werk een barcarolle te herkennen.
Veel beter speelde zij 'Almeria' van Isaac Albéniz en wonderschoon lukte deel 1 uit Janáceks cyclus 'In de mist'. Hoewel er klankmatig uit sommige composities meer te halen is dan Grimaud deed, was haar recital tot dan toe zeker niet onbevredigend.
Aanvankelijk had de pianiste ook na de pauze watermuziek geprogrammeerd, maar later ruilde ze dat om voor Brahms' Sonate nr. 2 in fis, opus 2. Dat dit aardse werk met water weinig gemeen heeft, was minder erg dan dat Grimaud muzikaal onvoldoende opgewassen bleek tegen deze compositie.
Al na de openingsmaten, overdreven hard gespeelde octaven, wilde ik als luisteraar liever meteen afhaken. Een gevoel voor dramatiek en lyriek kon de pianiste zeker niet ontzegd worden, maar na deze ongelukkige start kwam het niet meer goed met Brahms. Gedurende het gehele werk stoorde de weinig veerkrachtige aanslagtechniek even sterk als de onmacht van de pianiste de structuur van deze grote compositie helder te etaleren.
Wat jammer dat zij het deze natte zondag niet bij alleen maar watermuziek heeft gehouden!
undefined