Interview
Heidegger, de antisemiet met het grote licht
Was Martin Heidegger een groot filosoof met alleen maar een vlekje? Of is zijn hele denken doordrenkt van antisemitisme? Na zijn onlangs gepubliceerde dagboeken wenden Duitse en Franse critici zich van hem af. Maar in Nederland wint de waardering het nog. Volgens filosoof Gerard Visser was Heidegger een antisemiet, maar geen racist. Zijn duistere kant laat zich verklaren uit het krachtige licht van zijn denken.
Gerard Visser (1950) werd als student gegrepen door Heidegger. "Ik worstelde met vraagstukken als: wat is de mens? wat betekent waarheid? Ja, dan is Heidegger een openbáring."
Visser doceert Cultuurfilosofie aan de Universiteit Leiden. Hij geeft al 24 jaar college over Heideggers voordracht 'De vraag naar techniek' uit 1953 en schreef er een commentaar over, dat deze maand verscheen.
De 'Schwarze Hefte' heeft hij met toenemende interesse gelezen, zegt hij. "Boven het eerste dagboek, dat start in 1931, schreef ik met mijn potlood: 'grimmigheid'. Ik proefde een enorme frustratie. Boven het volgende dagboek schreef ik 'bezwering'. Heidegger is dan, in 1933, aan de universiteit van Freiburg de eerste nationaal-socialistische rector geworden. In die aantekeningen proef je dan al vrij snel de vraag: waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen? In het derde dagboek is dat voorbij, tot zijn opluchting. Dan springt hij het diepe in. Ik heb er 'waagstuk' boven gezet. Hij begint colleges te geven over Nietzsche. En ja, dan wordt het gewoon weer fascinerend."
De uitgever van Heideggers dagboeken, Peter Trawny, stelt dat er een 'zijnshistorisch antisemitisme' uit opstijgt.
"Dat lijkt mij een juiste bepaling. "
Echt? U bent het met Trawny eens?
"Ja. Heideggers antisemitisme is niet racistisch."
Oh, dus het valt wel mee, bedoelt u?
"Hitler had het over de 'veredeling van het ras'. Een dergelijk streven verwerpt Heidegger. Hij is geen racist. Het antisemitisme dat uit de gewraakte passages spreekt is zijnshistorisch van aard. Het is een filosofisch antisemitisme."
Wat moet ik me daar precies bij voorstellen?
"Heidegger ontwerpt in de jaren dertig een geschiedenis van het denken over het Zijn. Die geschiedenis begon bij de Grieken, maar strandt in de moderne tijd in een technisch denken, dat beheerst wordt door de illusie van maakbaarheid, en louter oog heeft voor profijt. Hij wil opnieuw beginnen. In dit perspectief moet je zijn opmerkingen over het Jodendom lezen. Alle controversiële passages in de 'Schwarze Hefte' gaan over een 'leeg' en 'rekenend' denken, dat hij belichaamd ziet in amerikanisme en bolsjewisme en in het Jodendom. Dat kan ik op een bepaalde manier wel volgen."
Wat zegt u daar?
"Ach, dat lijkt me een banaal gegeven. De Joodse intelligentsia hecht van oudsher streng aan rationaliteit. Dat klopt wel ongeveer."
Ongeveer?
"Op een bepaalde manier zijn de Joden slachtoffer van de geschiedenis. Dit is genoegzaam bekend. Ze mochten allerlei beroepen niet uitoefenen en zich alleen met geld bezighouden."
En dus is 'het Jodendom' een toonbeeld van 'rekenend denken'?
"Kijk, Heidegger maakt daar een rigoureus cliché van. Hij ziet het Jodendom als een sturende kracht binnen zowel het amerikanisme als het bolsjewisme. Als je bedenkt wat er toen met de Joden in Duitsland gebeurde, is dat verbijsterend abstract. Toen hij zag dat het nationaal-socialisme het geloof in maakbaarheid niet opgaf, maar tot het uiterste doorvoerde, trok hij zich terug en wijdde hij zich aan de verdere doordenking van de zijnsgeschiedenis."
U stelt dat Heidegger 'zijnshistorisch antisemitisme' bedreef. Volgens Heidegger-kenner Awee Prins zeg je daarmee dat zijn antisemitisme met de kern van zijn denken is verknoopt.
"Dat ben ik niet met hem eens. Je kunt het antisemitisme eruit snijden en dan blijft het toch overeind. Heidegger betoonde zich in de jaren vijftig zelf ook verbaasd dat de weg die hij baande begaanbaar bleef, ook al was hij zo de fout in gegaan."
U zegt: Heideggers antisemitisme is niet wezenlijk voor zijn denken?
"Inderdaad. Ik zou eerder spreken van een filosofische blindheid. Hoe krachtiger het licht dat een denken vermag te werpen, des te groter is ook het duister eromheen."
Wat bedoelt u daarmee?
"Elke grote filosoof heeft maar één gedachte. Een oerintuïtie. Daar is hij volledig van in de ban. Hij moet en zal die uitwerken. Daaromheen ziet die filosoof allerlei dingen niet meer."
Waarvan akte. In de 'Schwarze Hefte' valt op dat Heidegger met geen woord rept over de Kristallnacht, terwijl die onder zijn neus plaatsvindt.
"Ja, in zijn blindheid parkeerde hij zelfs zijn moreel besef. In de dagboeken uit 1938 en 1939 heeft hij het zelfs over een 'machtstoename van het Jodendom'. Dat schrijft hij ná de Kristallnacht. En in 1941 heeft hij het over 'Joodse emigranten'. Dat is acuut onthutsend: het betrof mensen die vanwege het nazisme gevlucht waren uit Duitsland. Heidegger noemt ze heel neutraal 'emigranten'. Verbijsterend, maar nog geen reden om zeggen dat Heidegger een grote Jodenhater was."
Hij was gewoon een beetje blind.
"Heidegger is een consequente denker. IJzingwekkend consequent. Dat zie je bij elke grote denker. Daar schrijf ik toch hoofdzakelijk deze passages over de Joden aan toe. Zijn denken was zo krachtig dat hij er zelf onder bezweek."
Heidegger had Joodse studenten, minnaressen en collega's en ook een Joodse leermeester. Toch neemt hij klakkeloos antisemitische stereotypen over. Daar is zijn 'blindheid' toch geen excuus voor?
"Ik voer dat niet als excuus op. En trouwens, ik heb het wel bonter bij hem gezien. Zijn duistere kant kende ik al uit colleges. Dit is niet nieuw. Het punt is: het neemt dat licht niet weg! Het licht komt eerst, dan pas het duister."
Je kunt ook zeggen: kennelijk was Heidegger toch niet zo'n grote denker. Als hij al niet begreep wat er gebeurde met de Joden, hoe kun je zijn filosofie dan vertrouwen?
Geïrriteerd: "Het zit allemaal zoveel complexer dan u denkt. U zit op een spoor dat zó banaal is. Wat wilt u nu? Hebt u ooit iets van Heidegger gelezen?"
Ik mag het toch wel vragen?
"Laat ik het zo zeggen: wie ooit echt met een wijsgerig vraagstuk heeft geworsteld, raakt verkocht als hij 'Zijn en tijd' leest. Dat kan niet anders. Dat Heidegger een grote denker is staat buiten kijf. Zo is hij de enige die mij heeft kunnen uitleggen waar Nietzsche's racisme vandaan komt. De enige. Dat alleen al bewijst dat hij zelf geen racist was."
Maar wel antisemiet.
"Er is nu eenmaal zowel licht als duister. Ik heb veel van Heidegger geleerd en blijf van hem leren, maar hij heeft óók een huiveringwekkende kant."
De jonge Duitse filosoof Markus Gabriel zegt: 'Zijn en tijd' is een meesterwerk, dat staat los van zijn nazisme. Maar zijn latere werk, vanaf de jaren dertig, is onacceptabel. Dat kun je met goed fatsoen niet meer lezen.
"Met die uitspraak streept Gabriel niet Heidegger door, maar zichzelf. Hij noemt 'Zijn en tijd' nota bene een meesterwerk. Dan werken de krachten ervan door in dat latere werk. Dat móet zo zijn."
Hoezo? Iemand kan toch het spoor bijster raken?
"Als hij zó scherp het wezen van de techniek kan blootleggen in later werk, dan moet je constateren dat zijn denken onverminderd krachtig bleef. Maar het is natuurlijk wel evident dat iemand die zich engageerde met het nazisme ergens tekortschoot."
Waar dan precies?
"Het begin van een antwoord ontdek je in 'Zijn en tijd'. Heidegger bezint zich in dat boek op het raadsel van onze individualiteit. Dat doet hij briljant. Maar als het om de vraag gaat hoe wij op een 'eigenlijke' manier onszelf kunnen zijn, concludeert hij: wij moeten het lot van ons volk en onze generatie op ons nemen. Daar gaat het fout. Hij breekt het raadsel van het Zelf open, maar neemt dit raadsel zelf niet ernstig genoeg. Heideggers lot is al in 'Zijn en tijd' het lot van de Duitser. Hier ligt de bron van mijn eigen kritische gesprek met hem."
Visser denkt na. "En om dat gesprek gaat het uiteindelijk. Ja, Heidegger was antisemitisch. En ja, hij was provinciaals en zijn theorie over het Duitse volk te midden van bolsjewisten en Amerikanen is luchtfietserij. Klopt allemaal. Maar toch: kritiek is pas vruchtbaar als je eerst dat licht ingaat."