Heeft de nieuwe onderwijsvakbond kans van slagen?
Actiegroep PO in Actie ziet zich genoodzaakt een eigen vakbond te beginnen. Sorteert zo'n bond meer effect dan de bestaande?
Bestaande onderwijsbonden traineren hun ideeën, maaien het gras voor hun voeten weg en nemen ze onvoldoende serieus. Het maakte dat actiegroep PO in Actie, aanzwengelaar van een van de grootste onderwijsstakingen ooit, gisteren bekendmaakte een eigen vakbond te beginnen. Tot verbazing van grote spelers als de AOb (Algemene Onderwijsbond) en CNV Onderwijs. Traineren? Daar is nooit sprake van geweest, houden die vol. "Voor 99 procent denken we hetzelfde", klinkt het. Of: "We hebben al die tijd één front gevormd om geld voor het onderwijs binnen te krijgen". En: "Het is alleen maar fijn dat er een vakbond bijkomt".
Toegegeven, zegt voorzitter Loek Schueler van CNV Onderwijs uiteindelijk, de agenda van bestaande vakbonden is net iets breder. "Wij zijn er, anders dan PO in Actie niet alleen voor de leraren, maar ook voor conciërges, onderwijsassistenten en schoolleiders."
En ja, de bonden hebben soms net een andere kijk op actievoeren, meent hoofd communicatie Rob Sikkes van de AOb ook. "Continu staken hou je niet lang vol. Op gegeven moment raakt de stakingskas op. En bij de zoveelste staking verlies je de sympathie van de samenleving die we nu hebben." Maar de algehele boodschap van de bonden blijft: ze zijn hartstikke blij met de komst van de nieuwe bond.
Dat een beweging als PO in Actie zich uiteindelijk loswrikt van de bestaande vakbonden heeft vaak te maken met een niet te stillen onvrede met de huidige gang van zaken, zegt cao-kenner Henk Strating. "De complete beroepsgroep heeft dan het gevoel dat er al lange tijd te weinig aandacht is voor haar problemen."
Hij zag hetzelfde bij wat eind jaren tachtig de Witte Woede heette. Een groep verpleegkundigen en verzorgenden kwam, net als de docenten nu, in opstand tegen de lage salarissen en de hoge werkdruk. Strating: "Er werd wel veel over hun problemen gesproken in het kabinet, op ministeries en bij vakbonden. Maar er gebeurde niks."
Overstappen
Het maakte dat de Witte Woede zich omvormde tot wat nu vakbond NU'91 heet. Een gedegen zorgvakbond met zo'n 20.000 leden. Het succes wat PO in Actie te wachten staat? Strating durft het niet te zeggen. "Het grote verschil met NU'91 is dat er toen geen specifieke vakbond was voor verpleegkundigen en verzorgenden. Dat is er in het onderwijs wel. Dat onderwijzers nu even ontevreden zijn over bestaande bonden wil natuurlijk nog niet zeggen dat ze massaal over zullen stappen. Deze groep moet nog maar bewijzen dat ze hun belangen adequaat gaan behartigen."
Onmogelijk is het niet, zegt historicus Sjaak van der Velden. Hij noemt Het Zwarte Corps voor machinegebonden personeel, de Vereniging Nederlands Cabinepersoneel en dus NU'91. Allemaal kleine vakbonden voor een specifieke beroepsgroep. Maar, zegt Van der Velden, dan nog rest de vraag of PO in Actie als vakbond wel haar beoogde doel bereikt; een plekje aan de cao-onderhandeltafel om daadwerkelijk verandering te bewerkstelligen. "Als kleine bond moet je natuurlijk wel voldoende leden hebben om door een werkgever serieus genomen te worden."