Hè, e of huh, en geen kawie of goegoegoe
Een simpel woordje houdt wereldwijd elk gesprek op gang
'Hè', of 'huh': mensen zeggen het bijna overal ter wereld, of in elk geval iets wat er sterk op lijkt. En het is echt een woord, niet zomaar een kreet. Dat is onderzocht door drie taalwetenschappers van het Max Planck Instituut in Nijmegen, die hierover schrijven in wetenschapsblad Plos One.
Die onderzoekers zijn Nederlander Mark Dingemanse ('hè?'), Australiër Nick Enfield ('huh?') en Spanjaard Francisco Torreira ('e?'). Zij analyseerden aan de hand van video-opnamen van alledaagse gesprekken het gebruik van het woordje 'huh' in hun eigen, en nog zeven andere talen.
In al die talen bestaat een 'huh'-achtig woord. Die woorden lijken heel sterk op elkaar, en dat is zeer opvallend. Neem een woord als hond: 'inu' in het Japans, 'chien' in het Frans, 'dog' in het Engels. Heel verschillend dus. De 'huh'-taalvarianten daarentegen liggen net zo dicht bij elkaar als de manier waarop dat woordje 'dog' in verschillende Engelse dialecten wordt uitgesproken.
Dat is geen toeval: elke taal heeft een 'huh' nodig, wil een conversatie soepel verlopen. Gesprekken volgen wereldwijd namelijk dezelfde patronen: vraag-antwoord, mededeling-reactie. In zo'n conversatie duurt een wisseling van spreker heel kort, gemiddeld 0,2 seconden. Valt een langere stilte, dan wordt die al gauw ongemakkelijk.
Daarom moeten mensen snel kunnen ingrijpen als ze het gesprek even niet kunnen volgen. 'Sorry, ik versta je niet, kun je dat even herhalen' is natuurlijk een optie - maar 'huh' is een stuk sneller, in wat voor taal dan ook. Je gesprekspartner kan snel reageren, en de conversatie is gered. Dat alle talen op eenzelfde oplossing zijn uitgekomen, is volgens de wetenschappers een staaltje van taalkundige evolutie, waarbij gelijke omstandigheden leidden tot een gelijksoortige oplossing.
Maar waarom 'huh'? "Het had ook 'goegoegoe' kunnen zijn, of 'kawie'", zegt Dingemanse. "Maar 'huh' is veel makkelijker. Het is de allereenvoudigste lettergreep die je kunt uitspreken. Je hoeft geen acrobatische toeren met je tong uit te halen, je hoeft je lippen niet rond te maken. Je doet gewoon je mond een beetje open, je kiest een makkelijke klinker met een vragende intonatie, en klaar is Kees."
Is een simpele klank als 'huh' wel een echt woord? Jazeker wel: kinderen kunnen het niet zomaar zeggen, legt Dingemanse uit. Ze moeten echt leren wanneer ze het gebruiken, en waarvoor. Dat - zo was al bekend uit ander onderzoek - hebben ze pas onder de knie als ze al een jaar of vijf zijn. Ook de intonatie moet geleerd worden, want die verschilt per taal: omhoog in het Nederlands en de meeste andere talen, maar omlaag in het IJslands en in het Cha'palaa in Ecuador. 'Huh' is bovendien exclusief voorbehouden aan mensen. Mensapen stoten wel pijngeluiden uit, en andere kreten, maar geen 'huh'.
De bestudering van dat ene woordje maakt deel uit van een groter project naar de manieren waarop in talen van over de hele wereld dreigende misverstanden worden gesignaleerd en opgelost. 'Huh' beschouwt Dingemanse als een mooie vondst met een algemene verklaring: het soepel laten verlopen van gesprekken. Hij vermoedt dat dit voor meer aspecten van taal geldt. Op zijn onderzoeks-wensenlijstje prijken woordjes als 'oh!', en 'm-hm', maar ook een vergelijking met gebarentaal.
undefined