Havenarbeiders dupe van expositie Dumas
Er hangt een geurtje rond de expositie van Marlene Dumas, betoogt Suki de Boer, kunstkenner.
Voor- en tegenstanders maken zich druk om de artistieke kwaliteit van het werk van Marlene Dumas. Maar ook belangrijk in deze discussie is een blik op de financiële achtergrond van haar tentoonstelling. Zonder de esthetische waarde van Dumas in twijfel te trekken, kan dit een substantiële en actuele kritiek opleveren.
Dumas' tentoonstelling in het Stedelijk wordt deels gefinancierd door goededoelenorganisatie Ammodo. Dit cultuurfonds is het uitgifteloket van Stichting Inphykem (voorheen Stichting Optas) dat op slinkse wijze meer dan een miljard euro uit de pensioenpot voor havenarbeiders onttrok. Het is een van de grootste fondsen in Nederland, dat per jaar 15 miljoen euro kan besteden.
Voor 60.000 pensioengerechtigden uit de Rotterdamse en Amsterdamse haven heeft Ammodo nogal een wrange bijsmaak. Tot 1 januari 1998 waren hun pensioenaanspraken ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds voor de Vervoer- en Havenbedrijven (PVH). Dit fonds ging over in een pensioenverzekeringsbedrijf, waarvan Optas de aandelen bezat. In 2007 verkocht Optas haar pensioenfonds voor 1,3 miljard aan verzekeraar Aegon. Met deze opbrengst is het bestuur van Optas (sinds 2013 Inphykem) buiten het medeweten en tegen de wil van de havenarbeiders om wetenschappelijke, sociale en culturele doelen gaan ondersteunen. Optas raakte hierdoor hevig in conflict met FNV en CNV. Dit leidde tot een procedure bij de rechtbank in Den Haag, die uiteindelijk in 2010 werd afgekocht met een schikking.
Ammodo is op een legale wijze ontstaan, maar de manier waarop is moreel verwerpelijk. Hoe dan ook, Ammodo blijkt de Nederlandse cultuurscene met verve te bedienen. Zo ontvangen onder andere Museum Boijmans van Beuningen, Van Abbemuseum, kunstinstelling De Appel, documentairefestival Idfa, theatergezelschap Wunderbaum en theatergezelschap De Warme Winkel geld.
undefined
Besmet geld
Ondanks het feit dat afgelopen juni zes leden van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen publiekelijk hun stem hadden gericht tegen de in 2014 met besmet geld ingestelde Ammodo-KNAW Awards voor excellente onderzoekers, spreekt in de cultuurscene nu niemand over de herkomst van de private steun aan de tentoonstelling van Dumas. Dit is vreemd, omdat zij als één van de best verdienende kunstenaars van Nederland geldt, terwijl haar expositie kennelijk toch de nodige bijdragen behoeft. In het licht van de terugtredende overheid, die met de campagne 'Cultuur, daar geef je om' de steun van bedrijven, donateurs en particuliere vermogensfondsen extra is gaan stimuleren, is een debat over de herkomst van zulke steun zeer urgent.
Ammodo wijst uit dat die herkomst niet altijd even fris van aard is. In de kunstwereld zijn meer van dit soort voorbeelden. In 2010 vestigden actievoerders de aandacht op de sponsoring van British Petrol van de Tate musea en koppelden deze aan BP's milieuschandalen. In 2011 protesteerden kunstenaars en kunstliefhebbers tegen de Italiaanse defensie- en wapenfabrikant Finmeccanica. Deze sponsorde de Londense National Gallery met geld verkregen uit handel met enerzijds het Syrisch regime van Basjaar Assad en anderzijds het Amerikaanse Pentagon.
De tentoonstelling van Marlene Dumas biedt het Stedelijk nu dé gelegenheid een van zijn missie- en visie-speerpunten, het publiek 'actief te betrekken, te inspireren en uit te dagen, met de intentie om nieuwsgierigheid, dialoog, kritiek en zelfreflectie te stimuleren, binnen én buiten zijn muren', in de praktijk te brengen. Het zou niet misstaan een debat te organiseren met de politiek, fondsen, donateurs, sponsors, kunstenaars en publiek over de herkomst van particuliere steungelden en de ethiek rond het aannemen daarvan.
undefined