Hard brullen tegen cadetten werkt niet
De introductietijd van cadetten mag minder vernederend. Officieren in spe worden daar niet minder hard van.
Schreeuwen tegen eerstejaars van de officiersopleiding tijdens hun introductietijd is op zich prima, maar maak het niet vernederend. Te hardhandig optreden werkt voor de cadetten averechts: het hardt hen niet en ze zullen er geen betere officiers door worden. Dat stelt luitenant-kolonel Sander Dalenberg, die hierop komende maandag promoveert aan de Radboud Universiteit. “Door mensen onredelijk hard aan te pakken, creëer je wegduikende, makke schapen. Precies wat je niet wilt van een officier, die moet juist initiatief durven tonen en verantwoordelijkheid nemen.”
Dalenberg begon zijn onderzoek in 2012 op de Koninklijke Militaire Academie in Breda, waar hij tot 2015 de beleving van alle eerstejaars tijdens hun introductietijd onderzocht. Die jaren veranderde de ontgroening, onnodige vernedering verdween. Door vragenlijsten van de nieuwe lichting te vergelijken met die van het jaar daarvoor, zag hij dat het groepsgevoel na de intro groter was dan vóór zijn komst. Minder taai werden de cadetten er niet van.
Toen Dalenberg in 2012 begon, was de introductieperiode nog als vanouds. Er was weinig veranderd sinds hij hem zelf doorliep in 1992. Vooral de eerste dagen waren fysiek en mentaal loodzwaar, gevuld met honderden push- en sit-ups. Wie dat niet trok werd de huid vol gescholden, toegebeten dat hij er blijkbaar niet voor in de wieg is gelegd.
Discussiëren
Dalenberg wist die excessen de jaren daarop weg te werken door de verantwoordelijke ouderejaars te laten discussiëren over de behandeling die ze de eerstejaars geven. Wat is het doel van hun acties, ís dat er überhaupt wel? “Hoe voelt het als iemand tegen míj schreeuwt? Dat soort vragen”, zegt Dalenberg.
Dat discussiëren en bevragen had direct effect. Verschillende tradities gingen op de schop. Zoals het zogenoemde ‘square-diner’, waarbij de cadetten elkaar spaghetti voeren terwijl ze op grond met hun hoofden tegenelkaar aanliggen. Bedoeld om ze etiquette en manieren bij te brengen, maar dat slaat eigenlijk nergens op, bleek uit de discussie.
Of neem de nep-inauguratie, die Dalenberg ook nog goed herinnert uit zijn eigen introjaar. “De leiding voert een toneelspel op, laat de groep denken dat ze geslaagd zijn. Maar dan blijkt er ineens een test niet goed genoeg afgelegd, en horen de studenten dat ze helemaal niets zullen krijgen. Daarna moeten ze langs een haag van ouderejaars lopen die allemaal afkeurend met hun rug naar ze toe staan.” Een oude traditie, misschien ooit bedoeld om de cadetten te leren met teleurstellingen om te gaan. Maar juist als je cadetten wilt bijbrengen dat eerlijkheid het hoogste goed is, moet je dat volgens Dalenberg op een andere manier doen.
Watjes
Geschreeuw is er op de cadettenopleiding nu dus minder, maar daar worden het geen watjes van. “Het is mentaal nog steeds een zware periode”, zegt Dalenberg.
Bovendien is het nu heus niet ineens stil bij de cadetten. ‘Schiet nou eens op!’ kan echt geen kwaad, zegt de luitenant. Het verschil met vóór 2012: als een nerveuze soldaat een keer stotterde tijdens het rapporteren, zou een ouderejaars brullen dat hij niets waard is. Sinds Dalenberg de jongens liet discussiëren, komen die begeleiders eerder met een oplossing voor de stotteraar: ‘Haal rustig adem en probeer het nog eens’.