Handig voor terroristen
Rechtbankthrillers danken hun succes deels aan John Grisham. Begrijpelijk, want bij hem mag je rekenen op een sterk verhaal, gelikte en goedgebekte juristen, gruwelijke misdaad en een dader die moeilijk te vatten is. Of juist een onschuldige verdachte die toch in het beklaagdenbankje terechtkomt. De advocaat en de officier van justitie bewerken de jury (rechtbankthrillers zijn bijna altijd Amerikaans) in alle toonaarden van welsprekendheid – en natuurlijk met smerige trucs.
Het genre is de laatste tijd wat uit de mode geraakt – de markt leek verzadigd – maar Linda Fairstein, voorheen officier van justitie in New York, streeft ernaar de vrouwelijke evenknie te worden van John Grisham. Wel speelt ’Kwaad bloed’ zich voor de afwisseling grotendeels buiten de rechtszaal af: want daar bevinden zich bewijsmateriaal of bruikbare getuigen.
Officier van justitie Alexandra Cooper moet de jury ervan overtuigen dat de rijke zakenman Brendan Quillian zijn vrouw heeft vermoord. Veel bewijs heeft ze niet, maar wel kan ze rekenen op de enthousiaste politie-inspecteur Mike. Terwijl zij zich door de zaak worstelen vindt er een explosie plaats in de kwetsbare waterleiding van Manhattan.
Linda Fairstein schrijft vlot, het verhaal zit goed in elkaar en lijkt goed geïnformeerd: wie boze terroristische plannen smeedt, kan er heel wat informatie uit halen. Dat heeft dit boek gemeen met een echte Grisham, net als de volgende zwaktes: te veel personages en verhaallijnen, onwaarschijnlijkheden, te gladde hoofdpersonen. Maar Fairstein mist wat Grisham sterk maakt: de woede over het ongelijke rechtssysteem, de smerige streken en verrotte moraal van de advocaten. Hier blijft iedereen in zijn hok: justitie en politie bevechten keihard onrecht, de advocaat is flamboyant en briljant en de boef is echt slecht, met uiteraard een treurige achtergrond. Wat overblijft is een doorsnee misdaadboek, in het opwindende decor van New York.