Taal
Handhaving leidt er soms toe dat iets juist níet wordt gehandhaafd
Afgelopen vrijdag schreef Trouw over ‘handhaving van illegale bebouwing’. Een lezer kwam er niet goed uit. Mocht de illegale bebouwing blijven? Of ging de overheid de regels handhaven en moest de illegale bebouwing dus verdwijnen?
Het is een terechte vraag, want door een vrij recente verandering in het gebruik van handhaven en handhaving is de betekenis daarvan niet altijd meteen duidelijk.
Handhaven betekent eigenlijk ‘in stand houden’, maar als de overheid de handhavende partij is, heeft het woord vaak net een iets andere strekking. Worden er regels of wetten gehandhaafd, dan betekent handhaven toezien op naleving en wordt de orde gehandhaafd, dan zorgt de overheid ervoor dat de orde niet wordt verstoord.
Verrassende contrasten
Steeds vaker wordt handhaven echter gebruikt in contexten als ‘de politie/de gemeente gaat meer handhaven’. Daarin wordt wat gehandhaafd wordt (wetten, regels) niet expliciet genoemd en betekent handhaven ‘de wet toepassen en sancties opleggen’. In ‘De politie gaat strenger handhaven op de aanlijnplicht’ neigt handhaven juist naar ‘controleren op’ en ‘optreden tegen’.
Deze ontwikkeling leidt tot verrassende contrasten. Zo schreef een regionale krant onlangs over een illegale stal dat de ‘gemeente voor de keuze staat: legaliseren of handhaven’, waarbij legaliseren leidt tot handhaving, d.w.z. instandhouding van de stal, terwijl handhaven betekent dat de regels moeten worden nageleefd en het gebouw wordt gesloopt. De aangehaalde passage in Trouw kan om dezelfde reden verwarring oproepen en is (zonder context) een tikje ambigu.